Luchtkwaliteit: provincies moeten normen halen


Alle provinciale regeringen (31) hebben voor de volgende vier jaar dwingende normen aangenomen met het oog op de verbetering van de luchtkwaliteit en de strijd tegen de luchtvervuiling. Dat is vastgelegd in een officieel document, een aansprakelijkheidsovereenkomst. Van de urgentie is iedereen overtuigd, verder is de reactie alweer: zowel hoop als scepsis.

180373d28730143673912cVan elf besturen eist de centrale regering dat ze de volgende twee jaar de hoeveelheid van PM2,5 fijn stof met 10 tot 25 procent laten dalen. Die elf zijn de overheden van de meest welvarende en geïndustrialiseerde entiteiten met een provinciale status, onder andere de grote steden Shanghai, Guangzhou, Beijing, Tianjin en Hebei dat om die twee steden heen ligt en lijdt onder de zwaarste vervuiling. Nieuw is dat de hoge eisen nu ook gelden voor de wereldstad Chongqing, voor Shanxi en Binnen-Mongolië met hun belangrijke steenkoolsector en voor Shandong dat na Guangdong de grootste bevolking telt (meer dan 95 miljoen inwoners).
De andere provincies krijgen lagere doelstellingen opgelegd: zij moeten het gehalte aan PM10 fijn stof, deeltjes die groter en wat minder gevaarlijk zijn, verminderen met 5 tot 15 procent. Voor Yunnan, Hainan en de autonome regio Tibet zijn er geen specifieke streefcijfers: zij krijgen alleen de vraag om hun luchtkwaliteit  te verbeteren. In september 2017 had de Staatsraad, het kabinet, het actieplan voor een zuivere lucht al aangenomen. Deze week legt de overheid uit hoe dat actieplan er precies uitziet.

Afspraken en evaluatie

De provinciale overheden moeten een grotere verantwoordelijkheid op zich nemen voor de strijd tegen de pollutie. De Staatsraad zal ieder jaar de voortgang bekijken en het ministerie voor Milieu zal falende ambtenaren op het matje roepen. Zoals bekend is in november van vorig jaar beslist om de inspanningen voor het milieu zwaarder te laten doorwegen bij procedures voor beoordeling en benoeming. In de aangesproken regio’s moet het gebruik van steenkool verminderen. Verouderde industriële installaties verdwijnen en verwarmingsinstallaties zullen beter worden beheerd en geïnspecteerd. Ook het verkeer wordt aangepakt. Hebei is er het ergst aan toe: in de provincie liggen zeven van de tien meest vervuilde steden van China, vorig jaar was de luchtkwaliteit er gedurende 80 dagen van het allerlaagste niveau. De regionale economie wordt gedomineerd door de zware industrie van staal, petrochemie en bouwmaterialen. De regering heeft besloten geen nieuwe vergunningen meer te geven en in de volgende vijf jaar de productiecapaciteit van de staal- en cementsectoren met 60 miljoen ton terug te schroeven en het gebruik van steenkool met 40 miljoen ton. Voor Hebei is, samen met Beijing en Tianjin, de lat om het PM2,5 fijn stof terug te dringen het hoogst gelegd: een jaarlijkse reductie van 25% tegen 2017. Fusies, sluitingen en hervormingen van de prijsstelling moeten zorgen voor het verdwijnen van verouderde fabrieken. De sociale gevolgen zijn voorspelbaar, vandaar de noodzaak van een geleidelijke aanpak en dus de traagheid van de veranderingen.

Partners

In de Delta van de Jangtse zullen Shanghai, Jiangsu, Zhejiang en Anhui hun inspanningen coördineren en daarbij de hulp van acht nationale ministeries of ministeriële instellingen inroepen. De omvang van die samenwerking en de diversiteit in de bevoegdheden van de betrokken administraties zou een gunstig effect hebben. De overheden in de Jangtse-Delta willen het gebruik van steenkool tegengaan door te eisen dat bedrijven op elektrische verwarmingsinstallaties overschakelen en ze zullen het transport met milieuvriendelijke voertuigen bevorderen.
Het ministerie van Milieu heeft met de Aziatische Ontwikkelingsbank een samenwerkingsovereenkomst  (Memorandum of Understanding, MoU) afgesloten voor de aanpak van allerlei vormen van pollutie in de periode 2014 – 2018. De partners zullen kennis en onderzoek organiseren. De bank zal voor financiële en technologische ondersteuning zorgen.

Scepsis en enig teken van hoop

Scepticisme over dit alles bij deskundigen en onder het publiek is begrijpelijk. Het Nationale Meteorologische Instituut heeft onlangs gemeld dat China in 2013 meer dagen met smog heeft gekend dan in elk jaar sinds 1961, ondanks alle straf- en preventiemaatregelen, aansporingen en beleidsverklaringen die er al zijn geweest. Ook een regeringsrapport heeft uitgewezen dat er niet genoeg vooruitgang is op vier terreinen die het milieu aangaan, onder andere de uitstoot van kooldioxide en de consumptie van energie. Het gevoel van een echte milieucrisis groeit echter. Chen Zhu, voormalig minister van gezondheid en tegenwoordig een van de ondervoorzitters van het permanent comité van het Nationaal Volkscongres, het parlement, heeft in december samen met anderen een artikel in The Lancet geplaatst met de schatting dat elk jaar 350.000 tot 500.000 Chinezen voortijdig sterven door ziekten die verband houden met de luchtvervuiling.Toch oordelen experts en politici dat China zich nog niet veroorloven om het milieu op de allereerste plaats te stellen. Het is echter wel duidelijk dat het één van de grote prioriteiten is nu, daar zorgt ook een positieve financiële inspanning van de regering voor. Gisteren besliste die om de helft van een speciaal fonds voor de controle van de luchtvervuiling, dat wil zeggen 2,6 miljard yuan (300 miljoen euro) van de voorziene 5, toe te kennen aan de provincie die zichzelf meeste pijn heeft gedaan om te streven naar een verbetering van de luchtkwaliteit…Hebei. De meest vervuilde provincie heeft nu immers de uitdaging aangepakt door de sluiting van een aantal staalfabrieken en het groeipercentage van het bruto regionaal product bij te stellen.

SCMP, Global Times, Xinhua, China Daily, Wall Street Journal

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *