Moderne dynamische hightech bedrijven in China zijn overwegend privé. Toch heeft de overheid er steeds vaker een voet tussen de deur, via de partijcel van de CPC.
Apple CEO Cook bij OFO
De Chinese wet bepaalt dat partijcellen opgericht worden in elk bedrijf waar minstens drie leden van de CPC werken. Dat is niet onbelangrijk, want die cellen worden verondersteld het bestuur van de bedrijven te controleren en er voor te zorgen dat het spoort met de strategische doeleinden die partij en regering voorop stellen. In de praktijk bestaan niet overal partijcellen. Maar sinds het vorige partijcongres is er meer aandacht voor. Ze dienen een versterking van het marktkarakter van de economie te compenseren door meer controle op de bedrijven zelf.
De laatste opvallende oprichting van een partijafdeling is in het sterk groeiende fietsdeelbedrijf Ofo. Bij Ofo werken 167 partijleden, tien procent van het totale personeelsbestand. Opvallend, de voorzitter van de partijafdeling wordt Dai Wei, de CEO van het bedrijf en één van de vijf stichters, die overigens allen sinds hun studententijd al partijlid zijn. Het bedrijf is een mooi voorbeeld van hoe de Partij invloed heeft in de privésector, en tegelijk hoe privé-ondernemers de kans krijgen binnen de Partij te lobbyen. Ofo besloot een partijafdeling op te richten om de cohesie van het team te versterken, en om hun steun uit te drukken voor de regeringspolitiek inzake mobiliteit, waardoor het bedrijf snel kan groeien.
Ook de live streaming platform douyu.com zette onlangs een partijafdeling in Wuhan. Bij douyu.com werken 178 partijleden. Ook daar betekent het ongeveer 10% van al het personeel. Het is het eerste van de zowat 500 gelijkaardige platformen met een partijafdeling en heeft ongeveer 100 miljoen geregistreerde klanten.
Bij de technologiefirma Xiaomi, bekend van zijn smartphones, is al iets langer een partijafdeling opgezet, in 2015. En bij Suning, een grote winkelketen van huishoudtoestellen, bestaat het partijcomité sinds 2003; in de firma werken intussen 8.000 partijleden.
In joint-ventures met buitenlands kapitaal ziet men daarentegen vaak dat de buitenlandse partner huiverachtig staat tegenover de oprichting van partijcellen, uit vrees de controle over het bedrijf gedeeltelijk te verliezen.
Expert Zhang Zhihong schrijft op de website van het Ministerie van Wetenschap en Technologie dat het opzetten van partijafdelingen in bedrijven met innovatieve technologie de CPC nauwer zal verbinden met de sectoren die de richting uitzetten waarin de Chinese economie evolueert.
Einde 2016 telde de CPC ongeveer 89 miljoen leden.
Bron: Global Times
