Zes Chinese ngo’s publiceerden in voorbereiding op de Rio+20 top een rapport “China going green: A civil society review of 20 years of sustainable development”. Hier enkele interessante punten daaruit.
De eerste inbreng van ngo’s in de Chinese milieupolitiek was de deelname van een delegatie aan de Earth Summit in Johannesburg in 2002. Sindsdien is er veel gebeurd. In 2002 werd de wet op de Milieu Effect Rapporten (MER) gepubliceerd. Die voorziet de verplichting van publieke hearings voor nieuwe projecten.
Belangrijke overwinningen voor de inspraak in milieuzaken in China was het tegenhouden van de bouw van stuwdammen op de Nu-rivier (bij ons beter bekend als Salween) en de publieke hearing over de heraanleg van het Oude Zomerpaleis in Beijing. In 2003 keurde de Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Hervormingen de bouw van twee stuwmeren en 13 dammen op de tot dan toe ongerepte Nu-rivier goed. Die zouden samen meer elektriciteit genereren dan de Drie Engtendam op de Yangtze. Doch het bleek dat het MER niet opgesteld was volgens de wet. Daarop begonnen milieu ngo’s met hun verzet tegen het project. De zaak sleepte aan tot in 2004 de premier verklaarde dat dergelijke grote projecten met een belangrijke milieu-impact een grondiger studie vereisten, en de plannen werden opgeborgen. Dit was een succes, maar een zwak punt was het ontbreken van structuren om ngo’s formeel bij het beleid te betrekken. Nog in 2004 publiceerde de regering een tienjarenplan met als doelstelling te komen tot een bestuur dat volledig op wetten gebaseerd is.Daarbij hoorden ook “wetenschappelijke, democratische en gestandaardiseerde mechanismen voor administratieve beleidsbeslissingen”. Het recht op informatie van en inspraak door het publiek werd benadrukt. Vooral Pan Yue, de onderminister van het departement voor milieubescherming (SEPA), drong aan op het meer betrekken van het publiek bij de beslissingen.In 2005 hield SEPA zijn eerste publieke hearing, over het aanbrengen van een ondoordringbaar membraan in het meer van het oude Zomerpaleis in Beijing; de hearing werd live uitgezonden. In 2006 verschenen de uitvoeringsbesluiten voor publieke inbreng in milieubesluiten, en in 2006-7 werden niet minder dan 43 MER voor projecten met een totale waarde van 160 miljard yuan verworpen.
Vandaag lijkt de evolutie minder snel te gaan. Zo zou nu 99% van de MER goedgekeurd worden. Toch blijkt uit een onderzoek van het ministerie naar organisaties die MER opstellen, dat 40% niet volledig in orde zijn en 17% van de MER ronduit zwak. De inbreng van het publiek bij MER laat dus nog veel te wensen over, en de belanghebbende partijen domineren de procedure. Vooral op plaatsen waar de milieuproblematiek het meest ernstig is, is de overheid minst geneigd het publiek erbij te betrekken. Dit blijkt ook uit rechtszaken in verband met milieu: de aangeklaagde is dikwijls een met de lokale overheid verbonden firma en de rechtbank is vooringenomen.
Er bestaat ook een pilootprogramma van gespecialiseerde milieurechtbanken . ER bestaan er enkele dozijnen in tien provincies. Maar opnieuw blijken er minder van dergelijke rechtbanken te zijn op plaatsen waar de problematiek het ergst is, terwijl op andere plaatsen de speciale rechtbanken weinig of niets te doen hebben. In theorie kunnen alle milieu-ngo bij deze rechtbanken zaken aanhangig maken, maar in de praktijk komen bijna alle klachten van de Nationale federatie voor Milieubescherming.