De positie van etnische minderheden in China wordt door de westerse media met grote regelmaat uit de kast gehaald om China zwart te maken. Wie met dezelfde regelmaat door die gebieden met etnische minderheden reist weet dat deze verhalen niet met de realiteit stroken. Chinasquareredacteur Peter Peverelli vat hier zijn eigen observaties samen.
Op bezoek bij een Tibetaanse familie; foto van auteur
Chinezen
Het woord Chinezen leidt vaak tot misverstanden. Staatsburgers van de VR China zijn Chinezen; ongeacht hun etnische achtergrond. Toch gebruiken velen het woord als aanduiding voor etnische Chinezen. Mongolen, Koreanen, Tibetanen en andere etnische minderheden in dat land zien zij niet als ‘Chinezen’. Dat laatste is onterecht en het zou onze media sieren, als zij beter op hun terminologie zouden letten. Indien een Amerikaan zou schrijven dat Vlamingen eigenlijk geen Belgen zijn, zou hem dat ook niet in dank afgenomen worden. De officiële term voor wat (te) veel westerlingen ‘Chinezen’ noemen is Han, de etnische benaming afgeleid van de eerste grote Chinese dynastie.
Multi-etnisch
China is een multi-etnische staat. De Han maken weliswaar meer dan 90% van de bevolking uit, maar de bijna 9% andere etnische groepen bezetten een relatief veel groter oppervlakte. De autonome regio’s Tibet, Binnen-Mongolië, Qinghai en Xinjiang vormen al bijna de helft van het land. Dan zijn er nog verscheidene autonome prefecturen en andere kleinere regio’s. In al die regio’s zijn officiële opschriften tweetalig: Chinees en de taal van de leidende etnische groep. Etniciteit wordt in China serieus genomen. Het is een van de items op een Chinees ID. Leden van etnische minderheden genieten soms voorrechten op de Han. Een belangrijk voorbeeld is dat in de tijd van de strenge geboortebeperking koppels van etnische minderheden meer kinderen mochten hebben. Minderheden hebben ook het recht op vertaling e.d. bij rechtszaken. Een Chinees bankbiljet is vijftalig.
Oeigoeren
Ik bezocht Xinjiang tweemaal, in juli 1981 en september 2018. De eerste reis was georganiseerd door een Chinese universiteit waar ik een tijd onderzoek deed en de tweede was een volledige privéreis. In 1981 viel het me op hoe respectvol de organisatoren en hun lokale contacten met zaken als religie omgingen. Wij konden van enige afstand de hoofdmoskee van Ürümqi bekijken, maar alleen de twee Pakistaanse studentes mochten ook naar binnen. Aan de andere kant werd ons busje in de oase Turfan door een Oeigoerse bestuurd. De gelijkheid van man en vrouw, een kernzaak in het beleid van de Chinese overheid, werd ook daar strikt doorgevoerd.
De tweede reis vond plaats tijdens de heftige anti-Chinese campagne over Xinjiang in de westerse pers. De situatie die wij, o.a. in Kashgar, de grootste stad in het Oeigoerse hartland, aantroffen was totaal anders dan wat wij op internet in onze kranten erover konden lezen. Ja, er was sprake van verhoogde veiligheidsmaatregelen, net als op iedere andere plaats waar terroristische activiteiten plaatsgevonden hadden. Ondanks die maatregelen was de situatie op straat en in de bazaars juist opvallend rustig en vriendelijk. Ik heb hierover al uitgebreid op Chinasquare verslag gedaan.
Hui
In september 2019 reisde ik met een groep Chinese vrienden per auto door de autonome regio Linxia, voornamelijk bewoond door de Hui. De Hui zijn ontstaan uit een mengeling van handelaren uit verschillende Islamitische landen die elkaar langs de Zijderoute tegenkwamen. De Islam is daar duidelijk overheersend. In ieder dorp staat een moskee en bovendien zagen we dat in de meeste dorpen de oude onlangs door een nieuwe vervangen was. De oude was in de traditionele Chinese stijl en de nieuw in de Arabische. De internationale invloed was overduidelijk en werd op z’n minst door de overheid gedoogd.
Een winkel voor hijabs in Linxia; foto van de auteur
Koreanen
Er wonen enige miljoenen etnische Koreanen in China, met als hartland de regio Yanbian in de provincie Jilin. Ik maakte in oktober 2017 met een groep Chinese vrienden een autoreis door die regio. Een flink deel van die reis liep langs de grensrivier tussen China en Noord-Korea (de Yalu Rivier). Het viel echter op dat de lokale Koreanen zich vooral met Zuid-Korea identificeerden. Winkels gespecialiseerd in ‘Koreaanse producten’ verkochten uitsluitend Zuid-Koreaanse waren. Ook stond het gebied vol protestantse kerkjes. Het protestantisme is sterk in Zuid-Korea en veel Zuid-Koreanen die voor zaken in China wonen werken daarnaast als zendelingen (ook onder de Han); met zichtbaar succes. Invloed van Noord-Korea was slechts sporadisch merkbaar.
Mongolen
Het Mongoolse hartland is in twee stukken verdeeld: de onafhankelijke republiek Mongolië en de Chinese autonome regio Binnen-Mongolië. Een interessant verschil tussen die twee is dat de Mongolen in China hun eigen traditionele schrift schrijven, terwijl in Mongolië het Cyrillische alfabet gebruikt wordt. Ik reisde in augustus 2016 met Chinese familie een paar weken door Binnen-Mongolië, inclusief een overnachting bij een Mongoolse familie. De Mongolen hechten heel sterk aan hun traditionele levenswijze: het leven draait er rond het houden en verhandelen van vee. Religie speelt geen grote rol, maar we bezochten een lokale lamatempel waar Mongolen geregeld wat geld neertellen om een lama een gebed op te laten zeggen.
Tibetanen
Tibet was rond de Olympische Spelen van 2008 in Beijing een hot item in de westerse pers. Enige monniken probeerden van de verhoogde interesse in China van de internationale pers misbruik te maken door openlijk te roepen dat zij onderdrukt werden. Ik heb in juni 2014 een privéreis door Tibet gemaakt. Daarnaast heb ik in september 2019 met een groep Chinese familie en vrienden een autoreis door Tibetaans gebied in Noord-Sichuan en Zuid-Gansu gemaakt.
Gesprekken in Tibet in 2014 gaven een goed beeld van het kernprobleem. In de traditionele Tibetaanse maatschappij stond de sangha, de klasse van monniken, centraal. Zij konden lezen en schrijven en de enige manier om onderwijs te krijgen was middels de sangha. Dat veranderde na 1949 zeer geleidelijk. Het was vooral de snelle economische en sociale ontwikkeling van de jaren negentig die de invloed van de sangha fundamenteel aantastte. De opstand van 2008 was snel onder controle en de ingezette ontwikkelingen waren onomkeerbaar. Echter, ondanks de modernisering onder de stedelijke Tibetanen, was de religie onder de anderen nog springlevend. Wij zagen veel Tibetanen die zich van hun woonplaats knielend naar het Potala Paleis in Lhasa begaven. Hun werd geen strobreed in de weg gelegd.
In 2019 viel op hoeveel geld er in het herstel en de uitbreiding van Lamatempels gestoken werd. In alle Tibetaanse dorpen waardoor we reden zagen we nieuwe tempels, glimmend van het nieuwe bladgoud. Aan de andere kant verbleven we ook een nacht in een soort resort gebouwd door een Tibetaanse ondernemer in Diebu. Wij konden daar, buiten het seizoen, voor een schappelijke prijs slapen. Ik ontmoette daar de vader van de eigenaar, die een aantal jaren de lokale bestuurder geweest was. Hij had heel de wereld afgereisd en was ook in Amsterdam geweest. Het viel dus enorm mee met de onderdrukking van de Tibetanen.
(Wat betreft de situatie in Tibet, lees ook de externe bijdrage van Elisabeth Martens op Chinasquare).
Miao
De Miao, verwant aan de Hmong in Vietnam, wonen in gemeenschappen verspreid in Zuid-Centraal China. In september 2016 nam ik deel aan een conferentie over de rechten van etnische minderheden in Chongqing. De dag voor de conferentie maakten we een reis door een van de regio’s waar de Miao de meerderheid vormden. Het was duidelijk dat de lokale overheid daar enorm investeerde in projecten, geïnspireerd door de lokale cultuur, om toeristen aan te trekken. Dat was inderdaad behoorlijk toeristisch, maar aan de andere kant is toerisme wereldwijd een manier om lokale culturen te behouden. Daarnaast bezochten we een druivenkwekerij die met overheidssteun opgezet was.
In januari 2020 bezocht ik in Hunan een museum over de cultuur van de Miao. Een centraal thema was de kunst van sjamanen het ontbinden van een lijk voor een bepaalde tijd te vertragen. Ik was sceptisch, maar een lokale kennis, een goed opgeleide vrouw van begin dertig, vertelde dat toen haar grootmoeder, in de zomer, overleed, de sjamaan berekend had dat zij pas na 11 dagen begraven mocht worden. Daarna had hij een ritueel uitgevoerd waarna het lijk inderdaad gedurende 11 hete vochtige dagen geen spoor van ontbinding vertoonde. Ik ben nog steeds sceptisch, maar kan wel vaststellen dat traditioneel bijgeloof niet van bovenaf onderdrukt wordt.
Dai
In februari 1984 maakte ik een, weer door een universiteit, georganiseerde reis naar o.a. Xishuangbanna, een streek aan de grens met Myanmar. We bezochten een dorp gebouwd op palen; zoals je die meer in Zuidoost-Azië ziet. Je waande je ook niet echt meer in China. We kregen wel een enthousiaste introductie van de manier van leven van een lokale bestuurder die zelf van de Han-nationaliteit was. De reden was dat de Dai slecht Chinees zouden spreken. Ik ben niet meer teruggegaan, maar als ik foto’s en video’s van het huidige Xishuangbanna zie, komt het wel heel erg toeristisch over. Maar ook hier zijn de Dai dus niet ‘geassimileerd’, maar helpt toerisme hun cultuur in stand te houden.
Conclusies
Zoals gezegd heb ik in dit artikel mijn tijdens vele reizen opgedane bevindingen op een rijtje gezet. Mijn observaties tonen regio’s die bestuurlijk deel uitmaken van de VR China, maar daarnaast ook de lokale cultuur intact laten. Intact betekent daarbij soms dat die cultuur moet moderniseren om een kritische massa te behouden. Dat kan bij tijd en wijle met de behoudzucht van een minderheid schuren. Daarnaast staat de nationale overheid garant dat de basiswaarden van de VR China, zoals de gelijkgerechtigdheid van vrouwen, ook daar gehandhaafd worden. Veel van die observaties lijken de kritische artikelen tegen te spreken. Ik noem hier echter niemand een leugenaar. Ik laat het aan onze lezers over de discrepanties tussen mijn persoonlijke observaties en de artikelen geschreven door mensen die vaak zelf nooit deze regio’s bezocht hebben, maar telkens weer dezelfde derden citeren, te beoordelen.
Bronnen: eigen observaties van de auteur
Zie ook ons eerdere artikel: De autonomie van de nationale minderheden – Chinasquare.be