Keith Bennett (OPINIE)
Op 3 en 4 maart vond, deels in Shanghai en deels online, een forum plaats over ‘De Chinese weg naar modernisering in een context van grote mondiale veranderingen’. * Een van de buitenlandse sprekers was Keith Bennett, een redacteur van Friends of Socialist China (FoSC). Hij besprak Xi Jinpings opvattingen over modernisering. FosC publiceerde het tapescript van zijn redevoering.
Volgens Keith Bennett is de specifieke actuele modernisering van China een buitengewoon fenomeen en vormt ze een alternatief voor de westerse dominante modernisering. De Britse Chinakenner meent ook dat de Chinese aanpak zijn wortels heeft in de wetenschappelijke socialistische traditie, en aanspraak maakt op de kwalificatie ‘marxisme voor de 21ste eeuw.’
Nadat hij de organisatoren van het forum had bedankt voor de uitnodiging om een gesproken bijdrage te leveren begon Keith Bennett met een korte historische schets van de modernisering in de wereld, om zich dan meteen toe te spitsen op het China van Xi Jinping.
‘Modernisering China is veelomvattend, rechtvaardig, duurzaam en marxistisch’
Keith Bennett
Het moderniseringsproces, zoals het vandaag de dag algemeen wordt begrepen, begon in essentie met de industriële revolutie in de negentiende eeuw, eerst in Groot-Brittannië, vervolgens in enkele andere landen van West-Europa, en in de Verenigde Staten. Na de Meiji-Restauratie in 1868 werd Japan de eerste niet-witte natie die deelnam aan dit historische proces.
Modernisering anders bekeken
In de hedendaagse wereld is modernisering een universeel streven van de mensheid geworden. Toch heeft tot nog toe slechts een minderheid van de wereldbevolking het doel bereikt. Het is in deze context dat we de betekenis moeten zien van de verklaring van Xi Jinping, in zijn verslag aan het 20ste Nationale Congres van de Communistische Partij van China in oktober 2022. Xi zei toen dat het ‘vanaf deze dag de centrale taak’ zou zijn om het volk naar het Tweede Eeuwfeestdoel te leiden, dus om ‘van China een in alle opzichten groot modern socialistisch land te maken’. Hij legde uit dat deze centrale taak de volgende vijf aspecten van modernisering inhield: modernisering van een enorme bevolking, van gemeenschappelijke welvaart voor iedereen, van materiële en cultureel-ethische vooruitgang, van harmonie tussen mensheid en natuur en van vreedzame ontwikkeling.
Verschil met het Westen
Uit de bovenstaande vijf punten blijkt dat modernisering weliswaar een wereldwijd proces en een universeel streven is, maar dat ze radicaal verschillende vormen kan aannemen. Hoewel de socialistische modernisering van China dus een aantal kenmerken gemeen heeft met de weg die westerse kapitalistische landen zijn ingeslagen, zijn er meer verschillen dan overeenkomsten. Hier is iets fundamenteel nieuws – dat bovendien zal worden gezien als een unieke modernisering die werkelijk veelomvattend, rechtvaardig en duurzaam is. De stellingen van de Chinese leider over modernisering vormen een belangrijk onderdeel van het Denken van Xi Jinping. Als zodanig kan zelfs uit een oppervlakkige studie ervan duidelijk blijken dat deze modernisering grondig is geworteld in de wetenschappelijke socialistische traditie en ook dat het hier gaat om een marxisme voor de 21e eeuw.
‘for the many’
Zoals eerder gezegd, is modernisering tot nu toe alleen bereikt door een minderheid van, overwegend witte, naties. Alleen al daarom zal de modernisering van China, een land waar ongeveer 22 procent van de wereldbevolking woont, het percentage van de mensheid dat in een gemoderniseerde maatschappij leeft meer dan verdubbelen. Als zodanig zal het de wereldwijde samenleving, economie en cultuur ingrijpend veranderen en zelfs revolutioneren, en daarmee ook de vooruitzichten en mogelijkheden voor die naties en volkeren die nog steeds geconfronteerd worden met existentiële ontwikkelingsvraagstukken.
Nu al is de uitbanning van extreme armoede in China verreweg de grootste bijdrage aan de Millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties. Zoals Xi Jinping het verwoordde in zijn verslag aan het 19de Partijcongres in 2017, biedt het socialisme met Chinese kenmerken ‘een nieuwe keuzemogelijkheid voor andere landen en naties die hun ontwikkeling willen versnellen met behoud van hun onafhankelijkheid.’
Mondiale modernisering
Naarmate China vooruitgang boekt met zijn moderniseringsdoelstellingen, nodigt het ook andere ontwikkelingslanden in het Zuiden, en wel degelijk nog andere landen, uit om mee op de trein te stappen van de snelle ontwikkeling en groeiende welvaart van China. Dat wordt mogelijk gemaakt bijvoorbeeld via het Belt & Road Initiative, de gestage uitbreiding van het BRICS Plus-samenwerkingsverband, de geïnstitutionaliseerde fora voor samenwerking van China met Afrika, met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en met andere regio’s, de Shanghai Cooperation Organisation, enzovoort. Als gevolg daarvan is het socialistische China echt de krachtige locomotief geworden die de weg naar modernisering effent voor de meerderheid van de wereldbevolking. Dit illustreert een belangrijk aspect van de diepe waarheid waar president Xi Jinping ons voortdurend aan herinnert, namelijk dat ‘de wereld en de mensheid op dit moment getuige zijn van veranderingen die in een eeuw niet meer zijn vertoond’.
‘Armoede is geen socialisme’
Het veelomvattende en unieke karakter van China’s socialistische modernisering wordt verder geïllustreerd door het tweede kenmerk waar Xi op wees – dat het een modernisering van gemeenschappelijke welvaart voor iedereen is. Zoals Chinese leiders van Mao Zedong tot Deng Xiaoping duidelijk hebben gemaakt, is gemeenschappelijke welvaart zowel een intrinsieke eis als een essentieel kenmerk van het ontwikkelde socialisme.
Dit was de visie die Mao Zedong naar voor bracht in het begin van de jaren 1950, toen het nieuwe China nog in de kinderschoenen stond. In de eerste fase van China’s hervorming en openstelling legde Deng Xiaoping uit dat sommige mensen eerst rijk mochten worden. In het algemeen gingen de levensstandaard en de levenskwaliteit van de overgrote meerderheid van de bevolking aanzienlijk omhoog, vond er een ware revolutie in de productiekrachten plaats en nam de nationale kracht van China op alle vlakken enorm toe. Er ontstonden echter ongelijkheden die te ver gingen en in sommige gevallen behoorlijk flagrant werden. Dit veroorzaakte problemen en tegenstellingen, niet alleen binnen de hele natie, maar bijvoorbeeld ook in termen van soms onmiskenbare regionale verschillen.
Toch had Deng zelf zich er altijd glashelder over uitgedrukt dat het doel om sommigen eerst rijk te laten worden slechts een stap was in de richting van het langetermijndoel om gemeenschappelijke welvaart voor iedereen te realiseren als een essentieel kenmerk van het socialisme. ‘Gemeenschappelijke armoede’, zei hij, ‘is geen socialisme’. En hoe complex en moeizaam dat proces ongetwijfeld ook is, China boekt vandaag een gestage en zeer duidelijke vooruitgang in de richting van gemeenschappelijke welvaart.
Ongelijkheidsmachine uitgezet in China …
Uit gegevens van het Nationaal Bureau voor de Statistiek blijkt dat de welvaartskloof tussen stad en platteland steeds kleiner is geworden sinds het nieuwe ontwikkelingsstadium begon met het 18de Nationaal Congres van de CPC in 2012. In 2021 was het beschikbare inkomen in stedelijke gebieden 2,5 keer groter dan op het platteland, maar in 2012 was dat cijfer nog 2,88 geweest. Men registreerde de vooruitgang nadat China in de tien jaar sinds 2012 met succes de resterende 100 miljoen plattelandsbewoners uit de absolute armoede (volgens de definitie van de Wereldbank) had gehaald.
China is er ook in geslaagd om het grootste sociale vangnet ter wereld te creëren, ook al moet er nog veel gebeuren om het te verbeteren en te perfectioneren. Het basisprogramma voor ouderdomsverzekering, het Chinese pensioenfondsensysteem, is sinds 2012 uitgebreid tot 1,04 miljard mensen. De dekking van werkloosheidsuitkeringen en arbeidsongevallenverzekeringen is ook enorm toegenomen: de afgelopen jaren kregen al respectievelijk 230 miljoen en 290 miljoen mensen toegang tot die voorzieningen.
… en in de wereld
Op wereldschaal bekeken is het feit dat de modernisering van China een modernisering van vreedzame ontwikkeling is, het meest fundamentele punt van allemaal. Hier zien we het scherpste contrast met de kapitalistische weg naar modernisering. De basis voor dit laatste werd treffend en bondig samengevat door de belangrijkste grondlegger van het wetenschappelijk socialisme in de negentiende eeuw. In hoofdstuk 31 van het eerste deel van zijn meest baanbrekende werk, Het Kapitaal: Een kritiek op de politieke economie, schreef Karl Marx:
‘De ontdekking van de goud- en zilverlanden in Amerika, de uitroeiing, onderdrukking en opsluiting van de inheemse bevolking in de mijnen, de op gang komende verovering en plundering van Oost-Indië, de verandering van Afrika in een wildpark voor handelsjacht op zwarthuiden vormen de dageraad van het tijdperk der kapitalistische productie. Deze idyllische processen zijn de belangrijkste momenten van de oorspronkelijke accumulatie’ (Nederlandse vertaling van E. Mandel).
In een toespraak voor de Oxford Union in 2015 merkte de Indiase politicus en schrijver Shashi Tharoor op: ‘Het aandeel van India in de wereldeconomie was 23% toen Groot-Brittannië in dat land arriveerde. Tegen de tijd dat de Britten vertrokken was dit gedaald tot 4%. Waarom? Simpelweg omdat men India regeerde ten voordele van Groot-Brittannië. De opkomst van Groot-Brittannië gedurende 200 jaar werd gefinancierd door de plunderingen in India. In feite was de industriële revolutie van Groot-Brittannië gebaseerd op de de-industrialisatie van India.’
Soortgelijke voorbeelden kunnen ook worden aangehaald met betrekking tot China en andere landen en beschavingen.
Het is deze wet van kapitalistische ontwikkeling, door Marx onthuld, die Lenin ertoe bracht een essentieel kenmerk van het imperialistisme te definiëren, zijn term voor het hoogste stadium van het kapitalisme. Die karakteristiek is dat de wereld een handvol onderdrukkende naties kent aan de ene kant en een grote massa onderdrukte naties aan de andere. Het is precies als gevolg van deze verdeling dat de meerderheid van de mensheid nog steeds niet in een gemoderniseerde maatschappij leeft.
Modernisering en vrede
Maar het feit dat de belangrijkste ontwikkelde naties hun modernisering voor een zeer groot deel hebben gebouwd ‘op het bloed en de botten’ van de mondiale meerderheid, heeft hen niet in staat gesteld om gemeenschappelijke welvaart voor iedereen in hun eigen landen te bereiken. In de geavanceerde kapitalistische landen blijft, zelfs na honderden jaren, niet alleen de kloof tussen arm en rijk bestaan, blijft het fenomeen van de rijken die rijker worden en de armen die armer worden bestaan, het wordt opnieuw verergerd en acuter.
Daarom heeft Groot-Brittannië de afgelopen jaren een golf van stakingen gekend, ongezien in de afgelopen decennia, omdat arbeiders uit de meest uiteenlopende sectoren vaak geen reële loonsverhoging eisen, maar gewoon een correctie van de daling van hun reële loonniveau als gevolg van jaren van bezuinigingen die uitmondden in hoge inflatiecijfers. Deze stakingen omvatten de meest uiteenlopende sectoren van de werkende bevolking, van de traditioneel militante en goed georganiseerde vakbonden van spoorwegpersoneel tot degenen die tot nu toe niet gewend waren om te staken, zoals verpleegkundigen en artsen in opleiding.
Tijdens het 20ste Partijcongres heeft Xi Jinping de marsroute naar modernisering van China uitgezet. Xi zei: ‘Bij het nastreven van modernisering zal China niet het oude pad van oorlog, kolonisatie en plundering volgen dat door sommige landen is bewandeld. Dat wrede en met bloed besmeurde pad van verrijking ten koste van anderen heeft de mensen in ontwikkelingslanden veel leed berokkend. We zullen vastberaden aan de goede kant van de geschiedenis en aan de kant van de menselijke vooruitgang blijven staan.’
Welke toekomst?
China’s verwezenlijking van gemeenschappelijke welvaart voor iedereen, de meer dan verdubbeling van het aantal mensen dat in gemoderniseerde samenlevingen leeft en de bijdragen van China aan de wereldwijde modernisering, onder meer via het Belt & Road Initiative en het Global Development Initiative, zijn belangrijke mijlpalen op de weg naar de verwezenlijking van de gemeenschap van de gedeelde toekomst van de mensheid. Het is daarom een fundamenteel ander paradigma voor modernisering: de modernisering voor de hele mensheid.
NL vertaling: D. Nimmegeers
——————————————————————
*Het forum ‘De Chinese weg naar modernisering in een context van grote mondiale veranderingen’ was een initiatief van enkele afdelingen van de Chinese Academie van Sociale Wetenschappen (CASS): het Instituut voor Japan-studies, het Instituut voor marxisme in de 21e eeuw, CASS departement van de overheid in Shanghai. Zeventien Chinese marxisme-specialisten spraken het forum toe, waaronder Wang Weiguang, lid van het Permanent Comité van de Politieke Raadgevende Conferentie van het Chinese Volk (CPPCC), en Deng Chundong, lid van het Nationaal Comité van de CPPCC. Behalve Keith Bennett waren opvallende buitenlandse gastsprekers Fukushima Mizuho, leider van de Sociaal-Democratische Partij van Japan, Russische academici, hoge vertegenwoordigers van communistische partijen uit Europa en de VS en Stephen Perry, erevoorzitter van de Britse 48 Group Club, een non-profitorganisatie die zich inzet voor het bevorderen van de handel tussen de Volksrepubliek China en het Verenigd Koninkrijk.