Waarom China als bedreiging gezien wordt in het Westen, maar niet in rest van de wereld (opinie)

Marc Vandepitte* schrijft : ‘Voor wie een heldere introductie wil over China is de podcast van de bekende econoom en auteur Jason Hickel een prima aanrader. Wij bieden als teaser een korte samenvatting aan.

Een jongetje maakt een schets van een beeld van een python in een tentoonstelling voor het Jaar van de Slang 2025, gehouden in het Natural History Museum van China in Beijing. Foto Xinhua/Chen Zhonghao disclaimer

Op ChinaSquare namen wij vorige week een artikel van Jason Hickel op over de instemming die de specifieke democratie van China geniet bij de bevolking van dat land. Marc Vandepitte biedt ons in DeWereldMorgen een volgende kans om deze publicist te leren kennen.

China komt steeds vaker in het vizier van westerse politici en media en volgens Jason Hickel is dat geen toeval. Het land vormt een bedreiging voor de wereldorde, niet omdat het agressief is, maar omdat het bewijst dat een alternatief voor het kapitalisme werkt. China bedreigt niet de vrede, maar wel de winstmarges van het Westen.

China hertekent de spelregels

In deze schitterende podcast legt Jason Hickel uit waarom het Westen zo zenuwachtig wordt van China. Dat is niet omdat het land massaal militaire bases bouwt of oorlogen ontketent, want dat is niet het geval, maar omdat het aantoont dat economische ontwikkeling mogelijk is buiten het westerse model van vrijemarktkapitalisme.

China toont dat je als land rijker kunt worden zónder je sociale voorzieningen af te bouwen of je economie volledig te privatiseren. En dat is volgens hem een gevaarlijk voorbeeld in de ogen van wie gebaat is bij de status quo.

Van kolonie tot revolutie

Tot in de 18de eeuw was China één van de rijkste landen ter wereld. De Opiumoorlogen en westerse koloniale overheersing brachten daar brutaal verandering in. Groot-Brittannië en andere imperialistische machten gebruikten drugshandel en ongelijke verdragen om China economisch te onderdrukken.

Geen enkel land heeft zo snel zoveel mensen uit extreme armoede gehaald.

De revolutie van 1949, onder leiding van Mao Zedong, was een antwoord op die eeuwenlange vernedering. Onder Mao kende China enorme sociale vooruitgang: de levensverwachting verdubbelde, de armoede daalde, vrouwen kregen rechten, gezondheidszorg en onderwijs werden uitgerold tot in de kleinste dorpen.

Het was één van de grootste en snelste sociale ontwikkelingen in de moderne geschiedenis, ondanks tragische misstappen zoals de Grote Sprong Voorwaarts (1958-1961). Deze bracht hongersnood, maar tegelijkertijd werd er gewerkt aan infrastructuur, alfabetisering en volksgezondheid. Geen enkel land heeft zo snel zoveel mensen uit extreme armoede gehaald.

Hickel benadrukt dat het belangrijk is om het hele plaatje te zien.


Jason Hickel. Foto: Ana Guterres, Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0

Mao’s erfenis en Dengs koerswijziging

Hoewel de sociale prestaties onder Mao indrukwekkend waren, maakte China na zijn dood een scherpe bocht. Onder Deng Xiaoping werd het land gedeeltelijk geïntegreerd in de wereldeconomie. Buitenlandse bedrijven kregen toegang, staatsbedrijven werden geprivatiseerd, en de sociale ongelijkheid steeg snel.

De arbeidsomstandigheden verslechterden en de inkomensongelijkheid explodeerde. De droom van een egalitaire samenleving maakte plaats voor een economie waarin winst vooropstond.

Toch hield de Chinese overheid altijd een belangrijke mate van controle. De grote banken bleven in publieke handen. Strategische sectoren zoals infrastructuur, energie en zware industrie bleven onder staatscontrole. Industriële planning bleef een belangrijk beleidsinstrument.

China laat zien dat je je economie ook anders kan organiseren: collectiever, socialer, en doeltreffender

Dat maakte het mogelijk dat China in een volgende fase opnieuw meer collectieve doelen kon nastreven. Onder Xi Jinping zien we die trend: meer herverdeling, meer aandacht voor duurzaamheid, en een harde aanpak van overmatig winstbejag.

De echte bedreiging: economische soevereiniteit

Het Westen vreest China niet vanwege bommen of raketten. Het vreest China omdat het land een vorm van economische autonomie ontwikkelde. Waar het Westen landen dwingt tot liberalisering en schuldenpolitiek via het IMF en de Wereldbank, ontwikkelt China zich op eigen voorwaarden.

En met succes. Dankzij staatsplanning en strategische investeringen is China vandaag wereldleider in sectoren als hernieuwbare energie, elektrische voertuigen, AI en hogesnelheidstreinen. China, aldus Hickel, laat zien dat je je economie ook anders kan organiseren: collectiever, socialer, en doeltreffender.

China houdt zich niet bezig met militaire expansie. In tegenstelling tot de VS, met zijn 750 militaire basissen wereldwijd, heeft China er slechts één, in Djibouti. De prioriteiten liggen elders: economische opbouw, binnenlandse stabiliteit en technologische vooruitgang.

militaire omsingeling China

Militaire omsingeling van China. De bolletjes zijn militaire basissen van de VS. De pijlen zijn geplande afstandsraketten.

In Afrika, Azië en Latijns-Amerika merken steeds meer landen dat China een alternatief biedt voor het westerse ontwikkelingsmodel. Niet zonder problemen, maar wel zonder de neoliberale dictaten die decennialang hele economieën verlamden.

Hoe China de klimaatstrijd aanvoert

In het klimaatdebat krijgt China vaak de rol van slechterik toegewezen. De cijfers tonen een ander verhaal. China is niet de grootste historische vervuiler: die titel komt met voorsprong toe aan de VS en Europa.

Meer nog: China is koploper in de uitrol van zonne- en windenergie. In 2023 installeerde het meer capaciteit dan de rest van de wereld samen. Dat is geen toeval, maar het resultaat van centrale planning en publieke investeringen.

Waar het Westen blijft hangen in subsidies voor fossiele brandstoffen, investeert China in een groene toekomst

Ook op vlak van openbaar vervoer en elektrificatie van het wagenpark loopt China voorop. De meerderheid van de elektrische bussen en e-auto’s wereldwijd rijdt rond in China. Tevens investeert het land massaal in treinverbindingen en vermindert het luchtverkeer.

China bouwt bovendien aan een circulaire economie. Het is wereldleider inzake recyclage van zonnepanelen, batterijen en elektronica. Waar het Westen blijft hangen in subsidies voor fossiele brandstoffen, investeert China in een groene toekomst.

Is China kapitalistisch of socialistisch?

Volgens Hickel kunnen we de geschiedenis van China opdelen in drie fasen. De Mao-periode was klassiek socialistisch. De periode onder Deng bracht kapitalistische elementen binnen, met zware sociale gevolgen.

Maar sinds Xi Jinping schenkt men opnieuw meer aandacht voor sociale herverdeling. Denk aan het beperken van miljardairs, het hernationaliseren van diensten, en de grootschalige armoedebestrijding. Hickel ziet dit als een heroriëntatie naar het socialisme, binnen een complexe hybride structuur.

China is geen klassiek socialistisch land, maar evenmin een vrije markt

Dat maakt dat je China moeilijk in een hokje kan stoppen. Het is geen klassiek socialistisch land, maar evenmin een vrije markt. Eigenlijk is het een hybride systeem waarin staat en markt naast elkaar bestaan — onder leiding van een sterk georganiseerde partij die er een duidelijke visie op nahoudt.

Imperialisme?

Critici beschuldigen China van een nieuw imperialisme, vooral via het Belt and Road Initiative (de nieuwe Zijderoute). Maar Hickel wijst erop dat China geen militaire bases uitbaat in het buitenland, geen neoliberale voorwaarden oplegt bij leningen, en geen structurele overheersing nastreeft zoals het Westen deed (en doet).

De nieuwe Zijderoutes. Kaart: Iran International https://www.iranintl.com/en/202201234628

Volgens marxistische definities van imperialisme — zoals bij Lenin of Utsa Patnaik — is China dan ook geen imperialistische macht, maar eerder een uitzondering op het westerse model.

Bovendien blijkt uit meerdere studies dat China vaak leningen herstructureert of kwijtscheldt als landen in betalingsproblemen komen. Iets wat je bij het IMF of de Wereldbank zelden ziet.

De kern van het probleem

China daagt het Westen uit op het terrein waar het het kwetsbaarst is: ideologisch. Het toont dat vrijemarktkapitalisme geen natuurwet is. Dat je met publieke banken, centrale planning en sociale programma’s niet enkel armoede kan verminderen, maar ook technologische innovatie kan stimuleren.

China houdt niet alleen een spiegel voor, het toont ook dat het anders kan

Net daarom is China een bedreiging voor de westerse elite, en niet voor de bevolking van de wereld. Want China houdt niet alleen een spiegel voor, het toont ook dat het anders kan.

Tijd voor een eerlijk debat

Hickels podcast is geen pleidooi voor kritiekloze bewondering van China. Jason Hickel is niet blind voor de problemen die het land kent. Volgens hem zijn bestaande socialistische experimenten ’tot op zekere hoogte geslaagd, maar ook tot op zekere hoogte mislukt, geconfronteerd met zeer reële materiële moeilijkheden en tegenstrijdigheden die ze stapsgewijs hebben geprobeerd te overwinnen’.

Maar wie alleen de problemen benadrukt, zonder te kijken naar de structurele alternatieven die China ontwikkelt, mist het grotere plaatje. En het komt er vooral op aan om uit zo’n historisch proces lessen te trekken, om te zien wat wij ervan kunnen leren.

Het debat over China wordt vaak vertroebeld door simplistische tegenstellingen: democratie versus dictatuur, vrijheid versus controle. Maar het echte verhaal is complexer. Het gaat over welke economische modellen we willen.

Durven we een toekomst voor te stellen waarin publieke planning, sociale rechtvaardigheid en ecologische duurzaamheid centraal staan? China bewijst dat het niet alleen wenselijk, maar ook haalbaar is.

De volledige podcastaflevering met Jason Hickel is te beluisteren via Upstream: China: A Socialist Introduction.

Het volledig transcript van deze podcast vind je hier.

Jason Hickel is een bekende antropoloog. Hij heeft zowel de Britse nationaliteit als die van Eswatini waar hij is geboren en opgegroeid. Zijn specialismen zijn politieke economie, ongelijkheid en ecologische economie. Hickel doceert aan een aantal prestigieuze universiteiten, onder andere in Barcelona en Londen.

Marc Vandepitte is een publicist gespecialiseerd in het thema internationale betrekkingen, met een focus op (o.a.) Latijns-Amerika, Cuba en China.