Het Japanse Ministerie van Landsverdediging heeft voor 2017 een recordbudget van 5.170 miljard yen ( meer dan 46 miljard euro) opgesteld. Sinds Shinzo Abe in 2012 premier werd, is het de vijfde keer op rij dat het Japanse militaire budget stijgt.
Als reden voor de stijging wordt de toegenomen Chinese activiteit rond de betwiste Diaoyu/Senkaku eilandjes aangehaald, en ook de vooruitgang van Noord-Korea bij de ontwikkeling van raketten die Japan kunnen treffen. Dat Japan zelf begonnen is met de spanningen in het langdurig bevroren conflict met China op te voeren, en dat Noord-Korea overhoop ligt met Zuid-Korea en de VS maar niet met Japan, wordt zedig verzwegen.
De samenstelling van het budget wijst op een verdere verschuiving van de focus tegen Rusland, waarmee Japan een geschil heeft over de Koerilen eilanden in het Noorden, naar de 1.500 kilometer lange gordel van eilanden tussen Japan en Taiwan. Deze eilanden liggen tussen het Chinese continentale plat en de diepe oceaan, en wie ze controleert kan China afgrendelen van rechtstreekse toegang tot de Stille Zuidzee. Kern van de huidige Japanse strategie is de opbouw van een mobiele landingsmacht die ten allen tijde snel ingezet kan worden bij een conflict rond betwiste eilanden.
De grootste individuele post van het budget is de modernisering van de Patriot Advanced Capability (PAC-3) raketten, die Japan zouden moeten beschermen tegen een Noord-Koreaanse raketaanval. Deze modernisering zal 100 miljard yen (850 miljoen euro) kosten. Om beter te kunnen patrouilleren bij de onbewoonde Diaoyu/Senkaku eilanden gaat Japan 95 miljard yen spenderen aan zes Lockheed Martin F-35 stealth gevechtsvliegtuigen, plus 90 miljard aan vier Bell-Boeing V-22 Osprey verticaal opstijgende vliegtuigen en zes Boeing Chinook helikopters met twee rotoren.
Tussen april en juni dit jaar was er een record aantal confrontaties tussen Chinese en Japanse gevechtsvliegtuigen rond de eilanden. Beijing stelt voor te onderhandelen, maar Japan wijst dit af omdat er volgens hen geen discussie kan zijn over de status van de eilanden die gewoon van Japan zijn. In augustus was er nog een diplomatiek protest van Japan over de Chinese activiteiten in de wateren rond de eilanden. Positief was wel dat op de trilaterale ontmoeting van ministers van Buitenlandse Zaken van China, Japan en Zuid-Korea afgesproken werd om beter te communiceren om het uit de hand lopen van incidenten te vermijden.
De stijging van de defensie uitgaven past in de visie van premier Abe die vind dat de militaire beperkingen die Japan na de tweede oorlog opgelegd werden onrechtvaardig en verouderd zijn. Hij wil een Japans leger dat het land kan verdedigen maar ook tussenkomen in conflicten overzee. In 2015 voerde hij ondanks veel tegenstand een nieuwe wettelijke interpretatie in van de pacifistische Japanse grondwet, waarbij Japan kan overgaan tot zelfverdediging samen met bondgenoten of bondgenoten in het buitenland militair kan bijstaan, iets wat sinds de tweede wereldoorlog verboden was. Er wordt ook gespeculeerd dat Abe zijn huidige meerderheid in beide kamers van het parlement zal gebruiken om het pacifistische artikel 9 van de grondwet volledig te schrappen.
De politiek van Abe sluit aan bij de ‘draai naar Azië’ van de VS die door president Obama in het begin van zijn presidentschap samen met toenmalig minister van buitenlandse zaken Hillary Clinton werd doorgevoerd. Deze strategie stelt dat op termijn China de grootste concurrent voor de Amerikaanse wereldoverheersing is, en met alle middelen afgeremd moet worden. Naast een sterk toegenomen Amerikaanse militaire aanwezigheid in de westelijke Stille Zuidzee past ook een sterker Japans leger onder politieke controle van de VS in deze strategie.
Bron: Guardian