Ben Norton
Deze analyse biedt de nodige context bij het bezoek van Macron aan China en de reacties erop. ChinaSquare neemt de vertaling van deze analyse van Ben Norton over als opiniestuk. De redactie heeft hiervoor aan de auteur toestemming gevraagd en gekregen, waarvoor dank. De standpunten van de auteur zijn niet noodzakelijk identiek aan die van ChinaSquare.
Schone schijn?
De Franse president Emmanuel Macron heeft opgeroepen om Europa onafhankelijker te maken van de Verenigde Staten, waarmee hij suggereert dat Parijs geen deel wil uitmaken van Washingtons nieuwe koude oorlog tegen China. Macron benadrukte dat Europa zijn eigen ‘strategische autonomie’ moet ontwikkelen en niet slechts ‘volgeling’ of ‘vazal’ moet zijn van de VS.
De Franse leider heeft eerder al opmerkingen gemaakt als deze, maar liet telkens na concrete acties te ondernemen om de hegemonie van de VS uit te dagen.
De Franse leider lijkt niet in staat om het agressieve buitenlandse beleid van de EU tegen China te veranderen, zelfs als zijn bedoelingen oprecht zijn
In 2018 riepen Macron (en zijn Duitse collega Angela Merkel) op tot de oprichting van een ‘echt Europees leger,’ als onderdeel van ‘een Europa dat zichzelf beter alleen verdedigt, zonder al te afhankelijk te zijn van de Verenigde Staten. Zij pleitten voor meer Europese soevereiniteit. Toch kwam er niets van terecht.
Parijs hielp zelfs een alternatief betalingsmechanisme te creëren om de illegale sancties van de VS tegen Iran te omzeilen, INSTEX genaamd, maar het systeem werd nauwelijks gebruikt voordat het begin 2023 werd stilgelegd.
Deze feiten, gecombineerd met de aanzienlijke oppositie tegen het voorgestelde beleid van Macron binnen de Europese Unie, suggereren dat de Franse leider niet in staat zal zijn het agressieve buitenlandse beleid van de regio tegen China te veranderen, zelfs als zijn bedoelingen oprecht zijn.
‘Geen vazal’
Macron maakte in april een driedaagse reis naar China, waar hij president Xi Jinping ontmoette. Na de ontmoeting publiceerde Politico een exclusief interview met Macron.
De Franse leider waarschuwde dat er een ‘groot risico’ bestaat als Europa ‘verstrikt raakt in crises die niet de onze zijn, waardoor het zijn strategische autonomie niet kan opbouwen.’
Hij voegde eraan toe dat ‘als de spanningen tussen de twee grootmachten oplopen (…) we de tijd noch de middelen zullen hebben om onze strategische autonomie te financieren en we vazallen zullen worden.’
Macron waarschuwde de Europese leiders dat ‘ze niet moeten geloven dat wij alleen maar de volgelingen van de VS kunnen zijn’. Hij stelde dat:
De vraag die de Europeanen zich moeten stellen luidt: Is het in ons belang om [een crisis] over Taiwan te versnellen? Het antwoord daarop is neen. Het ergste zou zijn te denken dat wij Europeanen op dit punt volgelingen moeten worden en ons moeten laten leiden door de Amerikaanse agenda en een Chinese overreactie.
Macron bekritiseerde ook de ‘extraterritorialiteit van de Amerikaanse dollar’ – een teken dat Europa gefrustreerd is over de overgewaardeerde munt. Afgelopen maart was een Frans bedrijf betrokken bij de eerste verkoop ooit van vloeibaar aardgas aan China in renminbi (de valuta van Beijing).
“De vraag die de Europeanen zich moeten stellen luidt: Is het in ons belang om een crisis over Taiwan te versnellen? Het antwoord daarop is neen”
China belangrijkste handelspartner van de EU
De bedoeling van Macrons reis naar Beijing en zijn verzoenende toon is duidelijk: China is de belangrijkste handelspartner van de eurozone, en het continent mag zijn economische betrekkingen met de Aziatische reus niet opofferen.
Haviken in zowel Washington als Brussel hebben het Westen opgeroepen zich economisch los te koppelen van China, maar dat is veel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Macron erkent dat dit een dwaze en onpraktische opdracht is.
Enkele cijfers over de belangrijkste handelspartners van de EU. Het Europees Parlement erkent dat ‘China in 2020 de positie als belangrijkste handelspartner van de EU in goederen van de VS heeft overgenomen, met een totaal aandeel van 16,2 procent in 2021 tegenover 14,7 procent voor de VS.’
Volgens gegevens van Eurostat kwam in 2021 22 procent van de EU-invoer uit China – het dubbele van de 11 procent uit de VS, en aanzienlijk meer dan de 8 procent van de invoer uit Rusland, de 7 procent uit het Verenigd Koninkrijk of de 6 procent uit Zwitserland.
In datzelfde jaar ging 10 procent van de EU-uitvoer naar China, waarmee China na het VK (13 procent) en de VS (18 procent) de derde belangrijkste buitenlandse markt voor goederen uit de eurozone is.
Dit alles verklaart ook waarom de Duitse kanselier Olaf Scholz in november China bezocht en een even verzoenend standpunt innam ten aanzien van Beijing. Na zijn reis benadrukte Scholz in een opiniestuk voor Politico: ‘We willen ons niet loskoppelen van China, maar kunnen ook niet te afhankelijk zijn.’ De Duitse leider erkende dat ‘er nieuwe machtscentra ontstaan in een multipolaire wereld’ en voegde daaraan toe dat ‘wij ernaar streven met al deze centra partnerschappen aan te gaan en uit te breiden.’
Voor Berlijn is de kwestie nog urgenter.
De belangrijkste handelspartner van Duitsland is China, dat het Europese land in 2021 12 procent van zijn invoer levert; ongeveer het dubbele van de 6,1 procent die Duitsland importeert vanuit de VS. De Chinese markt is ook de tweede belangrijkste voor Duitse goederen: 7,6 procent van de export in hetzelfde jaar, tegenover 8,8 procent voor de VS.
“We willen ons niet loskoppelen van China, maar kunnen ook niet te afhankelijk zijn.”
De Franse economie is niet zo sterk verweven met die van China, maar de Aziatische reus is nog steeds erg belangrijk: in 2021 was Parijs voor China de zevende klant en de zesde leverancier.
Duitsland en Frankrijk zijn de twee grootste economieën van de eurozone en vertegenwoordigen ongeveer 41 procent van de totale economie van de EU (respectievelijk 24,26 procent en 16,72 procent).
Als zij zich dus verzetten tegen een ontkoppeling met China, is het moeilijk je voor te stellen hoe de rest van de regio dat zou kunnen proberen. Of Berlijn en Parijs echter het politieke kapitaal kunnen verzamelen dat nodig is om de hegemonie van Washington uit te dagen, is een andere vraag. In 2019 hebben ze dat blijkbaar geprobeerd – maar ze hebben gefaald.
Handel met Iran
De Europese regeringen waren boos dat president Donald Trump de Iraanse nucleaire deal saboteerde door er zich in mei 2018 eenzijdig uit terug te trekken, in flagrante strijd met een resolutie van de VN-Veiligheidsraad en dus met het internationaal recht.
Washington legde Iran zware sancties op. Maar Europa wilde handel blijven drijven met de West-Aziatische natie.
Daarom ontwikkelden Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië in reactie daarop het Instrument In Support of Trade Exchanges (INSTEX), een nieuw betalingsmechanisme om de Amerikaanse sancties te omzeilen.
Econoom Esfandyar Batmanghelidj, oprichter van de Bourse & Bazaar Foundation denktank, herinnerde eraan dat ‘In augustus 2018 de hoge vertegenwoordiger van de EU, Federica Mogherini, en de ministers van Buitenlandse Zaken, Jean-Yves Le Drian van Frankrijk, Heiko Maas van Duitsland en Jeremy Hunt van het Verenigd Koninkrijk, een gezamenlijke verklaring uitgaven waarin zij toezegden “effectieve financiële kanalen met Iran, en de voortzetting van de Iraanse export van olie en gas” te behouden in het licht van de terugkerende Amerikaanse sancties.’ Er was echter een probleem, Batmanghelidj schreef:
Veel Europese technocraten waren terughoudend om een project te steunen dat het openlijke doel had om de macht van de Amerikaanse sancties af te zwakken, zelfs op een moment dat figuren als de Franse minister van Financiën Bruno Le Maire en de Nederlandse premier Mark Rutte boude uitspraken deden over de noodzaak van Europese economische soevereiniteit.
Zelfs de inaugurele directeur van INSTEX, Per Fischer, vertrok wegens bezorgdheid over zijn band met een bedrijf dat door Amerikaanse ambtenaren was afgeschilderd als een sanctieontduiker. Toen de regering-Trump in mei 2019 een reeks sanctievrijstellingen introk, kwam er een einde aan de Europese aankopen van Iraanse olie.
In januari 2023 werd INSTEX opgedoekt – slechts vier jaar na de oprichting en met weinig resultaat.
Batmanghelidj concludeerde dat ‘velen het INSTEX-project als gedoemd beschouwden nog voor de eerste transactie was afgerond’, en dat ‘het grootste deel van de schuld voor het falen van INSTEX bij de Europeanen moet worden gelegd.’ Hij voegde er nog aan toe dat ‘Europese ambtenaren beloofden een historisch project om hun economische soevereiniteit te doen gelden, zonder zich echt aan die onderneming te verbinden.’
China is veel belangrijker voor de Europese economie dan Iran, maar de druk van Washington is ook veel groter
Als een dergelijke onderneming zo recentelijk is mislukt, is het moeilijk voor te stellen hoe Europa het Amerikaanse beleid vandaag zou kunnen aanvechten in een politiek nog gevoeliger en grootschaliger kwestie. Ja, China is veel belangrijker voor de Europese economie dan Iran, maar de druk van Washington is ook veel groter.
Tech-oorlog tegen China
In feite capituleren Europese staten al voor de Verenigde Staten en doen ze mee aan de tech-oorlog tegen China. In navolging van Washington heeft Nederland de uitvoer van geavanceerde microchiptechnologie naar Beijing beperkt.
Valdis Dombrovskis, vice-voorzitter van de Europese Commissie voor handelsbetrekkingen, heeft gezegd dat dit verbod kan worden uitgebreid tot de hele eurozone. ‘De manier waarop exportcontroles in de EU functioneren, is een nationale beslissing. Maar er is ook een mogelijkheid om dit besluit op EU-niveau te brengen. De Nederlandse autoriteiten hebben aangegeven hiervoor belangstelling te hebben,’ verklaarde Dombrovskis in maart.
Als Macron echt streeft naar Europese ‘strategische autonomie’ en relatieve onafhankelijkheid van de Verenigde Staten, moet Frankrijk misschien zelf de EU verlaten. Is Parijs daartoe bereid?
In 2018, toen Donald Trump nog president was, riep Macron op tot een ‘echt Europees leger’, met als argument: ‘We moeten onszelf beschermen ten opzichte van China, Rusland en zelfs de Verenigde Staten van Amerika… We hebben een Europa nodig dat zichzelf beter alleen kan verdedigen, op een meer soevereine manier, en zonder alleen maar afhankelijk te zijn van de Verenigde Staten.’
In feite is Europa de voorbije vijf jaar nog afhankelijker en ondergeschikter geworden aan de Verenigde Staten dan ooit tevoren
De Duitse bondskanselier Angela Merkel was het daarmee eens. In navolging van Macron vertelde zij het Europees Parlement in november: ‘De tijd dat we op anderen konden vertrouwen is voorbij,’ en ‘we moeten de visie overwegen om ooit een echt, echt Europees leger te creëren.’ Maar wat is daarvan terechtgekomen? Niets.
In feite is Europa de voorbije vijf jaar nog afhankelijker en ondergeschikter geworden aan de Verenigde Staten dan ooit tevoren. De proxy-oorlog tegen Rusland in Oekraïne heeft de invloed van Washington op Brussel alleen maar verdiept en de NAVO onder duidelijk Amerikaans leiderschap versterkt en verenigd.
De Minsk-akkoorden
De vermeende inzet van Frankrijk om het pad van een onafhankelijk buitenlands beleid te effenen werd in twijfel getrokken door de onduidelijk rol van Parijs in Oekraïne. In 2015 hielden Frankrijk en mede-EU-lid Duitsland toezicht op vredesbesprekingen tussen Oekraïne en Rusland, als onderdeel van het zogenaamde ‘Normandische Opzet’. Uiteindelijk werden de Minsk II-akkoorden goedgekeurd.
Minsk eiste dat Oekraïne het staatsgezag zou decentraliseren en autonomie zou verlenen aan de oostelijke Donbass-regio, met name aan de regio’s Donetsk en Lugansk. Maar Kiev weigerde dit te doen.
Macrons voorganger, de voormalige Franse president François Hollande, gaf in een gesprek met de Russische grappenmakers Vivan en Lexus toe dat Oekraïne de akkoorden van Minsk had gebruikt om tijd te rekken en zich voor te bereiden op een oorlog met Moskou.
“Er was het idee dat Poetin tijd had willen kopen, maar het waren wij [Frankrijk en Duitsland] die tijd wilden kopen om Oekraïne in staat te stellen zich te herstellen en zijn middelen te versterken,’ zei Hollande. ‘Daarom moeten wij de onderhandelingen van Minsk verdedigen, waarin [Porosjenko] een zeer belangrijke rol heeft gespeeld. Tijdens die zeven jaar kreeg Oekraïne de kans om zich te versterken,” voegde de voormalige Franse leider eraan toe.
De Russische grappenmakers hadden zich voorgedaan als de Oekraïense ex-president Petro Porosjenko om Hollande te laten instemmen met het videogesprek. Toen Hollande erachter kwam wie ze werkelijk waren, probeerde hij zijn opmerkingen te bagatelliseren. Maar dat was niet de eerste keer dat Hollande een dergelijke bekentenis aflegde.
De anti-Russische krant de Kyiv Independent interviewde Hollande in december, en vroeg hem naar opmerkingen van de voormalige Duitse bondskanselier Angela Merkel, die verklaarde: “Het was duidelijk dat het conflict zou worden bevroren, dat het probleem niet was opgelost, maar [de Minsk-akkoorden] gaven Oekraïne alleen maar kostbare tijd.” Hollande antwoordde: “Angela Merkel heeft op dat punt gelijk.”
De Minsk akkoorden waren bedoeld om de Oekraïners kostbare tijd te geven
De voormalige Franse president voegde eraan toe: “Sinds 2014 heeft Oekraïne zijn militaire houding versterkt. Het Oekraïense leger was inderdaad totaal anders dan dat van 2014. Het was beter getraind en uitgerust. Het is de verdienste van de Minsk-akkoorden dat het Oekraïense leger deze kans heeft gekregen.”
Hoewel Hollande geen Macron is, delen de twee veel van hetzelfde beleid. En dit recente historische precedent suggereert dat Parijs misschien geen eerlijke diplomatieke bemiddelaar is.
Volodymyr Zelensky, de huidige door het Westen gesteunde leider van Oekraïne, gaf in februari toe dat hij nooit van plan was Minsk II te honoreren en noemde het vredesakkoord met Rusland een onaanvaardbare ‘concessie’.
Zelensky zei dat hij Macron en Merkel duidelijk had verteld dat ‘we het niet kunnen uitvoeren’. “Uitstel is prima in de diplomatie,” legde hij uit. Deze onthulling is zeer negatief voor de politieke toezeggingen van Parijs. Het lijdt geen twijfel dat Beijing nauwlettend heeft toegekeken.
Neoconservatieven hekelen Macrons
Ondanks de vele transparante beperkingen van Macron, heeft het interview dat hij na zijn bezoek aan China in april 2023 aan Politico gaf een diplomatiek schandaal ontketend binnen Europa.
Een groep neoconservatieve politici van de oorlogszuchtige Interparlementaire Alliantie voor China (IPAC) publiceerde een brief waarin ze Macrons ‘slecht beoordeelde opmerkingen’ over Taiwan veroordeelden, aldus Politico in een vervolgbericht. Zij verklaarden: ‘Benadrukt moet worden dat de woorden van de president ernstig afwijken van de gevoelens in de Europese parlementen en daarbuiten.’
Rechtse, pro-Amerikaanse politieke leiders in Oost-Europa waren nog bozer. De extreemrechtse premier van Polen, Mateusz Morawiecki, verklaarde op het vliegveld van Warschau: ‘In plaats van strategische autonomie op te bouwen ten opzichte van de Verenigde Staten, stel ik een strategisch partnerschap voor mét de Verenigde Staten.’
Morawiecki maakte deze opmerking toen hij aan boord ging van een vliegtuig om naar Washington te vliegen voor een driedaags staatsbezoek.
Er is veel momentum tegen Macron. Er zijn weinig aanwijzingen dat hij de wil of het vermogen heeft daarmee om te gaan.
De neoconservatieve Amerikaanse senator Marco Rubio publiceerde een woedende video op Twitter, waarin hij Macron arrogant vertelt: “Misschien moeten we eigenlijk zeggen dat wij ons wel gaan richten op Taiwan en de bedreigingen die China vormt, en dat jullie dan maar moeten opdraaien voor Oekraïne en Europa.”
De Britse kwaliteitskrant The Guardian citeerde meer oorlogszuchtige Europese ambtenaren die Macrons verzet tegen de nieuwe koude oorlog tegen China aan de kaak stelden. De krant merkte ook op dat de betrouwbaar rechtse redactie van de Wall Street Journal Macron eveneens veroordeelde. Kortom, er is veel momentum tegen Macron. En er zijn weinig aanwijzingen dat hij de wil, laat staan het vermogen heeft om daarmee om te gaan.
Zeer impopulair op het thuisfront
Dit alles wil niet zeggen dat Macron thuis ‘plots’ steun heeft verloren. Sinds hij in 2017 aan de macht kwam, wordt de Franse president geconfronteerd met massaprotesten tegen zijn rechtse neoliberale economische hervormingen. Die gaan van de massabeweging van de Gele Hesjes tot voortdurende stakingen.
Terwijl hij in Beijing was, leidden Franse vakbonden zelfs enorme demonstraties tegen Macrons pogingen om de pensioenleeftijd te verhogen. Tegelijkertijd zijn de bedrijfswinsten in Frankrijk, en in de hele eurozone, recordhoog. Ondertussen dalen de reële lonen voor werknemers in de regio.
Volgens het opiniebureau Morning Consult bereikte de waardering van Macron in maart een laagterecord van slechts 23 procent, terwijl 72 procent zijn beleid afkeurde.
Europese verdeeldheid
De meeste EU-leiders geven er de voorkeur aan bevelen van de VS op te volgen.
De beperkte ruimte die Macron heeft om te manoeuvreren bleek uit het feit dat hij niet eens alleen naar China kon reizen. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, vergezelde Macron in Beijing, hoewel zij veel minder tijd besteedde aan een ontmoeting met Xi dan de Franse leider.
Von der Leyen, de feitelijke EU-chef, heeft zich veel agressiever en antagonistischer tegen China opgesteld door het land de les te lezen over de zogenaamde ‘op regels gebaseerde internationale orde’ en de noodzaak bevestigd dat Rusland zijn troepen uit Oekraïne moet terugtrekken.
Von der Leyen, de feitelijke EU-chef, heeft zich veel agressiever en antagonistischer tegen China opgesteld dan Macron
Beijing heeft al lang kritiek op het vage concept van de ‘op regels gebaseerde internationale orde’ van het Westen, die nooit duidelijk gedefinieerd werd. China heeft zich daarentegen vastgehouden aan de op het internationaal recht gebaseerde orde met als centrum de Verenigde Naties.
Een foto van von der Leyen en Macron die ver weg van Xi aan een grote ronde tafel zitten, verbeeldde symbolisch de politieke afstand tussen de leiders.
China’s staatsmediaconcern Xinhua citeerde president Xi, die ‘de diepgaande historische transformatie opmerkte die in de wereld plaatsvindt, en erop wees dat China en Frankrijk, als permanente leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN), belangrijke landen met een traditie van onafhankelijkheid zijn en standvastige pleitbezorgers voor een multipolaire wereld en voor meer democratie in de internationale betrekkingen.’
Dit was een hint dat Beijing blij is met de oproep van Parijs om Europa onafhankelijker te maken van Washington en om Europa als autonome pool in een multipolaire wereld te vestigen. Maar of Frankrijk daartoe in staat is – ook als zijn politieke wil werkelijk oprecht is – is hoogst twijfelachtig.
Dit artikel verscheen eerder op Geopolitical Economy. Het werd vertaald door Jan Reyniers. De vertaling verscheen op DeWereldMorgen