Het IMF heeft zijn eerste rapport gepubliceerd over het Chinees financieel system. Het IMF heeft als taak om de vijf jaar een evaluatie te maken van de financiële systemen van de G20. Dat werd in 2008 op de G20-bijeenkomst overeengekomen. De interpretaties lopen uiteen.
Volgens Westerse media is de essentie van het rapport dat het Chinese system steeds kwetsbaarder wordt voor een dalende kwaliteit van de schuldenaars en het mogelijks uiteenspatten van de vastgoedbel. De 17 grootste Chinese banken zijn wel goed in staat weerstand te bieden aan crisissen in één enkel domein zoals de vastgoedsector, de schulden van de locale overheden, of exporteurs in moeilijkheden omwille van de dalende wereldmarkt. Maar problemen kunnen opduiken bij een gelijktijdige crisis in verschillende domeinen, waarbij de groei zou terugvallen op 4% ( nu 9,1%), de toename van de geldvoorrraad M2 op 10%, vastgoedprijzen 26% zouden dalen, en de rente 0.95% wijzigen. “Alhoewel het huidige system goed is om het spaarwezen te bevorderen en te zorgen voor een hoge likwiditeit, schept het toch een risico dat de kapitalen verkeerd besteed worden zodat er zeepbellen kunnen gevormd worden, in het bijzonder in de vastgoedsector.De kost van deze misgroeiingen zal met de tijd alleen maar groter worden, en hoe sneller men ze aanpakt, hoe beter’, aldus Jonathan Fiechter, IMF’s Monetary and Capital Markets onderdirecteur. Het rapport geeft 29 adviezen, met als belangrijkste de banken meer commercieel te laten werken, ttz. meer markt en minder staatsinstructies, en de financiële markten meer te liberaliseren ttz. vrije bepaling van de interest en als topprioriteit vrije wisselkoersen.
De IMF-studie gebeurde met de hulp van de Wereldbank in de tweede helft van vorig jaar. Speciale aanleiding waren de bijzonder hoge sommen (bijna 10.700 miljard yuan) die de Chinese banken bij de uitvoering van het anticrisisplan 2008-2010 in de economie pompten, en de vraag of dat allemaal wel zou terugbetaald worden. Het IMF klaagt wel dat het niet alle noodzakelijke data kreeg en dat veel informatie onbeschikbaar was wegens vertrouwelijk
De Chinese centrale bank, People’s Bank of China, heeft het rapport over het algemeen ‘objectief en positief’en ‘constructief’ genoemd, maar vindt de prioritaire aanbevelingen maar niets. In diplomatieke taal staat er “Sommige aanbevelingen in verband met de planning en de prioriteiten van hervormingen wijzen op onvoldoende begrip voor de realiteit van China”. De bank merkt ook op dat de regeringsinterventie in de financiële sector vandaag niet meer rechtstreeks door kredietquota gebeurt, maar door ‘marktgeörienteerde’ maatregelen zoals reservevereisten, interestvoeten, en openlijke operaties op de markt. Chinese media zoals Renmiun Ribao vermelden ook dat het rapport tevreden is omdat China de marktkrachten meer speling gegeven heeft en tegelijk de regels van het system stricter gemaakt heeft. Het stelt ook vast dat het Chinese system goed stand gehouden heeft in de international financiële crisis en dat de financiële instellingen continu versterkt werden en redelijk goed voldoen aan de international controlenormen van de sector. Renmin Ribao geeft ook een langere lijst van aanbevelingen dan in de Westerse media (zoals bijvoorbeeld het verder verbeteren van het pensioensysteem) ,waarin de in het Westen als prioriteit naar voor geschoven maatregelen enigszins verdrinken.
Er is geen verplichting om met de aanbevelingen van het IMF ook echt iets te doen. Het valt inderdaad op dat de aanbevelingen van het IMF niet alleen neoliberaal lijken maar ook verdacht aansluiten bij de druk van Westerse landen op China om zijn munt te revalueren.
(Bronnen: FT, SCMP, AFP, Renmin Ribao)