De bevolking op het platteland in China kiest zelf de dorpsverantwoordelijken en ook de afgevaardigden in de laagste schakels van het staatsapparaat met name in de townships en de kantons worden rechtstreeks door de bevolking verkozen. Dezen kiezen dan op hun beurt de deputees van de hoger gelegen echelons tot en met het Volkscongres. Westerse waarnemers vinden dat de rechtstreekse verkiezingen in China steeds democratischer worden.
Verkiezingen in ruraal China gaan terug tot de late veertiger jaren toen in zekere bevrijde gebieden dorpsverkiezingen werden gehouden door middel van bonen die gedropt werden in een kom achter de rug van een kandidaat waarvoor iedereen zich kon opgeven. Gedurende het voorafgaande Kuomintang-regime moest iemand die als dorpshoofd wilde aangesteld worden 500 zilvermunten bezitten. Toen in het begin van de tachtiger jaren de communes werden afgeschaft zijn de verkozen dorpscolleges spontaan ontstaan aan de basis. Dorpsbewoners uit het kanton Yishan in Guangxi wilden een zelforganisatie zoals de bewonerscomités in de steden. Dit proces verspreidde zich met goedkeuring van hogerhand en in de Grondwet van 1982 stonden de dorpscolleges reeds vermeld als een wettelijke vorm van politieke organisatie aan de basis. Terwijl ten lande her en der dorpscolleges ontstonden volgens lokale regels, begon het ministerie van Burgerzaken te dokteren aan een wettelijke regeling.
Deze is in 1988 doorgedrukt door Peng Zhen toenmalig voorzitter van het Volkscongres. Zijn hoofdmotivatie was dat de verhouding tussen kaders en boeren aan het verslechteren was en dat de hogere kaders de lagere niet permanent konden blijven surveilleren. Zo moest het volk deze lokale officiëlen maar controleren. Voorspelbare reactie van de lagere kaders was natuurlijk dat «de nieuwe gekozenen het moeilijker zouden maken de politiek van de staat toe te passen op het lager niveau». Het zorgde voor een ernstige controverse gedurende het jaar 1989 -het jaar van de Tiananmen-bezetting- en sommigen stelden de nieuwe wet voor als een uiting van «burgerlijke liberalisering». Peng kreeg echter de volle steun van partijgeront Bo Yibo die zich achter het initiatief schaarde en Song Ping beval de wet toe te passen in plaats van hem te bediscussiëren. Het duurde tot september 1990 vooraleer gedecreteerd werd dat dorpsverkiezingen moesten plaats vinden.
Ongeveer alle officiëlen van de townships (het voormalige commune-niveau) die op lokale dorpskaders rekenen om onpopulaire maatregelen door te voeren zoals het innen van taksen, het graan ophalen en de geboortenplanning, waren uiterst sceptisch omdat ze door de verkiezingen hun zelf aangeduide gewillige werktuigen dreigden te verliezen. Uit een steekproef in Shandong bleek dat 60 pct van de townshipleiders de verkiezingen afkeurden. Vele provincies bleven achter met hun provinciale reglementen. Zoals dat in China dan meestal gaat, promoot de regering een aantal modelexperimenten tot nadere studie. In vele dorpen reageerde de bevolking enthousiast toen ontdekt werd dat de nieuwe reglementen een middel waren om autoritaire, corrupte of incompetente dorpskaders uit het zadel te lichten. Soms gingen dorpsbewoners tot op het niveau van het kanton om af te dwingen dat de townshipkaders zouden verkiezingen houden volgens de Organieke wet. Dorpsverkiezingen dienen wettelijk om de 3 jaar plaats te vinden. Van 1988 tot eind 1997 hielden 18 provincies, grote steden of autonome regio’s drie dorpsverkiezingen en de andere twee behalve Oost-Fujian en Noordoost-Heilongjiang waar er vier waren. China telt nu 930.000 dorpscolleges en vier miljoen gekozenen. Een dorp in China waarvan de bevolking meestal rond de 1000 schommelt (een groot dorp kan er meerdere duizend hebben) heeft een dorpscollege met een voorzitter, een vice-voorzitter en drie leden.
4 peilers
Volgens de Chinese begrippen stoelt de democratie op 4 peilers. We steunen ons hierbij op de officiële circulaire ter bevordering van de dorpsdemocratie zoals die in juni 1998 werd verstuurd. Grondvoorwaarde zijn de directe, geheime verkiezingen waar iedereen op voet van gelijkheid kan concurreren. De andere drie peilers behelzen democratisch beslissen, democratisch beheer en democratische supervisie. Democratisch beslissen houdt in dat voor gevoelige onderwerpen een bijeenkomst belegd wordt van alle dorpsbewoners ofwel van afgevaardigden als het dorp te groot is. In een dorpje uit de provincie Henan met 370 gezinnen is er op de 10 gezinnen één gekozen dorpsraadslid en deze dorpsraad komt vijf tot acht maal per jaar samen. Als nevralgieke onderwerpen vermeldt de circulaire: het innen van of beslissen tot dorpsbelastingen; het vergoeden van dorpskaders en de criteria voor vergoeding ter compensatie van werkverlies; opbrengst en spenderen van collectieve economische activiteiten; bijdragen voor welzijnsvoorzieningen; plannen voor grondcontracten, voor woongebouwen; gezinsplanning; jaarobjectieven….Doorzichtigheid in financiële plannen is voor de circulaire de kern bij het openbaar maken van de dorpszaken.
Democratisch beheer houdt in dat de gehele bevolking deelneemt in het verfijnen van de lokale dorpsreglementen: bijvoorbeeld zelf afbakent wanneer een algemene dorpsvergadering wordt gehouden, zelf beslist wanneer of hoe beslissingen openbaar worden gemaakt, zelf rechten en plichten opstelt van de dorpsbewoners. Ook allerhande dorpscomités kunnen worden opgericht: voor burgerlijke stand (trouwen en begrafenissen), groepen die gokken tegengaan bij vrouwen, comités voor de bevordering van seniorenparticipatie… In bepaalde lokaliteiten wordt één dag per maand uitgetrokken voor het bediscussiëren van politieke problemen. De derde peiler -democratische supervisie- houdt in dat er een openbaarheid is van bestuur en dat het verkozen college blijvend kan worden ter verantwoording geroepen. De nationale circulaire stipuleert dat de dorpszaken minstens om de twee maanden openbaar moeten gemaakt. Vooral de provincie Shanxi heeft zich toegespitst op openbaarheid van bestuur en daartoe een richtlijn opgesteld waardoor het totaal aantal dorpen met bestuurlijke openbaarheid steeg van 49 tot 90 pct. Andere provincies werken met openbare panelen over dorpszaken, door iedereen vrij in te kijken boeken, met muurkranten tot en met de pers die ingeschakeld wordt over lokale aangelegenheden te berichten. Ook kan per dorp een groep worden gevormd die het functioneren van de democratie superviseert en in de provincie Sichuan is dit het geval tot in 90 pct. Zo kwamen drie dorpen van de Seyeke-township in het Yopurga-kanton uit de provincie Xinjiang op het spoor dat uitgaven voor ontspanning van de kaders geboekt stonden als betalingen voor openbaar nut, wat de bevolking weigerde te betalen. Kaders die verworpen worden na democratische beoordeling, dienen vervangen te worden. Als een vijfde van kiesgerechtigde dorpsbewoners het vraagt, kan iemand ter verantwoording worden geroepen en indien de helft hem verwerpt, afgezet worden. De nationale circulaire stipuleert dat een dorpsraad minstens éénmaal per jaar het verkozen college beoordeelt. Wanneer de gekozenen twee jaar op rij een onvoldoende krijgen, worden ze vervangen. Naar verluidt brengen 60 pct. van de dorpscomités de vier democratische principes in de praktijk: hier controleert minstens een dorpsraad het verkozen college.
Wet
Wie en hoe gekozen kan worden en welke de verhouding is tussen de dorpsraad en het verkozen college is geregeld door de wet op de Dorpsverkiezingen die in november 1998 door het Volkscongres aangenomen werd. Het dorpscollege wordt wettelijk gedefinieerd als een vorm van zelforganisatie van de boeren die openbare zaken en openbaar welzijn overziet, tussenkomt in burgerlijke twisten, de openbare orde handhaaft en die het townshipbestuur helpt. Hogere organen mogen zich niet moeien in het dorpsbestuur. Het college bestaat uit drie tot zeven personen waaronder de voorzitter en de ondervoorzitter. Ze staan nog in de productie, maar kunnen toelagen krijgen naar gelang de situatie. Ze kunnen groepen vormen rond een bepaald thema waarvan de hoofden door de dorpsvergadering moeten gekozen zijn. De collegeleden zijn gekozen in vrije verkiezingen waaraan iedereen boven de achttien kan deelnemen voor zover deze niet van de burgerrechten is beroofd. De organisatie van de verkiezingen berust bij een Dorpskiescommissie waarvan de leden aangeduid worden door de dorpsvergadering. Om in het college gekozen te worden, moet de helft van de stemmen worden gehaald. Verkiezingen moeten geheim zijn, de stemmen publiekelijk geteld en de resultaten onmiddellijk bekend gemaakt. De concrete toepassing daarvan wordt echter aan de provincies overgelaten. Verkiezingen waarbij illegale middelen zoals bedreigingen, omkoperij of vervalsingen gebeuren, zijn nietig.
Wanneer de dorpsvergadering bijeen geroepen wordt, dient de helft van de 18-plussers aanwezig zijn of twee derde van de vertegenwoordigers van de gezinnen. Beslissingen moeten een meerderheid halen. Het dorpscollege is verantwoording verschuldigd aan de dorpsraad die éénmaal per jaar het jaarrapport goedkeurt of bekritiseert. Het college roept de dorpsraad bijeen maar als één tiende van de bewoners het vraagt, kan dit ook. Voor een aantal welomschreven materies moet het college de mening van de dorpsvergadering vragen en indien hierover beslissingen genomen worden, openbaarheid verschaffen. Over de financiële implicaties moet minstens om de 6 maand bericht. De dorpsraad kan ook het lokaal verkiezingscharter amenderen of scherper stellen. De wet zegt weinig over de nominatie van kandidaten, behalve dat de lijst van stemmers en kandidaten 20 dagen op voorhand moet openbaar zijn. Vroeger moest een kandidaat voorgedragen worden door de Communistische partij of een massaorganisatie. De laatste jaren is er een evolutie waarbij iemand zich individueel kan opgeven indien hij 10 of 5 handtekeningen van anderen achter zijn naam kan krijgen.
Praktijk
Tot zover de theorie waarvan de praktijk soms nog veraf staat. In sommige townships weigeren verantwoordelijken dorpsverkiezingen te houden, duiden zelf dorpsverantwoordelijken aan of manipuleren de kiesprocedures. Toch wordt aangenomen dat de verkiezingen plaats vinden in 90 pct. van de dorpen. Volgens de wet is de verhouding tussen township en dorp niet één van administratieve ondergeschiktheid waarbij de township het dorp beveelt, maar wordt de relatie integendeel gedefinieerd als één van gidsen, ondersteuning en hulp. In de praktijk blijkt dat verkozen dorpskaders eerder makkelijker gevolgd worden door hun basis bij het doorvoeren van moeilijke richtlijnen dan dat dit zou gedwarsboomd worden.
Andere vorm van interferentie betreft deze van de lokale sectie van de Communistische Partij: hierbij komen we bij het vraagstuk wat de verhouding is tussen deze en de dorpsverantwoordelijken. Het ministerie raamt dat tussen 30 à 50 pct. van de gekozenen geen lid zijn van de Communistische Partij. Er is een toename van dorpsgekozenen die na hun verkiezing de lokale partijkaders uitdagen. Toch is het ook een algemene praktijk dat als een dorpsplan moet uitgewerkt worden, het eerst bediscussieerd wordt tussen dorpsgekozenen en de lokale partijtak, het nadien voorgelegd wordt op het partijvlak vooraleer het goedgekeurd wordt door de dorpsraad. Zo corrigeren en vullen beide organisaties elkaar aan. Bovendien is het zo dat één derde van de dorpsgekozenen die geen lid waren van de partij, na de verkiezingen er in gecoöpteerd worden. Uit cijfers van de laatste tien jaar blijkt dat het aantal verkozen partijleden steeg van 60 tot 72 pct. Een derde van de gekozenen verloren tijdens de laatste dorpsverkiezingen hun mandaat. Tijdens de verkiezingen van 1995 in de buitenwijken van Peking waar 1,3 miljoen personen een 17.000 collegeleden kozen, bleek dat 77 pct. partijleden waren, 15 pct. vrouwen en 58 pct. beneden 45 jaar.
Tenslotte hebben dorpsclans een nefaste invloed op de Chinese dorpsverkiezingen: in Zaoshuang uit de provincie Shandong oefenden in 27 dorpen of bijna in de helft de dorpsclans een doorslaggevende invloed uit. Ook het omkopen met geld van stemmen om een clangenoot verkozen te krijgen, is een voorkomende praktijk. Volgens artikels uit de Chinese pers zou in 30 pct. van de dorpen de verkiezing ofwel onregelmatig geschied zijn, ofwel worden de gekozenen in de uitoefening verlamd.
Kritiek
Er zijn een aantal Westerse organisaties zoals het “Carter Centrum” en het “Internationaal Republikeins Instituut” die de lokale verkiezingen in China begeleiden, controleren en helpen. Het Republikeins Instituut volgde sedert 1994 meer dan 50 verkiezingen in 10 verschillende provincies. Het “Carter Centrum” heeft vijf tours door China gemaakt om her en der de lokale verkiezingen te bekijken. Voorzitter Craner van het Republikeins Instituut getuigde voor het Amerikaans Congres dat in China op 3 jaar tijd het geheim stemmen en de controle door personen aangesteld door kandidaten, veralgemeend werd. Van de 40 voorstellen die het Instituut in 1994 deed, werden er 29 doorgevoerd. Wel wordt vastgesteld dat er geen nationale standaarden zijn inzake voorverkiezingen en het gebruik van geheim stemmen. Tijdens de laatste verkiezingen zouden er besloten kiesruimtes zijn geweest in de helft van de gevallen. Dit wordt aan lokale reglementering overgelaten. Wat de voorverkiezingen betreft, zijn er in Hebei directe voorverkiezingen waarbij er verschillende vormen van voordracht zijn. Fujian daarentegen kent een éénvormig indirect systeem: iedereen met 5 stemmen achter zijn naam kan zich kandidaat stellen en de dorpsraad beslist over de uiteindelijke kandidaten. In Fujian dat aan de spits staat bij het bevorderen van lokale democratie, waren er in 1989 in 9 pct. voorverkiezingen, terwijl dat 77 pct. bedroeg in 1997; in 1989 was er geen geheime stemming terwijl dat reeds 95 pct. beliep in 1997.
Een typische verkiezing in China grijpt plaats in een school of markt. Kandidaten mogen gedurende 5 minuten hun programma toelichten. Dit gaat niet over hoogdravende principes maar eerder over de heraanleg van een brug, het vinden van een afzetmarkt voor lokale producten, verbetering van schoolinfrastructuur…Er bestaat wel een lijst van kiezers, maar die wordt nauwelijks geraadpleegd want in een dorp van 1000 personen kent de Dorpskiescommissie iedereen. Personen komen op een bank publiekelijk hun bulletin invullen. Kiezers die het wensen, kunnen dit in het geheim doen (maar laden daarmee volgens Westerse waarnemers het vermoeden op zich van een niet conformistisch kiesgedrag, reden waarvoor deze pleiten voor algemene beslotenheid). Er zijn ook verschillende reglementen op het geven van volmachten en ook de reglementering op reizende kiesbussen (naar ouderen, zieken of gehandicapten) is voor verbetering vatbaar. De Westerse waarnemers staan wel te kijken van de hoge opkomst bij de verkiezingen die in China 90 pct. of meer bedraagt.
Hoger
Tot zover de dorpsverkiezingen die niets te maken hebben met de verkiezingen voor de diverse niveaus in het staatsapparaat. De onderste trap van de administratie behelst het townshipniveau met daarboven de kantons. De townships zijn een aaneenschakeling van dorpen. China telt 2800 kantons die een gemiddelde bevolking hebben van enkele honderd duizenden tot over één miljoen inwoners en normaal een gekozen afvaardiging van 120 leden. De verkiezing van de afgevaardigden in de townships en de kantons gebeurt eveneens rechtstreeks door de bevolking, zij het dat hun bestuur of executieven dan weer onrechtstreeks gekozen wordt door de afgevaardigden. Deze rechtstreeks gekozenen kiezen dan verder de afgevaardigden van de hogere niveaus zoals provincies die in regel 350 afgevaardigden tellen en van het Nationaal Volkscongres dat bestaat uit 3000 leden.
Het “Carter Centrum” heeft een drietal townshipverkiezingen meegemaakt en beweert geen dwang of manipulatie vastgesteld te hebben, hoewel in deze verkiezingen losser omgesprongen wordt met de identificatie van de kiezers, het uitdelen van bulletins en het tellen van de resultaten. Het Centrum heeft de indruk dat de invloed van de partij bij het nomineren toeneemt naarmate van het lagere niveau wordt opgestegen. De kieswet stipuleert dat het aantal kandidaten voor de rechtstreekse verkiezingen één derde tot de helft groter moet zijn dan het aantal te begeven plaatsen. Indien dertig of meer kiezers de afzetting van een afgevaardigde vragen, wordt een procedure in gang gezet waarbij de persoon zich kan verdedigen. Uiteindelijk wordt de vraag voorgelegd aan de betrokken bevolking in het geval van een rechtstreeks verkozene en aan de betrokken raad bij de onrechtstreeks verkozenen. In beide gevallen is voor afzetting de helft van de stemmen vereist. Ook bevat de kieswet een ingewikkelde reglementering opdat de nationale minderheden goed zouden vertegenwoordigd zijn in de diverse organen.
In tegenstelling met de verkiezingen van de townships die om de 3 jaar plaats grijpen, moeten de verkiezingen in de kantons om de vijf jaar worden gehouden. Westerse informatie over de verkiezingen in de kantons is zo goed als onbestaande. Om genomineerd te zijn in de kantonverkiezingen volstaan tien handtekeningen. Bij de verkiezingen voor de township- of kantonraden vertegenwoordigen kandidaten die genomineerd werden door de kiezers zelf 70 pct. van het totaal aantal, wat 10 maal het aantal gekozenen uitmaakt. Van diegenen die uiteindelijk overblijven, is de helft genomineerd door de kiezers. In Oost-Zhejiang wordt 90 pct. van de kandidaten niet genomineerd door de Communistische partij of een organisatie, maar door 10 handtekeningen van kiezers. De opkomst voor deze kantonverkiezingen bedraagt eveneens 90 pct. Wat uitvoerende top -of justitiefuncties in het staatsapparaat betreft, zijn 7.340 niet KP-personnages aangesteld (vaak van de 8 zgn. “democratische partij”-tjes) op en boven het kantonniveau en dit aantal bedraagt 36 op provinciaal vlak en bij de ministerposten.
Alles bijeen heeft het democratisch proces in China een beduidend positieve evolutie meegemaakt de laatste decennia, zelfs al (des)informeren westerse media dat er niets aan politieke veranderingen gebeurt in China. Wat hen interesseert is een herstel van het kapitalisme zoals in Oost-Europa, maar er is inderdaad weinig kans toe dat iemand die het socialisme bestrijdt, gekozen wordt. Samengevat wordt geschat dat in China van de lokale verkiezingen één derde correct verloopt, één derde met licht gesjoemel zoals het uitdelen van meerdere kiesbulletins aan bekenden en één derde met grove onregelmatigheden tot omkoperij. Toch is een dynamiek van democratisatie in gang gezet die in de toekomst enkel zal verfijnd worden en meer uitgebreid.
Selecte Bibliografie
China: System of Self‑Rule by Village Explained, FBIS‑97‑358, Renmin Ribao, 20 Nov 97
Yearender’ on County‑Level Elections, CNS, FBIS‑98‑007, 28 Dec 97
Circular on Democratic Village Management, FBIS‑98‑162, Xinhua, 10 Jun 98
Minister on Election of Village Committees, FBIS‑98‑182, Xinhua, 25 Jun 98
Achievements, Problems in Rural Democracy, FBIS‑98‑304, Renmin Ribao, 21 Oct 98
Text of Village Election Law, FBIS‑98‑311, Xinhua, 04 Nov 98
Jiang Chunyun on Villagers’ Self‑Rule, FBIS‑1999‑0318, Renmin Ribao,3 Mar 99
Report on Villagers’ Self‑Rule Situation, FBIS‑1999‑0305, Renmin Ribao, 4 Mar 99
Civil Affairs Chief on Rural Democracy, FBIS‑1999‑0615, Qiushi, 16 Mei 99
Four Issues on Improving Rural Autonomy, FBIS‑1999‑0716, Shehui, 1 Jun 99
Article on Transparency of Village Affairs,FBIS‑1999‑0623, Xinhua,21 Jun 99
Efforts To Promote Villagers’ Self‑Rule, FBIS‑1999‑0807, Renmin Ribao, 20 Jul 99
The Carter Center ‑ China Village Elections Project Report, diverse rapporten
Kevin Platt, China’s Village Elections Hint At Democracy, The Christian Science Monitor, 26 Mar 1997,
Village elections in China may snowball”, Inter Press Service, 13 Apr 1998.
Scott Hillis, China election reform seen moving slowly, Reuters, 20 Mar 1997.
Rule of Law, Democracy Programs in China: Testimony of Lorne W. Craner President, International Republican Institute Before the House International Relations Committee Subcommittee on East Asian and Pacific Affairs , April 30, 1998
Teresa Pole, Peasant power wins the vote in China’s rural backwaters, Independent, 21 Apr 1997
Lianjiang Li & Kevin O’Brien,The struggle over Village Elections in “The paradox of China’s Post-Mao Reforms”, Harvard UP, p 129
Amy Epstein, Village Elections in China: Experimenting with Democracy, in China’s Economic Future, Joint Economic Committee, Sharpe, p 403 e.v.
Jan Jonckheere China Vandaag 1/01/2000