Het verbod om meer dan 50 Chinese apps nog te gebruiken is een vergelding van India tegen China wegens het grensconflict. Chinese bedrijven zoals Xiaomi reageren met een campagne ‘Made in India’. We bekijken van naderbij de talrijke en gediversifieerde Chinese investeringen in India vooral met nadruk op ICT; .
Het grensconflict tussen China en India heeft al meer dan 20 mensenlevens geëist en de Indische nationalisten ontbinden hun duivels. Meest in het oog springende maatregel is dat het Indische ministerie van Electronics en IT verboden heeft 59 Chinese applicaties te gebruiken onder meer Tiktok, WeChat, de UC browser van Alibaba en de kaartendienst van Baidu. Als reden geeft het Ministerie op dat de Chinese apps gegevens van klanten verzamelen en dat dit zowel een inbreuk is op hun privacy als op de veiligheid van het land omdat de gegevens naar servers buiten India zou worden gestuurd. Alibaba en Tencent hebben echter al datacentra in India geopend en Bytedance is eveneens van plan dit ook te doen. Alleen Tiktok van Bytedance telt in India 200 miljoen gebruikers waardoor het land de derde grootste markt is. Volgens Reuters was Bytedance van plan om voor 1 miljard $ te investeren in het land. De 59 apps samen telden volgens Techcrunch vorige maand zowat 505 miljoen actieve gebruikers. In 2018 stonden 44 van Chinese apps in de Indiase top 100 van Google Play
Boycot
Naast het boycotten van Chinese apps praat het Indische ministerie van Communicatie met de privé telecom maatschappijen of ze Huawei kunnen weren bij de ontplooiing van 5G. Volgens de Financial Express staat Chinese materiaal in voor 25% van de uitrusting van de telecom operatoren.
De internetproviders zijn ondertussen gestart met het verwijderen van de apps uit hun dienstverlening.
Woordvoerder Zhao Lijian van het Chinees BuZa ministerie reageerde op de boycot met de mededeling dat India de plicht heeft om de wettelijke rechten van de buitenlandse investeerders te vrijwaren waarbij deze van China. China denkt immers dat de boycot ingaat tegen de WTO-regelgeving. Het is de eerste keer dat India zo’n grootschalige blokkeringsoperatie doorvoert. In april had het land wel regels voor buitenlandse investeerders strenger gemaakt opdat buren geen opportunistische overnames zouden doen. En in de havens worden Chinese goederen maar met mondjesmaat door de douane behandeld.
Reacties
In een reactie minimaliseren gemengd Chinese-Indiase bedrijven hun Chinese inbreng. Stichter Vijay Shekhar Sharma van betaaldienst PaytM waarvan de moedermaatschappij voor 40% in handen is van Alibaba steunt volmondig het initiatief van het ministerie. De kleinere concurrent MobiKwik distantieert zich van elke Chinese betrokkenheid. Xiaomi dat in India de smartphoneproducent is met het hoogste marktaandeel heeft een campagne gelanceerd ‘Made in India’. Daarin beklemtoont het in India duizenden banen te hebben geschapen met het assembleren van zijn smartphones. Hoofdverantwoordelijke Nikhil Gandshi van Tiktok India reageert op Twitter dat zijn bedrijf alle regels respecteert over privacy gegevens en geen gebruikersinformatie doorstuurt naar om het even welke regering ook niet die in Beijing.
Volgens een Brookings rapport bedragen de Chinese investeringen in India meer dan 26 miljard $. Een reeks van starters waarbij BigBasket, Snapdeal en Swiggy hebben fondsen ontvangen van Chinese investeerders. Enkel in 2018 investeerde Chinees durfkapitaal 5,6 miljard $ in Indische starters. De maatregel tegen China maakt hen duidelijk nerveus. Volgens Global Times lijkt het er op dat India zich opmaakt voor een langdurige strijd tegen China. Toch gelooft het blad niet dat de regio zich een langdurig militair conflict kan permitteren. Volgens een voorspelling van S&P Global Ratings zou de Indische economie dit jaar met 5% krimpen.
Investeringen
Tot 2014 bedroegen de Chinese investeringen in India officieel 1,6 miljard $. Het ging meestal om staatsbedrijven die actief waren in de infrastructuur. Gedurende de drie jaar daarna vervijfvoudigden de totale investeringen tot minstens 8 miljard $, aldus het MOFCOM. Daarna was een verandering merkbaar naar meer privé-investeringen. Volgens een gespecialiseerde studie is het mogelijk dat de officiële cijfers minstens voor 25% onderschat zijn. Voor wat de geplande en aangekondigde investeringen betreft ligt het cijfer volgends Brookings hoger dan 26 miljard $. Het gaat om voor 4,4 miljard ‘greenfield’ investeringen, aandelen in Indische bedrijven en de financiering van starters. Ongeveer 15 miljard $ bijkomend wordt gepland in infrastructuurwerken die nog niet vergund zijn. India is de grootste ontvanger van Chinese investeringen: het aandeel bedroeg 1,8% van de totale Chinese investeringen in het buitenland, 5,6% in 2019 en nu bedraagt het 7%.
Sinds 2000 was de Indische vraag voor Chinese uitrusting een driver in de bilaterale handel. Sany begon in 2002 machines uit te voeren en na tien jaar besliste het bedrijf 70 miljoen $ te investeren in een fabriek te Chakan nabij Pune. Vanaf 2016 had Sany 50 % marktaandeel in vrachtwagenkranen. Een andere vroege vogel was de concurrent van Sany, Liugong uit Guangxi die na tien jaar een fabriek bouwde in Madhya Pradesh. Ondertussen wordt deze fabriek voor 43 miljoen $ uitgebreid en is ze een zeldzaam voorbeeld van een Chinees bedrijf dat India gebruikt als uitvoerbasis naar Afrika en Zuid Azië. Staatsonderneming China Railway Rolling Stock Corporation kondigde in 2016 de vorming van een joint venture aan met een fabriek van 63 miljoen in Bavo. Het was het eerste buitenlands bedrijf dat een assembleelijn voor spoorweguitrusting opende in India. Het mocht ook metro en tramstellen leveren te Kolkata. Een ander staatsbedrijf is de China Railway Construction Corporation dat meedingt voor een contract om voor 3000 km autowegen te bouwen. Naar aanleiding van het recente grensconflict heeft minister van transport Nitin Gadkari verklaard dat Chinese bedrijven niet aan de bak zullen komen. Twee staalbedrijven hebben eveneens bedrijven opgezet in China: Xinxing Group dat in een joint venture werkt met meer meerdere Indische partners het andere is de Tsingshan Holding Group die ook werkt via een joint venture. Fosun kocht in 2017 voor meer dan 1 miljard $ 74% van Gland Pharma
Elektriciteit
Drie van de vier Indische elektriciteitsbedrijven gebruiken Chinese uitrusting. Grote exporteur van deze uitrustingsgoederen was TBEA dat tijdens de reis van Xi Jinping in 2014 beloofde in Guyana een speciale economische zone te zullen oprichten. TBEA investeerde 400 miljoen in de transformatoren fabriek in Gagaat en dat was een succes. Een ander initiatief van deze reis van Xi was een fabriek van autoproducent Beiqi Foton die echter flopte. Voor Shanghai Electric is India de grootste buitenlandse markt. Een van de grootste deals was de verkoop van 36 steenkoolcentrales aan Reliance Power in 2007. Shanghai Electric is ook een grote leverancier van Jindal Power en levert ook aan Haldia Energy. Het Chinese Dongfang Electric is een derde leverancier van uitrusting voor elektrische centrales en plant zijn eerste eigen fabriek waarin het over 5 jaar gespreid 2 miljard $ zal investeren. Sinds 2014 is er meer interesse voor wind- en zonne-energie. Sany heeft de Indische regering beloofd 3 miljard $ te zullen investeren in voor 20.000 MW wind-en zonne-energieprojecten. Longi Solar en de China Electronics technology Group Corporation investeren zwaar in Andhra Pradesh. Zoals gemeld was Beiqi Foton niet succesvol in de autosector maar SAIC investeert ook honderden miljoenen en BYD is van plan zowel elektrische auto’s en bussen in India te vervaardigen. Daarbij neemt het de Gold Stone Group uit Hyderabad als JV-partner;
In de sector van de consumentenelektronica maakt Haier koelkasten sinds 2007 en investeert in de bouw van nieuwe fabrieken. Concurrent Midea heeft 15 miljoen $ geïnvesteerd in een eerste fabriek te Pune. Zelfs vastgoedbedrijven als Wanda en CFLD wilden miljarden in het land investeren maar stootten op diverse hindernissen. Meest gevorderd in de vastgoedsector is Country Garden dat regionale kantoren opent in partnerschap met lokale partners.
Telecom
De Chinese smartphone producenten domineren de Indische markt: van de top 5 merken zijn er 4 Chinese OPPO, Vivo, Xiaomi en Huawei naast Samsung. Hun gecombineerde omzet in 2017-18 overschreed 7,2 miljard $. Hoewel Huawei de eerste was is Xiaomi de baanbreker. Xiaomi verkocht eerst online via lokale partnerschappen; later sloot het overeenkomsten met Foxconn en Hipad om lokaal toestellen te vervaardigen. Ondertussen heeft het 6 lokale fabrieken en wordt een zevende fabriek gepland naast 2000 winkels. Het heeft naar eigen zeggen 500 miljoen $ geïnvesteerd in meer dan honderd starters. Een ander succesverhaal is BBK Electronics dat de merken OPPO, Vivo en OnePlus vervaardigt. Oppo betrad de Indische markt in 2014 met een driejarenplan om 216 miljoen $ te investeren in een nieuwe fabriek, later volgde nog 350 miljoen bijkomend nadat de eerste op volle capaciteit draaide. Voor de komende 5 tot 10 jaar staan nog plannen op stapel voor een half miljard $. Vivo heeft een afzonderlijk vierjarig investeringsplan van 576 miljoen voor een nieuwe eenheid in Uttar Pradesh. Zowel Oppo en Vivo hebben O&O centra in India. Huawei was een van de eerste die India betrad met in de beginfase telecomapparatuur. Het heeft investeringen verricht die gericht zijn op lange termijn met zowel een O&O- centrum als een dienstencentrum in Bengaluru. In Delhi investeert het in een OpenLab project, ontvouwde een plan van 100 miljoen $ voor drie fabrieken en voor meer dan 1000 winkels.
Internetgroten
Alibaba en Tencent zijn toppers die samen al voor meer dan 3 miljard $ hebben geïnvesteerd in India. Alibaba investeerde in 2015 680 miljoen $ voor 40% aandeel in One97 Communications de holding van online betaaldienst Paytm dat in het land 300 miljoen gebruikers telt. In 2017 volgden nog eens bijkomend 177 miljoen. Paytm is geïntegreerd met AliCloud maar verduidelijkte aan het parlement dat de gegevens lokaal worden opgeslagen en niet worden gedeeld met de investeerder. Ander belangrijke investering is 500 miljoen $ die Alibaba met Softbank en Foxconn deed in e-commerce bedrijf Snapdeal . Door 146 miljoen $ werd Alibaba de grootste investeerder in BigBasket waarna nog 50 miljoen volgde in een online kleinhandel. Kwamen verder nog aan bod: 210 miljoen $ in voedselbedelingsdienst Zomato, 35 miljoen $ in logistieke dienst Xpressbees en 17 miljoen $ in online ticketdienst TicketNew. Weinig bekend is dat tot voor de recente verbanning de Alibaba UC-browser de meest gebruikte browser was in India.
Was Alibaba de baanbreker, gooide Tencent er nog meer geld tegenaan voor de uitbouw van zijn aanwezigheid: Het begon met 400 miljoen $ in auto oproepdienst Ola, gevolgd door 700 miljoen $ in e-commerce platform Flipkart toen de meest waardevolle Indische starter. Volgden 175 miljoen in Hike Messenger, 90 miljoen $ in gezondheidstarter Practo ennadien gevolgd door nog eens 55 miljoen, 40 miljoen in onderwijsapp Byju met nog eens 11 miljoen daarna. Tencent investeerde samen met Naspers 1 miljard $ in Swiggy, een concurrent van het door Alibaba gesteunde Zomato. Dit wordt nog vervolledigd door 100 miljoen in gamer Dream11Fantasy, 115 miljoen $ in muziek streaming dienst Gaana en 50 miljoen in nieuws aggregator Newsdog. De firma achter Jinri Toutiao en Douyin Bytedance maakte het meeste ophef. Bytedance investeerde 25 miljoen $ in nieuws aggregator Dailyhunt en scoorde vooral met Tiktok dat in India al meer dan 300 miljoen gebruikers telt.
Kortom de investeringen zijn zo talrijk en divers dat ze niet zomaar kunnen weggeveegd. Een boycot van Chinese producten zal China niet wezenlijk treffen: China voert maar voor 3% uit naar India terwijl 14% van de Indische invoer uit China komt, aldus Prof Biswajit-Dhar directeur van het Centre for WTO Studies aan het Indian Institute of Foreign Trade in Les Echos. India voert wel generische middelen uit naar de rest van de wereld maar de actieve bestanddelen zoals de antibiotica komen voor 70 % uit China. Een China boycot zou volgens de professor nadelig uitvallen voor India.
SCMP, techcrunch, orfonline.org, Global times, Financial Times