Door een nieuw decreet hebben overheidsorganen een verslag moeten publiceren over hoe ze in 2020 het recht op openbaarheid van bestuur ingevuld hebben. Het tijdschrift Caixin heeft een analyse gemaakt.
In principe moet elke burger informatie over de werking van de overheid kunnen krijgen voor zover dat binnen de wet toegestaan is. In de jaarverslagen krijgen we een idee in hoeverre dat werkt.
Een decreet van 2020 legt de overheden de plicht op het jaarverslag te publiceren vóór 31 maart. Het moet opgesteld zijn volgens een nationaal gestandaardiseerd formaat. De belangrijkste organen waarvoor de verplichting geldt zijn de provinciebesturen en de nationale ministeries met al de van hen afhankelijke bureaus en commissies.
Sterke en zwakke punten
Het goede nieuws: tegen 31 maart waren alle voorziene jaarverslagen gepubliceerd, volgens het standaardformaat. Dat is een grote vooruitgang tegenover de vroegere situatie waarbij sommigen geen verslag publiceerden en ander slechts een formeel.
Een zwak punt is de inhoud van de provinciale verslagen. Veel daarvan gaan breed in op de informatie die de provincie gepubliceerd heeft. Maar wat de vragen door het publiek betreft zwijgen ze over de inhoud, de belangrijkste thema’s; de rapporten beperken zich tot het droog opsommen van aantallen verzoeken. Dat leert ons niet veel en laat ons niet toe een oordeel te vormen over de transparantie van het bestuur.
De aanvragen om informatie vrij te geven variëren geografisch. Ze zijn het hoogst in de meer ontwikkelde kustprovincies. Guangdong, Jiangsu, Shandong en Beijing ontvingen elk meer dan 25.000 verzoeken in 2020. Guangdong is recordhouder met 48.000 in 2020. Mensen in de meer ontwikkelde provincies hebben een betere kennis van hun rechten een weten beter hoe ze informatie moeten opvragen. Een hogere ontwikkeling betekent bovendien een hoger risico op belangenconflicten waarbij vrijgave van overheidsinformatie belangrijk wordt.
Onteigeningen belangrijkste thema
Er zijn slechts vier provincies – Shandong, Zhejiang, Shaanxi en Guizhou – die ingaan op de inhoud van de gevraagde informatie of de aard van de administratieve betwistingen. Daaruit blijkt dat informatie over onteigeningen van grond en hervestiging een van de belangrijkste bekommernissen van het publiek was.
In het geval van Shandong is er veel vraag naar informatie over onteigeningsvergoedingen voor grond of voor woningen (meer dan de helft en tot zelfs 80%), over de renovatie van krotwijken en de sociale zekerheid. Verder zijn sommige verzoeken om informatie eigenlijk klachten of voorstellen aan de overheid. Onteigening van grond was ook een belangrijk onderwerp in Shaanxi. Zhejiang meldt dat administratieve betwistingen vooral gingen om onteigeningen van grond en financiële investeringen. In Guizhou ging het naast de onteigeningen vooral om informatie en controle van projecten en over milieubescherming.
Uit commentaar van ambtenaren blijkt dat in Shanghai omwille van de hoge woningprijzen veel informatie opgevraagd wordt in het kader van conflicten rond vastgoed. Ook bronnen in Beijing en Hubei hebben het over onteigeningen en hervestiging.
Het opvragen van informatie rond vastgoedtransacties gebeurt meestal in het kader van betwistingen, waarbij partijen argumenten zoeken voor hun zaak in officiële akten, verslagen van vergaderingen enz.
Veteranenzaken druk bevraagd
Het totaal aantal aanvragen is in 2020 licht gedaald, wellicht door COVID-19. De daling was vooral bij de ministeries van openbare veiligheid, van financiën, en van gezondheidszorg. Bij negen ministeries was er een toename, in het bijzonder bij de ministeries van veteranenzaken en van buitenlandse zaken, bij de Rekenkamer en de commissie voor de minderheden.
In de provincie Shandong gaat tien procent van de verzoeken over informatie voor de reclassering van veteranen – beroepssoldaten die na een aantal jaren verplicht afzwaaien. Dit hoge aandeel heeft te maken met veranderende regels en een variëteit in specifieke situaties.
Bij de commissies die rechtstreeks onder de regering vallen kwamen de meeste aanvragen bij het bureau voor marktregeling en het bureau van de nationale administratieve zaken. Stijgingen waren er verder bij het bureau voor de veiligheid van de gezondheidszorg, het bureau voor klachten en voorstellen, en de belastingdiensten.
Nog te weinig bevredigende antwoorden
In hoeverre kregen de aanvragers een bevredigend antwoord?
Op regionaal vlak was dat minder dan de helft in 17 provincies. Ningxia sprong uit de band met slechts 8,7%, ver achter de voorlaatste, Tianjin, met 35%. De vijf provincies met het hoogste aantal aanvragen scoorden bij de zwakste tien qua antwoorden. Beijing haalde slechts 38,4%.
Als reden voor geen of onvoldoende antwoord werd overwegend opgegeven ‘kan niet verleend worden’, ‘is geheim’ of ‘niet beschikbaar’.
De bureaus van de centrale ministeries deden niet beter. Zeven eenheden haalden nog geen 10%. Het zwakst presteerden de commissie voor minderheden (0%) en het ministerie voor veteranenzaken (4%). Aan de andere kant van het spectrum haalden het nationaal bureau voor de veiligheid van de gezondheidszorg 91,4%, het nationaal bureau voor statistiek 76,2% en het ministerie voor landbouw en platteland 60,5%.
Waarom die overwegend zwakke scores? Een aangehaalde reden is dat de de gevraagde informatie niet valt onder de verplichting tot openbaarheid van het bestuur dat de vraag kreeg. Zo kreeg het stadsbestuur van Shanghai veel vragen binnen over organisaties die onder de communistische partij vallen, over de werking van het lokale parlement of over de werking van rechtbanken en openbaar ministerie.
Verder lijken veel vragen om informatie in feite klachten of voorstellen om dingen te veranderen die meer actie vereisen dan een eenvoudig verstrekken van informatie.
Bron: Caixin