Wanneer de VS alles willen doen om Chinese mijnbedrijven uit het land te verjagen
Op 20 december zijn er verkiezingen gepland in Congo. Op de eerste dag van de kiescampagne kreeg president Tshisekedi het bezoek van een zeer hooggeplaatste regeringsdelegatie uit de VS. Hun voornaamste bekommernis: de Chinese mijnbedrijven uit Congo jagen.
Een analyse van Tony Busselen
Tony Busselen is auteur van “Congo voor beginners, EPO 2010” en schrijft geregeld over de Congolese crisis in verschillende publicaties. (Tony.Busselen@gmail.com)
Op maandag 20 november, de officiële startdag van de kiescampagne, streek een vliegtuig neer in N’Djili, de luchthaven nabij Kinshasa. Aan boord bevond zich een zeer hoge regeringsdelegatie uit de VS, geleid door Avril Haines. Mevrouw Haines is misschien minder bekend dan Staatssecretaris Blinken, maar ze is een minstens even belangrijk lid van de regering Biden. Als “Director of National Intelligence” staan de 17 verschillende inlichtingendiensten van de VS onder haar leiding. Aan haar zijde in Kinshasa stond Molly Phee, onderstaatssecretaris voor Afrika, de hoogste verantwoordelijke van het State Department (ministerie van Buitenlandse Zaken) voor Afrika.
Drie uur lang vergaderden deze twee hoge verantwoordelijken, samen met de Amerikaanse ambassadeur in Congo, met president Tshisekedi, achter gesloten deuren in een presidentieel salon van de luchthaven. Na deze vergadering vertrok de delegatie terug naar Kigali, waar ze vandaan kwamen, om er nog eens te spreken met de Rwandese president Kagame.
Wat kwam zo’n uitzonderlijk hoge delegatie bespreken met president Tshisekedi op zo’n cruciaal ogenblik als de eerste dag van de kiescampagne?
De Congolese pers kwam niets te weten en kon enkel speculeren, maar de Amerikaanse nieuwswebsite Politico informeerde zich in Washington en publiceerde tien dagen later een artikel over het hoge bezoek. “Oorlogen in Oekraïne en tussen Israël en Hamas destabiliseren nu al hele regio’s en zetten mondiale allianties onder druk. Een conflict tussen Congo en Rwanda kan gemakkelijk overslaan naar andere delen van Afrika. Het zou ook de Amerikaanse inspanningen kunnen ondermijnen om China op het continent tegen te gaan”, zo luidt het.
Even verder verduidelijkt Politico wat de hoofdzorg voor de VS in centraal Afrika is: “De ontmoeting met Haines komt op een moment dat Washington China probeert te counteren in Afrika. Congo herbergt ongeveer 70 procent van de kobaltreserves in de wereld en China is de grootste producent. Beijing is de grootste handelspartner van Kinshasa en heeft vanaf de jaren 2000 belangrijke mijnbouwrechten verworven. Door de controle over de markt heeft het land een grote voorsprong op de VS in de race om cruciale onderdelen voor batterijen van elektrische voertuigen.”
Een vredesplan of …
“Een oorlog in Congo zou de inspanningen van Washington bemoeilijken om het land weg te trekken van China en meer toegang te krijgen tot zijn kritieke mineralen voor elektrische voertuigen en andere geavanceerde technologieën”, zo herhaalt Politico. Na 25 jaar oorlogsellende, oogluikend aangemoedigd door de VS, zou bij een nieuwe opflakkering van de oorlog de woede van de Congolese bevolking zich inderdaad tegen de VS kunnen richten. Haines zou beide presidenten een vredesakkoord hebben voorgelegd, en beide leiders zouden ermee hebben ingestemd, aldus de Amerikaanse nieuwssite.
Waar dat vredesplan uit zou bestaan blijft echter onduidelijk.
President Tshisekedi zou enkel akkoord kunnen gaan met zo’n plan als dat zijn herverkiezing zou garanderen. Dit laatste is voor de VS zeker een mogelijke optie, want Tshisekedi bleek in het verleden dikwijls heel beïnvloedbaar door het Westen. Politico citeert Cameron Hudson, voormalig inlichtingenanalist voor Afrika bij de CIA: “Deze regering heeft in ieder geval al laten zien dat ze bereid is om de contracten met China te herzien”. Op 16 februari van dit jaar publiceerde de administratie van Tshisekedi inderdaad een zeer kritisch rapport over het China-contract.
En sinds zijn aantreding als president in januari 2019 profileerde Tshisekedi zich eerder al als zeer volgzaam ten aanzien van Uncle Sam. Onder begeleiding van de voormalige Amerikaanse ambassadeur brak hij zijn alliantie met Kabila en maakte hij Congo lid van de EAC (East African Community) waar landen als Kenya, Zuid-Soedan, Oeganda, Rwanda, Burundi en Tanzania deel van uitmaken. Vervolgens aanvaardde hij – eveneens onder luid applaus van de Amerikaanse diplomatie – de idee om troepen van de EAC te vragen om de opmars van de M23 te stoppen.
Maar eens op het terrein bleek dat deze troepen zich eerder vriendelijk opstelden tegenover de door Rwanda gesteunde M23, tot grote woede van de Congolese bevolking. Waardoor Tshisekedi zich verplicht zag aan de EAC te vragen zijn troepen terug te trekken, en zich opnieuw te richten tot de SADC (South African Development Community), waar landen als Zuid-Afrika, Namibië en Zimbabwe toe behoren, die niet zo geliefd zijn in Washington.
Met andere woorden, Tshisekedi blijkt op een aantal terreinen dan toch geen echte honderd procent betrouwbare partner van de VS te zijn. Ondanks zijn grote kritiek op het Chinese mijnbouwbedrijf Sicomines, gaf Tshisekedi tijdens zijn reis naar China in mei van dit jaar een interview aan de Chinese TV waarin hij afstand nam van de politiek van veroordeling en inmenging tegen China. En in augustus 2022, toen de M23 hun offensief begonnen, stuurde hij zijn minister van Defensie naar Moskou, wat zeer slecht viel in de Westerse hoofdsteden.
Vele waarnemers constateren dan ook dat de belangrijkste tegenkandidaat van Tshisekedi, Moise Katumbi, voormalig provinciegouverneur van Katanga en steenrijk zakenman, nu volop gesteund lijkt te worden vanuit de VS.
… voorbode van een crisis
Naarmate de verkiezingen naderen lijkt een grote crisis in Congo onafwendbaar. Sommige analisten voorspellen, tien dagen vóór de verkiezingsdatum, dat de verkiezingen nog zullen worden uitgesteld. Anderen zeggen dat de verkiezingen zullen doorgaan, maar dat ze zeer sterk gecontesteerd gaan worden. In beide gevallen dreigt een crisis te ontstaan.
Maar vooral als we de evolutie in het Oosten sinds het bezoek van Haines in aanmerking nemen, lijkt het zogenaamde Amerikaanse vredesplan helemaal niet gegarandeerd.
Vrijdag 8 december, twee weken na het bezoek van Haines, beloofde Tshisekedi nog dat “Kagame zou eindigen als Hitler”. En de M23, versterkt door nieuwe Rwandese troepen en huurlingen, veroverden diezelfde dag nog het stadje Mushaki, waardoor Goma opnieuw volledig geïsoleerd is en de stad van 2 miljoen inwoners het Kivumeer als enige bevoorradingsweg overhoudt.
Maandag 11 december publiceerde het Witte Huis in Washington een communiqué waarin ze meldden dat er van maandagmiddag tot donderdagmiddag een staakt-het-vuren zou worden opgelegd, gecontroleerd door de Amerikaanse inlichtingendiensten. Dinsdagavond was er van een staakt-het- vuren echter niets te zien.
Het lijkt erop dat de VS de crisis zien aankomen en zich als scheidsrechter willen opstellen, zodat ze hun hoofddoel – de aanwezigheid van China inperken – kunnen nastreven, ongeacht hoe de zaken uitdraaien.
Evolutie en stand van zaken van de Congolese mijnsector
- Onder het kolonialisme was de mijnsector stevig in handen van de Union Minière, vandaag Umicore. Het bedrijf haalde er superwinsten en bouwde er een echte staat-in-de-staat uit. Het bedrijf zal een sleutelrol spelen in de omverwerping van de regering Lumumba. In 1961 controleerde de Union Minière nog steeds een oppervlakte groter dan de helft van België.
- Op 28 mei 1966 stemt het Congolese parlement de wet Bakanjika die bepaalt dat “de Congolese grond en ondergrond toebehoort aan de Congolese staat”. Het jaar daarop zal de Union Minière genationaliseerd worden en nadien worden omgevormd tot de Gécamines. De grote Westerse mijnbedrijven mijden de komende decennia Congo en gaan elders investeren, namelijk in kopermijnen in Latijns-Amerika (Chili en Peru).
- Een verordening van 5 november 1982 voorziet in de liberalisering van de uitbating en commercialisering in de mijnsector. “De maatregel zal de opkomst mogelijk maken van een groot aantal creuseurs”, schrijft Gauthier De Villers. De de-industrialisering van de mijnsector begint dus op een ogenblik dat Mobutu nog steeds de nauwe bondgenoot van het Westen is. Het resultaat daarvan zien we al enkele decennia met de 150.000 tot 300.000 zelfstandige mijnwerkers, waaronder veel kinderen, die mineralen delven, dikwijls met de blote hand.
- In de jaren 1990 en 2000 zien de grote mijnbedrijven Congo nog steeds als een appeltje voor de dorst: de mijnen in Latijns-Amerika en Indonesië volstaan ruimschoots om aan de vraag naar koper en cobalt te voldoen. In Congo zullen de mijnconcessies gedurende de decennia rond de eeuwwisseling vooral het voorwerp zijn van speculatieve activiteiten. Concessies worden gekocht met het vooruitzicht dat ze in de toekomst met grote winst kunnen verkocht worden. De echte productie werd vooral overgelaten aan de creuseurs.
- In 2008 tekent de Congolese regering een groot contract met China waarbij de exploitatie van koper en cobalt wordt mogelijk gemaakt in ruil voor infrastructuurwerken. Tegelijk organiseert de regering de herziening van de 60 grootste mijncontracten die vóór 2006 werden afgesloten. Het blijkt dat geen enkel van deze contracten beantwoordt aan de internationaal geldende normen en zeer nadelig zijn voor de Congolese staat.
- Deze twee electroschokken zullen samenvallen met het begin van een industriële ommekeer. De koperproductie zal in 2022 niet minder dan 78 maal hoger zijn in vergelijking met de eindperiode van de Mobutu-dictatuur, voor cobalt is dat maal 23. Vooral Chinese mijnbedrijven investeren massaal en krijgen zo de Congolese mijnbouw grotendeels in handen. Glencore, met Anglo-Saksisch kapitaal, zal zich als één van de weinige westerse bedrijven nog toeleggen op productie in plaats van speculatie. Vandaag gebeurt 80% van de Congolese mijnbouw op industriële wijze.
- Maar anno 2023 is de ‘strijd om Afrika’ in volle gang: de Europese Unie en de VS proberen tegenwicht te geven aan de Chinese invloed in Afrika met een miljardenpakket aan investeringen. De Biden-regering wil een oude spoorlijn nieuw leven inblazen, die de Afrikaanse mijnbouwregio (in Katanga en buurland Zambia) verbindt met de Angolese haven Lobito aan de Atlantische Oceaan. In deze ‘Lobito-corridor’ worden nu honderden miljoenen dollars geïnvesteerd. Zo wil KoBold Metals, een Amerikaans mijnbouwtechnologiebedrijf, een grote kopermijn in Zambia openen om tegenwicht te bieden aan de Chinese dominantie, die dan ook gebruik zou maken van het nieuwe Lobito-corridorproject. Maar met de grote achterstand tegenover China in het achterhoofd willen de VS en de EU vooral een stevige vinger in de pap in de Congolese politiek, zodat ze de regering in Kinshasa kunnen aansporen om de Chinese invloed te beperken. Vandaar hun bekommernis voor ‘vrede’ en voor verkiezingen die naar (hun) wens verlopen.