Ondanks ongunstige weersomstandigheden blijft de Chinese productie van graangewassen ook in 2022 stijgen. Dat is goed nieuws voor de voedselzekerheid in China en de rest van de wereld.
De productie van graangewassen bereikt in 2022 opnieuw een recordhoogte. De oppervlakte waarop geteeld werd nam ook iets toe. De productie per eenheid oppervlakte daalde licht omwille van extreme weersomstandigheden en een structurele verschuiving naar meer sojabonen, waarvoor China te invoerafhankelijk werd.
De productie van alle graangewassen samen steeg 0,5% tot 686,5 miljoen ton, een nieuw record.
Voor het achtste jaar op rij produceert men meer dan de 650 miljoen ton die door de regering als minimumdrempel voor de voedselzekerheid naar voor geschoven wordt. Dat betekent dat China opnieuw geen grootschalig beroep zal moeten doen op de wereldmarkt. Voor landen die wel van grootschalige voedselimport afhangen is dat met de huidige verstoorde markt en recordprijzen door monopolies goed nieuws.
De totale oppervlakte voor graangewassen steeg met 0,6% tot 118,3 miljoen hectare. Dat is iets meer dan 12% van het totale grondgebied. China beschikt per inwoner slechts over de helft van het wereldgemiddelde aan landbouwgrond. Vandaar dat de landbouwkwestie gedurende de hele geschiedenis van China cruciaal was. Het huidig behoud en zelfs lichte uitbreiding van het landbouwareaal voor graangewassen is een gevolg van een strikte overheidspolitiek.
De gemiddelde opbrengst per oppervlakte daalde met 0,1% tot 5,8 ton per hectare.
Gemiddelde verhult uiteenlopende tendensen
Het gemiddelde verhult echter uiteenlopende tendensen. De Chinese statistieken klasseren onder graangewassen ook enkele andere teelten, voornamelijk soja, die eigenlijk geen granen zijn. Voor de echte granen daalde de bewerkte oppervlakte en steeg het rendement. Soja zorgt er echter voor dat het gemiddelde net omgekeerd evolueert.
De echte granen ( rijst, tarwe, sorghum, maïs en dergelijke) brachten 633 miljoen ton op. Dat gaf een marginale toename van een half miljoen ton, ondanks een vermindering van de bebouwde oppervlakte met 0,6% tot 99,2 miljoen hectare. Dat komt neer op een opbrengst per hectare die met 1% stijgt is, tot 6,3 ton.
Toch is de gemiddelde opbrengst per hectare voor alle graangewassen in de statistiek gedaald, doordat maïs met hoge opbrengst gedeeltelijk vervangen is door sojateelt. Dat is een door de overheid gewenste structurele verschuiving, die samenhangt met de te sterke afhankelijkheid van invoer van sojabonen.
Positieve en negatieve factoren
De opbrengsten werden negatief beïnvloed door de weersomstandigheden. De herfstregens hebben de oogst van wintertarwe vertraagd. De hitte in het zuiden van China had invloed op de rijstopbrengst. De omikron variant van Covid-19 heeft voor verstoringen gezorgd.
De toenemende rendementen zijn te kaderen in het streven van de overheid naar hoogwaardige gronden waar op grotere schaal aan gemechaniseerde landbouw kan gedaan worden.
Boeren in het Zuiden van China kregen ook 40 miljard yuan ( 5,7 miljard euro) subsidies om rijst te blijven verbouwen in plaats van over te schakelen op meer winstgevende teelten zoals groenten.
Tot voor kort zag men braakliggende percelen doordat de boer naar de stad was gaan werken. Dit fenomeen is aan het keren. Er zijn op het platteland nu talrijke bedrijven die in loondienst land bewerken voor boeren die dat zelf niet meer kunnen of willen. Dat maakt van die boeren moderne ondernemers.
Bron: China Daily