De loonsverhogingen in China blijven zoals gepland hoog. Sommige buitenlandse patroons voelen het al.
21 provincies of gelijkwaardige regios hebben sinds het begin van het jaar de locale minimumlonen al aangepast. De gemiddelde verhoging bedraagt 21.7%. In totaal hebben 25 regios richtlijnen uitgeschreven voor een toename van het minimumloon met minstens 14%. Het nationale vijfjarenplan wil de minimumlonen jaarlijks minstens 13% doen stijgen. In Shenzhen is het minimumloon het hoogst, 1320 yuan per maand , terwijl in Beijing het minimumuurloon het hoogst ligt (13 yuan). Uit een recente vakbondsenkete is gebleken dat het gemiddelde loon in Shanghai tussen 2006 en 2009 jaarlijks 10.2% steeg.
De regering heeft de loonstijgingen verwelkomd. Bij sommige buitenlandse investeerders, vooral die van goedkope arbeidsintensieve producten, beginnnen de loonsverhogingen echter al pijn te doen. Sommigen wijken al uit naar Vietnam of Bengladesh. Ook dat past in de regeringsplannen om meer gesofistikeerde producten te gaan maken.
De provinciale regering van Guangdong gaat de minimumlonen per 1 janauri met 20% verhogen. De vorige verhoging van 20% dateert nog maar van februari dit jaar. De Industriële Federatie van Hongkong, De Vereniging van Fabrikanten van Hongkong en de Vereniging van speelgoedfabrikanten van Hongkong hebben al formeel geprotesteerd. Zij vrezen dat deze loonsverhogingen de doodsteek zijn voor de lokale industrie. Ze komt immers op een moment dat de buitenlandse bestellingen afhankelijk van de sector tot 30% gedaald zijn, met een gemiddelde daling van vermoedelijk 10%, volgens sommigen zelfs 15 à 20% tegen het jaareinde. 30% van de 500.000 firma’s uit Hongkong die actief zijn in de Parelrivierdelta zopuden tegen het einde van dit jaar kunnen dicht zijn. Het voorstel van de federaties is de loonsverhoging tot 1 juli uit te stellen.De nieuwe stijging van het minimumloon past in het huidige provinciale vijfjarenplan dat gemiddeld 20% per jaar voorziet.
