Bij de lokale verkiezingen in Taiwan is er met een overweldigende meerderheid voor de oppositiepartij Kuomintang (KMT) gekozen.
De kiezers brachten hun stem uit voor de functies van burgemeester, gemeenteraadsleden en andere lokale leiders in alle 13 provincies en in negen steden. Er was ook een referendum over het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd van 20 naar 18.
Nederlaag DPP
De kandidaten van de regerende separatistische Democratische Progressieve Partij (DPP) leden op vele, en vaak belangrijke, plaatsen de nederlaag. Zo werd bijvoorbeeld Chen Shih-chung, de DPP-kandidaat voor de functie van burgemeester van hoofdstad Taipei niet verkozen. Kandidaten van de Kuomintang (KMT) wonnen behalve de burgemeesterszetel in Taipei ook in Taoyuan, Taichung en de stad New Taipei. De kandidaat voor de relatief nieuwe Taiwanese Volkspartij (Taiwan People’s Party, TPP), wordt burgemeester in Hsinchu, een stad waar veel Taiwanese bedrijven van halfgeleiders gevestigd zijn. De TPP wil een derde weg stellen tegenover het separatisme van de DPP en de bereidheid tot hereniging met China van de KMT. Die laatste, de belangrijkste oppositiepartij, de Kuomintang, of KMT, leidde of claimde de overwinning gisteren al in 13 van de 21 zetels van burgemeester en provinciehoofden vergeleken met de 5 van de DPP. Dit resultaat is vergelijkbaar met dat van de laatste lokale verkiezingen in 2018. De verlaging van de stemgerechtigde leeftijd van 20 naar 18 werd verworpen.
Liever lokaal
De campagnes van alle partijen gingen over lokale thema’s: luchtvervuiling, verkeerslawaai, misdaad en het Covid-19-beleid van de Taiwanese leiding. Die had te weinig Covid-19-vaccins aangekocht, waardoor het eiland tijdens een uitbraak vorig jaar zonder vaccins zat. Bepaalde prominente leden van de DPP, aangemoedigd door stemmen uit het buitenland, hadden de lokale verkiezingen een geopolitieke dimensie willen geven. Zij stelden Taiwan voor als ‘een democratisch eiland bedreigd met een gewapend ingrijpen door een dictatoriale buurstaat (sic)’, het Chinese vasteland. Taiwan moest hulp vragen aan de VS, maar ook aan andere landen van de ‘internationale gemeenschap’ om zich te verdedigen. Dat was vooral de lijn van de Taiwanese leider Tsai Ing-wen en haar nauwste bondgenoten. Tsai’s partijgenoten van de lagere hiërarchie hebben echter ook vooral de lokale thema’s bespeeld, omdat ze de stemming onder de bevolking beter aanvoelden.
Tsai’s tactieken
Tsai Ing-wen is afgetreden als voorzitter van de Democratische Progressieve Partij (DPP). Volgens de partij is het aftreden een ‘traditie’ na een duidelijke nederlaag. Tsai blijft echter leider van Taiwan tot de leiderschaps- en parlementsverkiezingen van 2024. Het is duidelijk dat zij het opportuun acht om aan het hoofd van haar partij even een stap opzij te zetten, met het oog op die verkiezingen, hoewel zij zich zelf volgens de regels niet opnieuw verkiesbaar mag stellen als leider van Taiwan, omdat dit haar tweede ambtstermijn is. Tijdens de campagne voor deze verkiezingen bekritiseerde Tsai voortdurend het feit dat Xi Jinping voor een derde ambtstermijn was verkozen. Ongetwijfeld zal ze haar eigen ‘ontslag’ nu in haar propaganda vergelijken met het aanblijven van Xi. Tsai zegt dat zij haar politiek ‘om op te komen tegen China’ en ‘de democratische vrijheden van Taiwan te verdedigen’ wil verder zetten. Zij is ervan overtuigd dat haar partij in 2024 weer zal winnen want ‘het is niet dat we nooit eerder hebben gefaald…we zijn gevallen, maar we zullen weer opstaan’. Om die reden heeft Tsai naar eigen zeggen ook haar premier Su Tseng-chang, nog een belangrijk DPP-lid, niet toegestaan af te treden. Ze heeft hem gevraagd in functie te blijven ‘om ervoor te zorgen dat haar beleid correct wordt uitgevoerd’. Daarbij zullen Tsai en haar DPP ongetwijfeld verder kunnen rekenen op de steun van machtige supporters in de VS en in Europa.
Beloften van de Kuomintang
De Kuomintang, groot overwinnaar van de lokale verkiezingen, had Tsai en de DPP ervan beschuldigd te overdreven confronterend te zijn met Beijing. De KMT richtte haar campagne op de fouten in de aanpak van de COVID-19-pandemie in Taiwan. De verklaring van KMT-voorzitter Eric Chu moest iedereen een beetje tevredenstellen. Hij zei: ‘We zullen aandringen op het verdedigen van de Republiek China en het beschermen van democratie en vrijheid, maar we zullen ook hard werken aan het behoud van de regionale vrede.’ Het is opmerkelijk dat de KMT die officiële naam Republiek China blijft gebruiken, wat er op kan wijzen dat de partij de hereniging met China niet afgeschreven heeft, al is die dan ook op de (wellicht zeer) lange baan geschoven.
Optimisme over lokale verkiezingen
Beijing is voorzichtig optimistisch gestemd over de uitslag van de verkiezingen in het de facto autonome Chinese gebiedsdeel. Volgens het Taiwan Affairs Office van de Volksrepubliek laat het resultaat zien dat de heersende stroming van de Taiwanese publieke opinie voor vrede, stabiliteit en ‘een goed leven’ is. Beijing zal blijven ‘samenwerken met de Taiwanese bevolking om vreedzame betrekkingen te bevorderen en zich te verzetten tegen de onafhankelijkheid van Taiwan en buitenlandse inmenging’. Opiniepeilingen hebben al verschillende malen uitgewezen dat de Taiwanezen voor de status quo zijn: geen onafhankelijkheid en strijd tegen China, maar ook (nog) geen terugkeer naar het moederland. Het is goed mogelijk dat in de huidige nationale en geopolitieke context een terugkeer naar de goede economische samenwerking tussen Taiwan en de rest van China een realistisch, haalbaar streven is.
Bronnen: China Daily, Global Times, Guardian, Reuters, Channel New Asia (Singapore) Wikipedia