De Britse Guardian is op zoek gegaan naar milieu- elementen in het Vijfjarenplan dat in maart voor het parlement komt. China stevent recht af op het leiderschap in groene energie, maar vervuiling en lange-termijn milieubescherming blijven tere punten.
China is de grootste uitstoter van broeikasgassen en de grootste verbruiker van energie.
Het vijfjarenplan zal zeker een milieutaks invoeren in heel het land, maar allicht niet overal ineens.
Een punt dat nog besproken wordt is een beperking van het totale energieverbruik. Tot nu toe werkt men enkel met grenzen aan het energieverbruik per geproduceerde eenheid. De absolute beperking wordt voorgesteld door de bekende economist Hu Angang. Volgens de hudige voorspellingen zou de uitstoot van broeikasgassen een maximum bereiken rond 2030 op een niveau dat meer dan het dubbele van vandaag bedraagt. Een beperking van het totale energieverbruik zou moeten toelaten vroeger en lager te pieken. Het voorstel van Hu kreeg verassend veel positieve reacties.
De komende vijf jaar zal het verbruik van zowel grijze als groene energie zeker toenemen. In 2010 stak China de USA voorbij in windenergie en 7 op 10 grootste fabrikanten van zonnepanelen zijn Chinees.Toch zal het gros van de groene energie moeten komen van kernenergie en stuwdammen. Kernenergie zou in 10 jaar vertienvoudigen. En er komen voor 140 GW (equivalent van zowat 140 kerncentrales) nieuwe stuwdammen op vijf jaar. Met de hele ecologieproblematiek als toemaat.
Op transportgebied zal China binnen twee jaar meer supersnelle treinen hebben dan de rest van de wereld samen. En tegen 2020 komen er 10 miljoen laadstations voor electrische auto’s. Er worden ook ambitieuze doelstellingen voor openbaar vervoer en ecologisch verantwoorde urbanisatie verwacht.
In 2010 investeerde China 34 miljard dollar in milieuvriendelijke technologie, de USA 18 miljard. Volgens de Guardian speelt het grote aantal ingenieurs in de leiding van de partij een rol. China erkent de gevaren van de klimaatopwarming en de voordelen van investeren in hernieuwbare energie en is in vele sectoren wereldleider of op weg naar.
Minder succesvol is het tot nog toe bij het bestrijden van de vervuiling. China wordt het meest vervuilde land ter wereld genoemd. Daarom zijn strengere normen op fabrieken en het verkeer verwacht.Zo komen er nu ook normen voor stikstofoxides (twee derden van industrie, een derde van voertuigen) en ammoniak ( een polluent in water afkomstig van vooral chemische bedrijven). Steden als Shanghai en Beijing zijn begonnen met het aantal auto’s te beperken. Er komt ook meer transparantie in de milieugegevens; sinds begin dit jaar zetten meer dan 100 steden hun gegevens over lucht- en waterkwaliteit in real time op het internet.
Wat het milieu in het algemeen betreft, blijft water een pijnpunt. Noord-China heeft een acuut tekort aan 40 miljard m³/jaar waardoor de reserves grondwater snel uitgeput geraken. Naast beperkingen op het waterverbruik zijn gigantische investeringen gepland om de waterhuishouding van het noorden te verbeteren.
Volgens vice-minister voor milieu Pan moet op sommige gebieden de groei afgeremd of zelfs gestopt worden. In Shanghai is alle grond volgebouwd; en China produceert 40% van alle staal in de wereld, meer dan genoeg. Hij hoopt dat het twaalfde vijfjarenplan een keerpunt wordt waarin de milieuverloedering gestopt wordt en men uit het dal begint te klimmen; daarom moet de groei teruggebracht worden op 8-9% , en moet men meer investeren in de bescherming van landbouwgrond, voedselzekerheid, bescherming van fauna en flora en herstel van milieuschade door infrastructuurwerken.
Om dit te bereiken zal men moeten optornen tegen veel lokale belangen. Ook in vorige plannen stonden groeivoeten van 7-8% maar in realiteit zat men boven 10%. Ook nu weer kondigen vele, vooral armere provincies aan dat ze een verdubbeling in vijf jaar nastreven (wat een groeivoet van 14-15% betekent); daarmee zitten ze ver boven de nationale streefdoelen. Een mogelijke piste is de beoordeling van lokale kaders niet op basis van economische groei, maar op ‘groene groei’ waarbij de milieukost van economische groei ingerekend wordt; dit idee was al in het vijfjarenplans 2001-2005 gelanceerd maar kwam niet van de grond wegens te veel lokale passieve weerstand, en vraag is of het nu lukt.
NGO’s zoals Greenpeace China verwachten dat het komende vijfjarenplan beslissend zal zijn voor de groene toekomst van China; ook zij verwachten heel wat weerstand van lokale belangengroepen. Voor het eerst zullen losse milieudoelstellingen geïntegreerd worden in een globaal economisch plan.
Er ook scepticisme bij sommige milieuactivisten. De maatregelen die nu beslist worden zijn onvoldoende.Een voorbeeld dat momenteel stof doet opwaaien is het aanpassen van een natuurreservaat op de bovenloop van de Yangtze om een stuwdam te kunnen bouwen. Dit toont aan dat men om de groene energie te bevorderen andere lange-termijn aspecten van het milieu opoffert.
Li Bo van Friends of the Earth heeft goede hoop dat de regering verder zal gaan dan ooit tevoren. Toch zal geen enkele vooruitstrevende regeringspolitiek op termijn succesvol zijn zonder een mentaliteitsverandering van het grote publiek. Het publiek moet beseffen dat China de westerse weg van ‘schone schijn maar vuile consumptie’ niet mag volgen.