Lettres de mon hutong

Het pas verschenen ‘Lettres de mon hutong’ vertelt de ervaringen van de Franse auteur Christophe Trontin in China. Het is een waardevolle concrete getuigenis over het leven in China en van de Chinezen. We laten de auteur zelf zijn boek presenteren.

Na zeven jaar Chinees leren in China, er rondreizen, diverse kleine business uitproberen, van dichtbij kennis maken met de inwoners (soms zelfs de inwoonsters) en met de administratie, dwalen tussen moderniteit en stukjes van de geschiedenis, verhuizen tussen ruime woningen en krappe studio’s, verkennen op de fiets of vanuit mijn baan als journalist bij ‘La Chine au present’, om nog maar te zwijgen van onverzadigbaar lezen, heb ik een gedetailleerde, zeer persoonlijke visie op China ontwikkeld.

‘ Parijse sinologen schrijven kolommen vol om het China met twee snelheden te veroordelen, het China van de ongelijkheden, de corruptie en het onrecht, van de verschrikkelijke ellende van mensen die geen stemrecht hebben. Klopt dat beeld wel?

Lee de sinoloog op het terrein, is op zijn roestige fiets gesprongen om China van onderaf te ontmoeten. Het idee was om gewoon per fiets te zwerven door Hebei, de halfwoestijnregio in het noorden van China die rond Beijing ligt, en een van de armste van het land is. Dan een blog maken over de ontmoetingen onderweg. Ontdekken en vertellen over het China van degenen die naast de groei zijn gebleven.’

Die ervaringen en onderzoek heb ik in deze zeven jaar in China (2008-2016) gedeeld met een kleine groep lezers in de vorm van min of meer wekelijkse verhalen. Ik vertelde meestal met enthousiasme en misschien een beetje overdreven aandacht voor detail, de wisselvalligheden van mijn taalkundige omschakeling.

Beetje bij beetje ontdekte ik achter de schermen het ongelooflijke verschil dat de realiteit van China vandaag scheidt van de zeer oppervlakkige termen die men in de pers en de meeste boeken aantreft om dit land te beschrijven op een manier die veel mensen schrik aanjaagt terwijl ze toch beweren het te kennen (terwijl alleen het onbekende beangstigt).

Mijn China is kalm, optimistisch, pragmatisch, gefocust, hardwerkend, aandachtig. Het vordert zonder haast naar een rustig leiderschap (waarvan ik hoop dat het respectvoller en productiever zal zijn dat van Uncle Sam).

‘Chinese recepten, of het nu gaat om koken, omgaan met de subprime-crisis in 2008-09 of de strijd tegen Covid-19, blijken dikwijls smakelijker , pragmatischer en effectiever dan de recepten die Washington aan zijn ‘bondgenoten’ oplegde. Zou een beetje sinisme de overdaad aan amerikanisme niet kunnen verlichten?’

Mijn boek is een bloemlezing van die ‘uitspraken en redevoeringen’ die poëzie en verrassing zocht en die verzamelde in alledaagse situaties, gegroepeerd op thema volgens een nogal willekeurige chronologie. Deze bloemlezing verdient (naar mijn mening) zijn plaats als middel om China te begrijpen.

‘In tegenstelling tot de toerist die tijdelijk buiten zijn eigen omgeving treedt, opteert de nomade voor blijvende ontworteling. Zuiver gezien is nomadisme daarom een reeks verzakingen. Afstand doen van een uitgestippelde toekomst, van de geborgenheid van de gezinscocon, van het comfort van het gebruik van de moedertaal… (…)
De echte nomade wordt herboren als een inboorling. Hij verslindt, assimileert, worstelt, past zich aan, wortelt. Verre van alleen maar het landschap te bewonderen, gaat hij erin op. Hij wordt er een van de samenstellende elementen van.’

Het resultaat van mijn inspanning is een lijvig boek dat ongetwijfeld de rationele, cartesiaanse lezer zal afschrikken, degene die direct ter zake komt en zoekt naar data, feiten en conclusies. Maar om aan de eisen van deze lezer te voldoen voel ik me niet bekwaam. Bovendien is er geen tekort aan onderzoekers, sinologen, experts in dit of dat om te borduren op het gebruikelijke vulgaat over China: ‘vervuiling-corruptie-vervalste cijfers over een economie die op instorten staat-geschonden mensenrechten-fanatiek nationalistisch expansionisme’.

Indien ik statistieken had verzameld, dan had ik zoals zij een radikale kritiek van de ‘officiële’ data (wanneer we het over China hebben, wordt deze term als ‘vervalst’ opgevat) moeten maken voordat ik uitlegde in welke zin ze moeten worden verdraaid. Dit is de methode van de Parijse sinologen, zij die absoluut willen dat China zich tot een ‘democratisch’ systeem bekeert:

‘Moeten we ons voorstellen dat China vol dankbaarheid de voor haar gereserveerde plaats in de kolenbunker van de Titanic zal aanvaarden? Vijfduizend jaar Chinese geschiedenis zou dus geen ander doel of ambitie hebben dan zich met de staart tussen de benen aan te sluiten bij de ‘universele waarden’ van het westerse kamp, waarden die zelfs niet altijd in praktijk worden gebracht? Een vijfde van de mensheid, demografisch bekeken nog altijd een jonge bevolking, sterk geworden door een rijke ervaring van moeilijkheden overwinnen, fier op zijn unieke cultuur en gedreven door een optimistisch elan, zou dus niets te bieden hebben aan de wereld noch aan zichzelf? Niets anders dan zich te conformeren aan een westers model waarvan de veroudering geprogrammeerd is?’

Ik gaf de voorkeur aan een geduldig onderzoek van dagelijkse aanwijzingen, aan nauwgezette kruiscontroles en deducties, aan het minutieus verzamelen van meningen en opmerkingen van mijn tijdgenoten , aan observatie van het dagelijks leven in verschillende delen van dit land dat zo groot is als een continent, aan de kritische analyse van alles wat anderen hebben gezien, gedacht, opgemerkt, en laat het aan de lezer over om conclusies te trekken waar die kunnen worden getrokken. Vandaar dat mijn uiteenzetting nogal lijvig is uitgevallen, met veel documentatie, en voortdurend beroep doet op auteurs van alle nationaliteiten en geloofwaardige statistieken.

De andere valkuil zou zijn geweest om de lezer te vermoeien met een academisch boek, vol met citaten en grafieken. Ik heb mijn best gedaan om dat niet te doen en een spontane stijl te ontwikkelen, ernst en humor af te wisselen, met levendige schetsen en meer algemeen historisch-geografische onderwerpen.

Ik hoop dat de baby die ik zo lang gedragen heb zijn plaats zal vinden op de planken van uw favoriete boekhandel en vandaar in uw persoonlijke bibliotheek, misschien zelfs op een dag in uw hart als vriend van China!

Christophe Trontin, Lettres de mon hutong, L’Harmattan 2022

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *