Het purperen paviljoen van Japan, dat er uitziet als een soort hart met uitstulpingen en holtes, wil de harmonie uitdrukken tussen het hart en de nieuwe technologieën. Het paviljoen, dat diverse ecologische technieken aanwendt, is onderverdeeld in 3 delen die respectievelijk verleden, heden en toekomst belichten van de mens die in harmonie leeft met het milieu.
Het Japans paviljoen is 6000 m² groot en 24 meter hoog. Het is daarmee niet alleen het grootste dat de Japanners bouwden voor de expo, maar ook een van de grootste gebouwen op deze wereldtentoonstelling. De Chinezen noemen het de paarse zijdeworm. Paars werd gekozen als de synthese van het vurig rood en het hemels blauw. Het ziet eruit als een ademend organisme, bedekt met een membraan waarin zonnecellen verborgen zitten. Antennes steken uit en holtes spelen een rol bij het koel houden van de temperatuur, het aanleveren van regenwater en de luchtcirculatie. In zones waar bezoekers moeten wachten, wordt een verfrissende mist verspreid. Overigens combineert het Japanse paviljoen Japanse wijsheid inzake het leven in harmonie met de omgeving – zoals ‘ennoshita’ de ruimte onder veranda’s en ‘uchimuzu’ het besprenkelen van handen met water om de hitte te verminderen- met de allernieuwste technologische snufjes.
De tocht begint dus in het verleden en herinnert aan de vriendschap tussen China en Japan, vooral onder de Tangdynastie. Je loopt doorheen een gang met schermen die een eigentijdse versie projecteren van muurschilderijen uit die tijd en waarop ook het ‘Nishijin’ weven van toen wordt getoond. In een tweede zone zie je hoe de Japanse cultuur doorheen de 4 jaargetijden focust op het leven met de natuur. Op het eind van de roltrap beland je in de lente met de sakura (Japanse kerselaar) met daaronder een theeceremonieruimte en je ervaart hoe de Japanners genieten van de seizoenswisselingen. Iets verderop komt een Cultureel Erfgoedproject aan bod waarbij Canon levensgrote beelden brengt van deze stukken waardevol cultureel patrimonium.
In het tweede deel wordt met foto’s en video’s ook het leven van de Japanse stadsbewoners getoond. Dan is het de beurt aan de milieu-items water en zero-uitlaatstad. Bij het thema water worden enerzijds technieken geïntroduceerd die toelaten afvalwater om te vormen tot drinkwater en anderzijds ook methodes om zeewater te ontzilten. In de ruimte over de stad zonder stikstofuitstoot worden 20 technieken behandeld zoals elektrische voertuigen, de vloer die energie voortbrengt door voetstappen, thuiseenheid brandstofcel, het venster dat elektriciteit opwekt, spaarlampen, … . Technologie alleen kan echter niet alle problemen oplossen: in een volgende ruimte wordt getoond dat connecties en samenwerking tussen mensen essentieel zijn om hun uitvindingen te laten renderen. In een derde ruimte staat de Japanse ibis centraal: Japan en China werken samen bij de bescherming van deze bedreigde vogelsoort. Een show vindt plaats in een traditioneel houten theater waarin beoefenaars van Noh (Japan) en Kunqu (China) samenwerken. Daarop volgen futuristische technologieën zoals robotica en videobeelden op reuzenschermen zoals je ze nooit voorheen zag. Canon stelt voor de eerste keer zijn ‘Wondercamera’ voor; Toyota toont robotten die kunnen vioolspelen. Panasonic heeft een wand ontworpen met een plasmascherm van 10 meter breed dat de gebruiker vanop afstand met gebaren kan controleren, Toyota komt ook met ‘i-REAL’, een oplossing die het individu toelaat vrij te reizen met een minimum aan energieverbruik.
Het thema van harmonie tussen China en Japan en de harmonie tussen natuur, mens en technologie zal de Chinezen zeker aanspreken. Vermelden we nog dat China Japans belangrijkste handelspartner werd en Japan China’s derde.
Japans Paviljoen presentatie (7 min)