Li Keqiang: oproep tot samenwerking, integratie en vrede in Azië. UPD


De toespraak van Li Keqiang voor het Boao Forum for Asia was enerzijds een dringend appel aan de andere Aziatische landen en anderzijds een soort state of the union om die landen op de hoogte te brengen van hoe China ervoor staat.

Li Keqiang somde de sterke punten op van Azië: het continent met zijn 4 miljard inwoners levert een derde van de bruto productie in de wereld en telt een reusachtige beroepsbevolking. Azië wordt gestimuleerd doordat het een historische inhaalbeweging maakt. De premier plaatste daar de zwakke punten tegenover: een lage productie per hoofd van de bevolking, 700 miljoen mensen die nog steeds onder de armoedegrens leven, grote interne en externe uitdagingen. Voor hem zijn de antwoorden: gezamenlijke ontwikkeling, integratie en vredesinitiatieven. China kan en wil bij dat alles het voortouw nemen.

Azië samen tot ontwikkeling brengen

Li met een Taiwanese gesprekspartner

Li met een Taiwanese gesprekspartner

Voor een gemeenschappelijke inspanninggaf Li een positieve en een negatieve drijfveer: ze kan de vooruitgang van de afzonderlijke deelnemers vermeerderen (‘2 + 2 geeft dan meer dan 4’) en solidariteit is nodig om weerstand te bieden aan de productievermindering, inflatie, kapitaalsvlucht en devaluatie in sommige Aziatische landen en aan de onzekerheid die voortvloeit uit het beleid van sommige rijke landen. Dat laatste moest niet louter defensief worden gezien: de opbloei van Azië zou ook positief uitpakken voor de wereldeconomie.

Integratie is voor Li de toename van handel, de afstemming van infrastructuren en de uitwisseling van de nieuwste technologische mogelijkheden. Hij noemde de groei van de interne Aziatische handel van 1 biljoen (een miljoen maal miljoen) naar drie biljoen dollar de afgelopen tien jaar, maar zei erbij dat dit nog steeds minder is dan de onderlinge handel in de EU. Voor hem kan dat nog beter door versoepeling van de mogelijkheden om handel te drijven en te investeren. Voorbeelden van infrastructuren die op elkaar moeten worden aangesloten zijn: de spoor- en autowegen, het transport over water in de economische corridors Bangladesh-China-India-Myanmar en China-Pakistan, plus de aanleg van herlevende Zijderoutes over land en zee. De eerste minister hoopte op een spoedige lancering van de Aziatische Bank voor investeringen in de infrastructuur. Aziatische landen moeten verder ook leren van elkaar en kennis ruilen betreffende groene technologie en energie, milieubescherming, internet.

Het voorgaande is enkel compatibel met een vreedzame omgeving waarvoor landen samen de verantwoordelijkheid nemen. Als voorbeeld gaf Li de introductie 60 jaar geleden van de Vijf Principes van Vreedzame Co-existentie door China, India en Myanmar, volgens hem een geschenk aan de wereld, getuigend van ‘Oosterse wijsheid’. Zijn hedendaagse concrete voorbeeld was het werk aan een  gedragscode in de Zuid-Chinese Zee om te zorgen voor vrede, stabiliteit en de vrijheid van scheepvaart in het gebied.

Markt en volk

Het doel van ‘ongeveer 7,5%’ groei geeft ruimte voor bijstelling in twee richtingen. Het nieuwe jaar is volgens Li goed begonnen op de terreinen van de werkgelegenheid in de steden, individuele inkomens, bedrijfswinsten, inkomsten uit belastingen, stabiliteit van de prijzen, groei van het elektriciteitsverbruik en structurele aanpassingen. Anderzijds ziet hij de niet te ontkennen of onderschatten problemen waar het land mee worstelt en de vertraging van de groei, die volgens hem mede voorkomt uit de internationale economische situatie. De premier zegt dat Beijing niet weer een beroep zal doen op een massief stimuleringsbeleid voor de korte termijn. De overheid blijft echt streven naar een duurzame en gezonde economische ontwikkeling. Op basis van de afgesproken principes en met de mogelijkheden waarover ze beschikt om een goed beleid te voeren, kan de regering de risico’s en de uitdagingen aan, volgens de Chinese premier.

Shanghai en Hongkong samen sterk

Als grote troeven ziet hij de enorme Chinese markt en de aanzet tot groei die voortkomt uit de noodzaak om de kloof tussen de steden en het platteland te dichten en om de regio’s in het centrum, het westen en het noordoosten (60% van de bevolking) vooruit te laten gaan. Hindernissen zullen daarbij worden weggeruimd door de administratie te stroomlijnen en te decentraliseren, door een lijst van activiteiten waar overheidsbemoeienis uit den boze is. De proef met de Vrijhandelszone van Shanghai loopt verder en wordt herhaald in andere regio’s en de beurs van die stad zal intens gaan samenwerken met die van Hongkong.
De connectie Hongkong – Shanghai  is volgens waarnemers vrij spectaculair. China opent, zo voorzien zij, zijn financiële systeem voor de wereld: het zal voor het eerst investeerders in Hongkong de kans geven om aandelen te verhandelen van de effectenbeurs in Shanghai. Op die manier krijgen beleggers veel gemakkelijker toegang tot bedrijven die in Shanghai genoteerd zijn. Beijing zet meteen een stap voorwaarts op het pad van de internationalisering van zijn munt.  Chinese investeerders zullen dan weer meer dan 250 in Hongkong genoteerde aandelen kunnen verhandelen waardoor ze de internationale markt op kunnen.

Particulier initiatief voor dienstensector en binnenlandse vraag

Chinese-ConsumerEnkele kerndoelen van de regering zijn: de uitbouw van een adequate dienstensector, waarbij privékapitaal een rol mag spelen, de uitbreiding van de btw-hervorming naar de post, telecom en andere diensten, een nieuwe opvatting van ‘bevolkingsgerichte’ urbanisatie. De registratie van interne migranten afkomstig van het platteland in de steden, zal methodisch en geleidelijk worden aangepakt. Beijing blijft de grote infrastructuurwerken en een groene economie bevorderen.

Li Keqiang ziet de Chinese bevolking van 1,3 miljard mensen als de grootste consumentengroep en de grootste bron van vraag in de wereld. Die toenemende binnenlandse vraag, die samengaat met de verbetering van de levenskwaliteit, zal naar zijn inschatting de groei bevorderen. De overheid wil de bedrijfswereld aanmoedigen om ook hieraan bij te dragen, onder andere door fiscale voordelen: het midden- en kleinbedrijf kan aanspraak maken op een halvering van de belasting op zijn bedrijfswinsten. De grens hierbij van 60.000 yuan belastbaar jaarlijks inkomen wordt opgetrokken tot 100.000 yuan (11.000 euro). Kleine bedrijven krijgen ook voordelen zodat ze meer werknemers kunnen aannemen. De Chinese overheid wil op die manier en andere, zorgen voor toenemende inkomens, voor banen en voor een sociaal vangnet zodat de mensen zich geen zorgen moeten maken en ze niet moeten blijven sparen.

Bronnen: SCMP, BBC, Xinhua, CCTV, Financial Times

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *