Afgelopen weekend was er in Beijing een nationale Chinese conferentie over godsdienstzaken. Afgevaardigden van religieuze organisaties en bewegingen namen er aan deel, samen met leiders van de CPC en de Chinese regering.
Premier Li Keqiang zat de bijeenkomst met de vertegenwoordigers van de godsdiensten voor. Andere deelnemende topfunctionarissen waren parlementsvoorzitter Li Zhanshu, CPC-secretaris Wang Huning, Zhao Leji van de disciplinecommissie en vicepremier Han Zheng. Senaatsvoorzitter Wang Yang hield de slottoespraak. Partijleider en president Xi Jinping hield een keynote speech.
De feiten
Volgens het agentschap Xinhua telt China bijna 200 miljoen gelovigen, 5.500 religieuze organisaties en meer dan 140.000 ‘wettelijk geregistreerde locaties’ voor religieuze activiteiten (kerken, moskeeën en tempels), waarvoor meer dan 380.000 personen de administratie bijhouden. De grondwet van de Volksrepubliek vermeldt uitdrukkelijk dat de burgers vrijheid van godsdienst genieten. China heeft ook specifieke wetten en voorschriften met betrekking tot verschillende aspecten van dat mensenrecht. In 2018 kwam er een witboek uit, getiteld ‘China’s Policies and Practices on Protecting Freedom of Religious Belief’. Dat bevat een reeks herziene voorschriften voor religieuze aangelegenheden. De voorschriften benadrukken het belang van religieuze en sociale harmonie, dat wil zeggen: gelovigen en ongelovigen, evenals gelovigen van verschillende religies, dienen elkaar te respecteren.
Chinese kenmerken en socialisme
In zijn toespraak vroeg president Xi Jinping dat de betrokken organisaties zouden streven naar een ontwikkeling van hun religie binnen de Chinese context en rekening houden met het socialistische karakter van de maatschappij. Xi drong dus aan op ‘religies met Chinese kenmerken’, waarvoor ook in een socialistische staat als China plaats is. Hij wees erop dat de communistische partij een politieke lijn heeft voor de rol die religies in deze tijd kunnen spelen en voor de bescherming van de godsdienstvrijheid. Xi riep de religieuze organisaties op om hun godsdienstzaken in eigen beheer goed te regelen en meer belang te hechten aan de eisen van de socialistische rechtsstaat. Xi waarschuwde: ‘religieuze activiteiten moeten worden uitgevoerd binnen de door de wet- en regelgeving bepaalde grenzen, ze mogen de gezondheid van de burgers niet schaden, mogen niet in strijd zijn met de openbare orde en de goede zeden. Het is niet de bedoeling dat religieuze activiteiten de educatieve, juridische en administratieve zaken of het maatschappelijk leven gaan bepalen’.
‘Meedoen’
De verantwoordelijken van godsdienstige groeperingen moeten, wat de Chinese president betreft, hun gelovigen vragen zich als burgers actiever maatschappelijk op te stellen en samen met de meerderheid van de bevolking te werken aan de ontwikkeling van een modern socialistisch land en aan de nationale wederopstanding. Sinds het 18e nationale partijcongres van de CPC in 2012 is er op al die punten vooruitgang geboekt. Afgevaardigden van de godsdiensten nemen bijvoorbeeld deel aan de bespreking en de uitvoering van staatszaken. Ongeveer 20.000 prominente figuren uit religieuze kringen nemen als afgevaardigde of lid op alle niveaus aan volkscongressen deel of zetelen aan de adviserende senaat, de Chinese People’s Political Consultative Conference.
Opleiding
Het kan echter allemaal nog beter. Xi gaf de deelnemers van de nationale conferentie over godsdienstzaken de raad om vooral nog eens goed kennis te nemen van de partijteksten ter zake. De partijleider wil de opleiding van een team van partij- en regeringsfunctionarissen die deskundig zijn in wat het marxisme over religie zegt, bekend zijn met religieuze aangelegenheden en bekwaam om te werken met gemeenschappen en bewegingen van gelovigen. Anderzijds is er nood aan een groep van goed opgeleide religieuze leiders die politiek betrouwbaar zijn. Li Keqiang en Wang Yang vroegen aan alle aanwezige om de richtlijnen ernstig te nemen, ze als een belangrijke politieke taak te beschouwen en ervoor te zorgen dat de beslissingen en regelingen van het Centraal Comité van Partij nauwgezet worden uitgevoerd.
Uitdagingen
Het hoeft niet te verwonderen dat de correcte omgang met gelovigen en hun organisaties een uitdaging blijft voor Chinese politici en overheidsfunctionarissen. China is van oudsher een seculair land. De grote filosofieën die een voortgezette en diepgaande invloed hebben op de meerderheid van de Chinezen, zoals het confucianisme, taoïsme en boeddhisme, zijn geen godsdiensten. Religies hebben op zich de neiging zich in zekere zin buiten de Chinese hoofdstroom te plaatsen. Verder is de marxistische, principieel atheïstische, communistische partij de machtigste politieke factor in het land en de 100-jarige partij met haar verbluffende staat van dienst wil dat het ook zo blijft.
Schaduwen van het buitenland
Ten slotte is er nog het niet te onderschatten fenomeen van de buitenlandse inmenging. Door de geschiedenis heen hebben buitenlandse machten, van politieke en religieuze aard, geprobeerd om met hun bekeringsdrang vat te krijgen op de Chinese maatschappij of zelfs verdeeldheid te zaaien onder de bevolking. Deze vaak stille en ongemerkte interventie gaat nog steeds door. Het zijn vooral de Verenigde Staten die (pseudo)religieuze bewegingen inzetten als hulptroepen voor hun koude oorlogen of zelfs om terroristische activiteiten te steunen in landen die de VS als rivalen, tegenstanders of ‘ongehoorzame’ bondgenoten ziet. Het is misschien geen toeval dat de Global Times (GT) juist na de conferentie over godsdienstzaken deze strategie hekelt. De krant geeft hierbij recente voorbeelden over Amerikaanse inmenging in China: de jaarlijkse aanvallen op China in de International Religious Freedom Reports, steun aan de sekte Falun Gong en ‘Tibetwetten’. Last but not least noemt GT het feit dat de VS de kaart van de godsdienstvrijheid trekt in zijn hetze tegen het antiseparatistische en antiterroristische beleid in Xinjiang. Het laatste nieuws op dit gebied is de zogenaamde diplomatieke boycot van de VS tegen de Winterspelen 2022 in Beijing waarvoor de beweerde vervolging van Oeigoeren om godsdienstzaken in Xinjiang een van de argumenten is.
Bronnen: Xinhua, China Daily, Global Times, scio.gov.cn (website van het Chinese kabinet), Financial Times
Zie ook: Godsdienstvrijheid in China passeert via registratie – Chinasquare.be