Kerry in China: wil en kan hij samenwerking rond het klimaat verzoenen met de koude oorlog tegen China?
Bij het bezoek van de Amerikaanse gezant voor het klimaat John Kerry aan China zullen velen de hoop koesteren dat de VS en China voor, tijdens en na COP 28 gaan samenwerken tegen de opwarming van het klimaat, waarvan de wereld speciaal tijdens deze zomer zulke alarmerende signalen krijgt.
De man met twee opdrachten
Zoals bekend heeft Kerry nog een tweede opdracht: hij moet proberen zijn Chinese gesprekspartners ervan te overtuigen dat de VS oprecht de bedoeling heeft om ook de oververhitte spanningen tussen de twee landen te laten afkoelen.
Dat de VS en China in staat zijn om, met goede wil van beide kanten, tot overeenstemming te komen is, volgens Xinhua journaliste Shi Xiaomeng bewezen bij de realisatie van het Klimaatakkoord van Parijs 2015. Daar hebben Beijing en Washington samen gezorgd voor het ultieme duwtje in de rug. Dat de VS bereid is om de ontspoorde betrekkingen met China weer op de rails te zetten zou moeten blijken uit toezeggingen die president Biden aan zijn collega Xi deed in Bali, november 2022. Dat leek ook de boodschap verpakt in de bezoeken van twee Amerikaanse ministers aan Beijing, Antony Blinken van Buitenlandse Zaken en Janet Yellen van Financiën.
Twijfels
Chinese en internationale waarnemers hebben echter redenen om te betwijfelen dat de VS en China nader tot elkaar kunnen komen, en eigenlijk is dat dramatisch zowel voor het afwenden van een gewapend conflict als van een mondiale klimaatramp. Ma Jun, de bekende directeur van het in Beijing gevestigde Institute of Public and Environmental Affairs, zegt aan de Global Times: ‘… het is moeilijk te zeggen hoeveel concrete vooruitgang kan worden geboekt, aangezien er nog steeds grote onzekerheden en weinig vertrouwen zijn tussen China en de VS’ en ‘we maken ons bijvoorbeeld grote zorgen over de wispelturigheid van de VS over klimaatkwesties vanwege hun eigen binnenlandse politieke strijd.’
Feiten zijn feiten
De feiten kunnen nu eenmaal niet ontkend worden. Zowel na Bali als na Blinken hebben de Verenigde Staten de handelsoorlog, de chipsoorlog, hun sancties en inmenging rond Taiwan, Hongkong, Xinjiang en Tibet voortgezet. Washington is doorgegaan met de militaire omsingeling van China en het ronselen van bondgenoten daarbij. De marine en de luchtmacht van de VS blijven – onder doorzichtige voorwendselen – provoceren tot vlak bij de kusten van de Volksrepubliek.
NAVO en cyberaanvallen
Het Communiqué dat de NAVO, onder leiding van de VS, uitgaf op zijn top in Vilnius bevatte de bekende, maar onbewezen beschuldigingen dat China de belangen, veiligheid en waarden van NAVO-landen zou bedreigen en een ‘systemische uitdaging’ voor de organisatie vormen. Bloomberg meldde dat na de NAVO-top de Veiligheidsraad van de Verenigde Staten Microsoft en enkele West-Europese staten heeft ingeseind dat Chinese hackers via zwakke plekken in de beveiliging van Microsofts cloudcomputing cyberaanvallen zouden hebben uitgevoerd op hun niet openbare e-mailaccounts, alweer louter beweringen.
Klimaat en koude oorlog
Er is een zet van Washington waarbij de twee kwesties – de betrekkingen met China en de noodzaak tot samenwerking rond het klimaat – op wel zeer ironische wijze samenkomen. Op 23 maart is er een wetsontwerp ingediend met een naam die er niet om liegt: Keep China Out of Solar Energy Act, de wet om China buiten de zonne-energie te houden dus. ‘Dit wetsvoorstel verbiedt federale aanschaf van zonnepanelen die in China zijn vervaardigd of geassembleerd’. Maar er is meer: vijf dagen geleden heeft ‘de Amerikaanse douane en grensbescherming naar verluidt Longi-zonnemodules die gemaakt zijn met Tongwei-polysilicium uitgesloten van toegang tot de Amerikaanse markt, volgens een recent industriebericht van Roth Capital Partners’, zo meldt PV-magazine, het vakblad van de photovoltaic (PV) sector, de industrie van de zonnepanelen. Het blad vervolgt: eerst zou invoer uit de regio Xinjiang in China, verantwoordelijk voor iets minder dan 50% van de wereldwijde productie, de toegang worden ontzegd. Het was echter onduidelijk of andere Chinese leveranciers buiten de regio met soortgelijke controles en marktverboden te maken zouden krijgen’. Het voorwendsel hier is het verhaal over dwangarbeid in de Autonome Regio van de Oeigoeren Xinjiang dat Washington al een paar jaar laat verspreiden zonder het te kunnen hard maken. Bewijs zoeken hoeft blijkbaar helemaal niet want het getroffen bedrijf Tongwei, in 2022 grootste leverancier van polysilicium ter wereld, … is niet aanwezig in de regio Xinjiang’.
Wat wil Kerry?
Zou John Kerry echt geloven dat hij zijn Chinese gesprekspartners in deze omstandigheden kan overtuigen dat Washington bereid is om de relatie met China te verbeteren en samen het klimaat aan te pakken? Niets is onmogelijk, misschien is de politicus die minister van Buitenlandse Zaken onder Obama was een ‘mens van goede wil’. Hij maakt naar het schijnt een sympathieke indruk, als ‘een diplomatisch en goedgemanierd man’, op zijn Chinese collega Xie Zhenhua. Kerry heeft ook ideeën die op het eerste gezicht redelijk overkomen: ‘Hoe kunnen we onze wereldwijde klimaatdoelen bereiken zonder dat Beijing met ons samenwerkt? Niet! Zo simpel is het‘ zegt hij in een interview (op YouTube) met MSNBC. Zijn tactiek: ‘laten we de klimaatkwestie losmaken van de tegenstellingen tussen onze beide landen’.
en wat mag hij doen of beloven?
Bij nader inzien dringen deze vragen zich op: hoever zou Kerry mogen gaan van een Amerikaanse elite die erop gebrand is de ontwikkeling van China met alle middelen tegen te houden en waarvan velen nog steeds klimaatontkenners zijn? Is hij niet vooral een pion die Washington inzet om zijn missie te laten mislukken en de schuld aan China te kunnen geven?
De druk van de VS
Bovendien verhult de Amerikaanse klimaatgezant niet dat hij eigenlijk gekomen is om ook op dit terrein namens zijn regering druk uit te oefenen op Beijing. Ook dat behoort tot zijn opdrachten. De nationale veiligheidsadviseur Jake Sullivan liet aan CNN weten dat Kerry China moet ‘beletten zich te verschuilen achter de status van ontwikkelingsland’.(In maart nam het Huis van Afgevaardigden een wet aan dat China niet langer als een ontwikkelingsland moet worden gezien). Waarnemers voorzien dat Washington zal proberen Beijing extra verantwoordelijkheden op te dringen en meer ambitieuze doelstellingen aan te nemen dan het op dit moment al kan waarmaken op het gebied van de terugdringing van steenkool en methaangas. Nochtans maakt China werk van een grote uitdaging: de realisatie van zijn toezeggingen over de afvlakking van de CO2-uitstoot tegen 2030 en de CO²-neutraliteit tegen 2060, en komt er in het land een ecologische en biodiverse beschaving tot stand.
De druk van de wereld
In de huidige situatie zal het dus toch wellicht onmogelijk blijken het koude oorlogsoffensief van de VS te scheiden van de klimaatkwestie. In dat geval zou het de beste weg voor China kunnen zijn om, net zoals in de zaak van de westerse sancties rond Oekraïne, meer te mikken op zijn betrekkingen met andere derdewereldlanden dan op die met de Verenigde Staten. Ook in Verenigde Naties bestaat er een kans om juist Washington te sturen: weg van het conflictmodel en in de richting van een wereldwijde solidariteit rond de klimaatcrisis. De Britse Chinakenner Keith Lamb ziet hier een uitweg voor de dilemma’s ‘ontwikkeling versus klimaat’ en ‘klimaat versus koude oorlog’. Hij schrijft : ‘Het Global Development Initiative (GDI) probeert een impuls te geven aan de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling voor 2030, waaronder zowel armoedebestrijding als milieubescherming vallen. Sinds mei 2023 heeft China 46 Zuid-Zuid-samenwerkingsdocumenten over klimaatverandering ondertekend met 39 ontwikkelingslanden. Er zijn ook 52 Zuid-Zuid-samenwerkingstrainingen over klimaatverandering geweest…China heeft 1 miljard dollar toegevoegd aan de bestaande 3 miljard dollar voor hulp bij Zuid-Zuid-samenwerking…Het GDI staat open voor iedereen, en de VS zouden zich moeten aansluiten bij dit initiatief, dat klimaatverandering in de juiste context plaatst: die van de mondiale ontwikkeling, (die overigens op haar beurt niet kan worden bereikt zonder duurzame vrede)’.
Stephen Ndegwa, directeur van South-South Dialogues, een in Nairobi gevestigde denktank, denkt in dezelfde richting. ‘China is al meer dan een decennium ’s werelds grootste en snelst groeiende producent van hernieuwbare energie, wat voldoende bewijs is van zijn inzet om klimaatverandering tegen te gaan. Maar zijn acties hebben de steun van zijn tegenhanger nodig om de grootschalige impact te hebben die wetenschappers, milieuactivisten en industriëlen voor ogen hebben.’
Bronnen: cop28.com, Xinhua, unfccc.int (klimaatwebsite VN), DeWereldMorgen, Friends of Socialist China, Reuters, USCongress.gov, npr.org (openbare radio in de VS), PV-Magazine.com, YouTube, Global Times, CGTN