Ligt de groene sleutel in China ?

China en de klimaatsverandering staan  in de actualiteit, zeker in de aanloop naar Kopenhagen. Daarom brengenwe dit  excellent artikel uit het najaar 2008,geschreven door Marc Bontemps en overgenomen uit het tijdschrift Ecolife opnieuw onder uw aandacht

INTERNATIONALE ANALYSE

Ligt de groene sleutel in China ?

Marc Bontemps

In augustus was het “al Peking” dat de klok sloeg. Ondertussen werden de schijnwerpers gedoofd, gingen ook de atleten van de Paralympics naar huis, en begint de infrastructuur die voor de Spelen werd gebouwd aan een volgend leven.
De Chinezen zijn in hun opzet geslaagd te tonen dat ze een wereldmacht zijn. Nu eens niet met wapengekletter of stoere verklaringen in de Verneigde Naties waar met overdonderende gratie, organisatietalent en topsport.
Toch zal ondertussen de smog weer het luchtruim van de hoofdstad domineren. En overmorgen zal het waterprobleem alsmaar acuter worden. Elders in de wereld zullen Chinese bedrijven nog actiever worden op de grondstoffenmarkten. De toekomstige groei hangt ervan af. Welk groeimodel de heersende klasse daarbij in gedachte heeft is niet altijd duidelijk. Veel investeringen wijzen op de aantrekkingskracht van het westers consumptiemodel. Maar hoe haalbaar is dat? Is een evenwichtige ontwikkeling mogelijk binnen de limieten van wat ons ecologisch systeem kan regenereren: de bio-capaciteit van deze planeet.
In een studie die naar aanleiding van de Spelen werd gemaakt analyseren Global Footprint Network, WWF-China en een Chinees onderzoekscentrum CCICED de opties. Op de webstek www.ecolife.be kan je de resultaten lezen.

De teneur is dat China mee de sleutel in handen heeft over hoe de rest van deze eeuw er economische en ecologisch zal uitzien: in China, en in de rest van de wereld.
Als het regime beslist de huidige weg verder uit te diepen zullen we wellicht -met z’n allen- de limieten overschrijden van wat deze aarde aankan: grondstoffen, met inbegrip van energie en water, afvalverwerking (remember WALL-E) , broeikasgassen, toxiciteit dreigen in snel tempo te worden aangetast. Prijzenspiralen, tekorten allerhande en een zwaardere druk op wereldwijde fenomenen als klimaatverandering zullen dan ons deel zijn, ginds, hier en overal.
Het belang van China is niet te onderschatten. Het is een groot land met veel inwoners. Grote delen zijn onherbergzaam en dun bevolkt. De ecologische druk op o.a. de Oostkust is genoegzaam bekend. Maar de problematiek reikt verder. Regio per regio kan de vergelijking gemaakt worden tussen hetgeen beschikbaar is aan natuurlijke rijkdommen en de Ecologische Voetafdruk waarop beslag wordt gelegd. Nu al hebben 26 van de 31 Chinese regio’s een Ecologische Voetafdruk die groter is dan hetgeen in de betrokken regio beschikbaar is. Deze cijfers zijn nieuw, ze hoeven niet te verwonderen. In de Westerse wereld is de scheeftrekking tussen wat beschikbaar is en waar we beslag op leggen stukken groter. Maar de Chinese cijfers evolueren snel, vooral omdat de energieconsumptie sterk groeit. China vraagt meer van de planeet dan gelijk welk ander land, op uitzondering van de VS.
Ook al is China de grootste producent ter wereld van rijst en tarwe, ook al heeft het land zoveel graasland ter beschikking als alle ontwikkelde landen samen,ook al neemt de productiviteit van de landbouw toe, toch consumeren de 1.3 miljard Chinezen nu al meer dan het dubbele van wat hun eco-systeem kan voortbrengen. China verbruikt nu reeds het equivalent van wat 2 China’s kunnen opbrengen. Het deficit wordt gedekt door invoer. Opvallend is de massale invoer van hout uit o.a. Indonesië, Canada, de V.S. , Brazilië en allerhande granen uit de V.S., wol en textielgrondstoffen uit o.m. Nieuw-Zeeland. Wat er met al deze invoer gebeurt is complex. Een deel wordt direct geconsumeerd, een deel verwerkt, zoals maïs en soja voor varkens en kippen, een deel wordt opnieuw geëxporteerd, zoals papierwaren , textiel of allerhande plastieken gebruiksvoorwerpen. Het globaal plaatje is dat China grondstoffen importeert en afgewerkte producten exporteert en dat per saldo evenveel ‘globale hectaren’ wordt ingevoerd dan de biocapaciteit van een geïndustrialiseerd land als Duitsland. Daarbij is vooral het energieluik van de voetafdruk omvangrijk. De energieconsumptie per hoofd van de bevolking is sinds 1961 verdrievoudigd. Deze evolutie onder controle krijgen wordt op zich een enorme uitdaging. Nog moeilijker wordt de opdracht om een ontwikkelingsmodel te bedenken dat ecologische limieten kan verzoenen met sociale en algemeen menselijke vooruitgang.

Hoe meer de Chinese economie zal groeien, hoe kritischer het zal worden om haar Ecologische Voetafdruk toch in toom te houden. Het rapport onderzoekt hoe dat zou kunnen, en bepleit een CIRCLE-aanpak die staat voor Compacte (stedelijke ontwikkeling), Individuele acties, Reductie van afvalstromen, Carbon-strategiën, Landbeheer en Efficiëntiesprongen. Alvorens toe te lichten hoe deze voorstellen het wereldbeeld in menig opzicht zouden kunnen veranderen wil ik aangeven dat de Ecologische Voetafdruk van een land voornamelijk wordt bepaald door 3 factoren: de grootte van de bevolking, de consumptie per hoofd en het beslag dat de consumptie legt op bio-productieve aarde (bijvoorbeeld zullen meer vlees, meer verpakkingsmateriaal en meer producten die over langere afstanden vervoerd worden de ecologische voetafdruk verhogen).
In de voornoemde studie hebben de Chinese onderzoekers de recente evoluties in kaart gebracht en toekomstige trends ingeschat. Naast gekende aandachtspunten zoals geboortebeperking gaat het rapport verder in zijn aanbevelingen van structurele aard. De conclusie is dat het land op een keerpunt staat, dat de vraag hoe China zal evolueren gevolgen zal hebben voor heel de wereld én voor het evenwicht tussen het ‘nu’ en de toekomstige generaties. Als China er in slaagt nieuwe wegen te bewandelen zal ze niet alleen een voorbeeld geven dat inspirerend kan zijn voor andere landen, het zal ook het risico beperken dat de eigen economie en het eigen maatschappijmodel op de klippen loopt. Hierna volgen enkele aanbevelingen en persoonlijke observaties bij het rapport.
Compacte stedelijke ontwikkeling. Steeds meer Chinezen trekken weg uit het platteland. Tegen 2010 zou 55% van de bevolking in steden wonen, een stijging met zo’n 220 miljoen mensen tegenover nu. Een politiek van compacte steden heeft veel voordelen. Er wordt minder productieve landbouwgrond ingepikt, los van het feit dat er in veel gebieden sowieso te weinig land beschikbaar is. In compacte steden kunnen transport, verwarming en verkoeling collectief (en efficiënter ) worden aangepakt. Chinese steden zouden een voorbeeld kunnen worden voor andere steden in de wereld. Bijvoorbeeld door nieuwe vormen van snel en licht openbaar vervoer te bedenken evenals nieuwe systemen van stadsverwarming en -verkoeling van gebouwen. Hoe sneller hier een ‘klik’ kan gerealiseerd worden hoe beter, want al wat NU gebouwd wordt zal nog tientallen jaren zijn voetsporen dragen. Als het nieuwe beleid bovendien kan gecombineerd worden met het behoud van bestaande stadstuintjes (o.a. voor groenteproductie) dan kunnen steden toch groen en aangenaam blijven en kan het transport van groenten enigszins beperkt worden.

“Highway smog in Peking”

Individuele verantwoorde consumptie. Hoe elkeen zelf omgaat met hetgeen hij of zij verbruikt is al even belangrijk dan de infrastructuur die gebouwd wordt. Spaarzaam waterverbruik wordt zeker een zwaar aandachtspunt. Ook het voedsel wordt een cruciaal gegeven. Zal de vegetarizche keuken de bovenhand houden: grootmoeders traditionele gerechten en hippe nieuwe varianten met weinig vlees. Op vlak van energieverbruik worden vervoer en verlichting een aandachtspunt waar de consument keuzes maakt, maar waar evenveel afhangt van nieuwe ontwikkelingen. Spaarlampen veralgemenen wordt een must, ook al kan het nog beter. China en de wereld verlichten met LED-lampen zou een revolutie inluiden in het besparen op verlichting. Het potentieel is groot. China zou massaal kunnen investeren in nieuwe producten, voor eigen gebruik en voor de export. Daarmee zouden ze alvast meer kunnen verdienen dan met de wegwerpspullen waar ’s lands economie nu voor een deel op draait. Het potentieel om een lichtend voorbeeld te zijn is er.
Reductie van afval is realiseerbaar door een vermindering van het verpakkingsmateriaal . Het bedenken van nieuwe vormen en/of systemen van verpakking en het vermijden van het transport van producten die uiteindelijk niet gebruikt worden, kunnen een groot verschil maken. Neem steenkool als voorbeeld, China’s energiegrondstof bij uitstek: steenkool wordt vaak over grote afstanden verplaatst. Meer dan 20% van de energie die in het transport gestoken wordt zou kunnen vermeden worden door alleen dat deel van de steenkool te verplaatsen met hoge energetische waarde. Ook hier zou China het voorbeeld kunnen geven voor economieën waar steenkool belangrijk is.
Carbon reductie is wellicht de belangrijkste uitdaging. Zowat de helft van China’s Ecologische Voetafdruk wordt ingenomen door fossiele brandstof. Het verhogen van efficiëntie in elke stap van de levenscyclus van alle producten is de boodschap. En het vinden van alternatieven voor steenkool. Kunnen de reusachtige vlaktes waar China over beschikt inspirerend werken voor het aanleggen van wouden van windmolens en zonnepanelen. Inspirerend voor Afrika en vele andere plaatsen in de wereld?
Een efficiënt landbeheer is evenzeer een factor waarop China kan werken:
In de landbouw gaat al jaren de opbrengst achteruit per ingezette hoeveelheid energie: efficiënter gebruik van meststoffen en mechanisering van de landbouw bieden mogelijkheden. Bossen en graasland kunnen een bovenstroomse basis vormen voor goed waterbeheer: water voor landbouw, industrie en steden worden zeker een kopzorg: er zal oordeelkundig mee moeten omgegaan worden.
Efficiëntie is uiteindelijk het sleutelwoord waarop China’s toekomst zal draaien, efficiëntie op alle niveaus. Het rapport pleit voor een model waarbij afval als grondstof gerecycleerd wordt:
In de landbouw zijn er mogelijkheden om familiale bedrijven aan te zetten tot meer integratie tussen landbouw, (klein)veeteelt, visserij en recyclage-cycli
In de industrie zit er zeker brood in eco-industrieparken waar bijvoorbeeld warmte van de ene fabriek gebruikt wordt om andere productieprocessen te bevoorraden
In de steden, en naar consumenten in het algemeen, zou werk kunnen gemaakt van allerlei recyclagesystemen maar ook een prijsbeleid dat de echte ecologische en maatschappelijke kosten integreert.
Tot besluit kunnen we stellen dat China een unieke kans heeft om de geschiedenis van duurzame ontwikkeling te sturen. Uiteraard heeft het Westen, dat op veel grotere ecologische voet leeft, een grote verantwoordelijkheid om de ‘over-shoot’ die we veroorzaken te keren. Maar aangezien China aan het begin staat van een doorbraak op het wereldtoneel heeft ze sterke troeven in handen om de toekomst mee te bepalen, en een echte wereldleider te worden. Een wereldleider die het voorbeeld geeft van ontwikkeling met sociale vooruitgang, menselijke ontplooiing en ecologische toekomstvisie.
Marc Bontemps
Marc Bontemps is directeur van Ecolife vzw, de organisatie achter de Ecologische Voetafdruk. – www.ecolife.be
Nawoord redactie; bij het zoeken van illustraties bij dit artikel van Marc Bontemps botsten we op een bericht uit Knack van 11 maart 2008 met de wel heel merkwaadige titel: “China krijgt ministerie van Leefmilieu” – Knack 11/03/2008 10:00: “China gaat een ministerie van Leefmilieu oprichten, een primeur. De oprichting kadert in een grote hervorming die moet leiden tot vijf superministeries. Leefmilieu zal een van de belangrijkste zijn, luidt het. Na dertig jaar van onafgebroken groei vormt het milieu een van de grootste uitdagingen van China.Naast het ministerie van Leefmilieu komen er ook nog ministeries van Industrie en Informatie, Sociale Zekerheid, Huisvesting en Transport. China wil zo een overheidsapparaat op poten zetten dat gelijke tred kan houden met de snelle economische en sociale groei van het land.” Waarvan akte.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *