Niettegenstaande de Aziatische crisis is de Chinese economie tijdens het afgelopen negende vijfjarenplan jaarlijks blijven groeien met 8,3 pct. De inflatie van het achtste vijfjarenplan raakte onder controle zodat een “zachte landing” gemaakt werd. De economie van de tekorten werd vaarwel gezegd en officieel bereikten drie vierden van de bevolking het peil van een “bescheiden welstand”. De echte armoede werd verminderd tot een 35 miljoen personen. De ontplooiing van de socialistische markteconomie gaat verder.
Gedurende het negende vijfjarenplan groeide de Chinese economie jaarlijks 8,3 pct. Met zijn BNP van 8600 miljard yuan heeft China nu het zevende grootste economisch volume ter wereld. De doelstelling uit 1978 -namelijk tegen 2000 het BNP te verviervoudigen- werd reeds in 1997, of drie jaar voor de streefdatum gehaald. In de landbouw benaderde de groei de 4,2 pct van het achtste vijfjarenplan. China is momenteel eerste in de productie van graan, katoen, raapzaad, tabak, vlees, eieren, zeeproducten en groenten. China staat tevens in de voorlinie bij de belangrijke industriële producten en is eerste in de productie van steenkool, staal en tweede in elektriciteit, kunstvezel en katoenkledij….. Qua productie van fietsen, pottenbakken, strijkijzers, koelkasten, wasmachines en TV’s staat het land ook eerste. Maar China is niet langer een land dat enkel fietsen of kleurentelevisies kan maken: er werd reeds een bocht gemaakt naar de meer high-tech producten zoals geprogrammeerde schakelborden in de telecommunicatie of de productie van routers.
De Chinese merken van PC’s waren goed voor 72 pct van de thuismarkt in ’98. Overigens stijgt elk jaar de vraag naar PC’s met de helft, naar software met een derde en naar elektronische apparatuur met een vierde. Het is dan ook niet verwonderlijk dat inzake winst de elektronische- en telecommunicatiesector van de negende plaats in 1990 tot de eerste steeg in ’99 met 30 miljard yuan. Het aantal gebruikers van een vaste en mobiele telefoon groeide tot 140 en 73 miljoen, respectievelijk 100 miljoen en 69 miljoen meer dan op het eind van het achtste vijfjarenplan. Hoewel het woord Internet niet voorkwam bij de formulering van het negende vijfjarenplan groeide het aantal Internauten volgens een onafhankelijke telling uit Hongkong tot 15 miljoen. Volgens officiële gegevens zou het aantal Chinese surfers 22 miljoen bedragen en zou het aantal websites van ’99 tot 2000 verdubbeld zijn tot 30.000.
Bij de economische balans van het afgelopen vijfjarenplan valt het op dat in China bij 80 pct van de goederen het aanbod de vraag overstijgt, bij 18 pct is er een evenwicht en enkel voor 2 pct is er geen voldoende aanbod vergeleken met de vraag. De sociologische theorie dat een socialistische samenleving gekenmerkt zou zijn door een tekorten-economie kan hiermee naar de prullenmand worden verwezen.
Macro-economie
Toch is het doortrekken van de groei noch rechtlijnig noch gemakkelijk geweest. Tijdens de eerste helft van het vijfjarenplan was het voornaamste doel het terugdringen van de inflatie. In 1994 en ’95 steeg het prijzenpeil met 21 pct en 14,8 pct. Door macro-economische maatregelen (prijzencontrole, optrekken intrestvoeten, selectiever krediet voor nieuwe infrastructuur) werd de inflatie teruggedrongen tot 6,1 pct in 1996 en 0,8 pct in 1997, terwijl het BNP toch met 8,8 pct aangroeide. Nauwelijks was de zachte landing van de Chinese economie geslaagd of de Aziatische crisis brak uit. Gedurende de tweede helft van het negende vijfjarenplan werd daarop het roer van de macro-economische politiek omgegooid: de toegang tot krediet werd makkelijker, de intrestvoeten werden verminderd en er werd een “proactieve” fiscale politiek gevoerd. Sedert 1998 heeft China voor 360 miljard yuan schatkistcertificaten uitgeschreven die de bouw van infrastructuur moesten stimuleren en ook de economie als geheel een duwtje in de rug moesten geven door de vraag te vergroten. De 100 miljoen yuan uitgeschreven in 1998, werden gebruikt in landbouw, bosbouw, waterontginning, verkeer, stadsinfrastructuur, leefmilieu, het elektriciteitsnetwerk en voor graandepots. De 110 miljard uit 1999 en de 150 miljard van 2000 gingen hoofdzakelijk naar het technologisch verbeteren van de grote nijverheden, naar leefmilieu en basisonderwijs. Er kan gesteld worden dat de blauwdruk van socialistische markteconomie die China tussen 1992 en eind 1993 opgesteld heeft, in de praktijk wel degelijk gewerkt heeft. Volgens analysten zou meer dan de helft van alle goederen en diensten -consumptie -en productiegoederen, de factoren kapitaal en arbeid- in China door de markt worden geregeld en kan dit tegen het eind van het tiende vijfjarenplan 65 à 70 pct bedragen. Hierbij valt het contrast op met de economische plannen die Gorbatchovs econoom Albalkin in achterkamers van het Kremlin opstelde, maar niet werkten in de realiteit.
Infrastructuur
Waartoe hebben de geïnvesteerde sommen bijgedragen? China heeft gedurende het afgelopen vijfjarenplan 890 miljard yuan gespendeerd in wegenbouw, vijf maal zoveel als tijdens het achtste vijfjarenplan. 99 pct van de steden en 90 pct van de dorpen zijn via wegen bereikbaar. Van de 1,4 miljoen kilometers wegen die China eind 2000 telde, werden 240.000 km aangelegd gedurende de laatste vijf jaar. Vooral in 7 grote autowegen werd geïnvesteerd zodat het land nu 15.000 km autowegen heeft en 185.000 km secundaire standaardwegen.
De investeringen in de spoorwegen verdubbelden tot 245 miljard yuan en de totale lengte van het spoorwegnet groeide met 6.000 km aan tot 68.000 km. Tijdens het afgelopen vijfjarenplan werd de spoorwegsector ook winstgevend. Investeringen in luchthavens bleef niet ten achter: 11 nieuwe luchthavens werden gebouwd en 29 andere werden vergroot of vernieuwd. De burgerluchtvaart vervoerde in 2000 64 miljoen reizigers wat 63 pct meer is dan in 1995. Het aantal binnenlandse routes steeg van 278 in 1995 tot 990 en de internationale vluchten stegen van 45 tot 130.
De energiesector kreeg een totaal investeringspakket van 610 miljard yuan zodat dit niet langer een flessenhals is in de ontwikkeling van de natie. In 2000 werd 1.300 KwU elektriciteit opgewekt, wat 45 pct meer is dan in 1995; de consumptie was 30 pct hoger. Wanneer eind 2001 het verbeteren van de rurale elektriciteitsnetwerken af zal zijn, zal daar 190 miljard yuan aan zijn gespendeerd. De renovatie leidde in de provincie Jiangsu reeds tot een verlaging van de elektriciteitsprijs en tot een toename van de dagelijkse consumptie met 9,6 pct.
Tenslotte werden nog 250 graandepots gebouwd die elk 100 miljoen kg kunnen stockeren om zo in de socialistische markteconomie prijsregelend te kunnen werken. Qua stadsinfrastructuur valt de bouw van metrolijnen op zowel in Peking, Shanghai als in Guangzhou. Langs rivieren en meren werden 10.000 km dammen gebouwd of vernieuwd om de terugkerende overstromingen te bekampen. Het bosareaal werd met 2,6 pct opgetrokken tot 16,5 pct. Overigens begint het bewustzijn van de milieuproblemen meer en meer tot bij de bevolking door te dringen.
Bevolking
Wat heeft Li Modaal nu aan het vijfjarenplan gehad zul je ongetwijfeld vragen. De afgelopen vijf jaren waren een afsluiter van de periode waarin drie vierden van de Chinese bevolking een “bescheiden welstand” bereikte. Zelfs al is dit wat aangedikt, betekent dit toch een prestatie want op het einde van de Maotijd had dezelfde proportie net voldoende eten, rudimentaire kleding en een dak boven het hoofd. Toch blijft het geografisch ongelijk verdeeld tussen het oosten waar 91 pct van de bevolking dit niveau bereikt en het westen waar enkel 35 pct hier aan toe is. Er is ook een verschil tussen stad en platteland. Het inkomen van stadsbewoner en boer namen jaarlijks toe met 5,5 pct en daarmee zitten ze op 5.854 yuan en 2.210 yuan gemiddeld, 2.210 en 632 yuan boven de cijfers van 1995. Een Chinees besteedt 49,3 pct van zijn inkomen aan voeding, 6,8 pct minder dan in 1995. De gemiddelde Chinees consumeerde vorig jaar gemiddeld 406 kg graan, 47 kg vlees, 32 kg vis en 17 kg eieren, meer dan het wereldgemiddelde. Het is voor de boeren ook niet meer voldoende om warm gekleed te zijn, nu willen ze eveneens modieus gekleed zijn. Bij hen vind je eveneens steeds meer elektrische huishoudtoestellen: er zouden volgens de laatste telling 20 pct meer televisies zijn dan in ’95. Overigens bestrijken radio en televisie 91 pct en 92 pct van het grondgebied: 12 en 8 meer dan onder het achtste vijfjarenplan. Nu zijn er 298 radio- en 368 TV-stations.
Tijdens het voorbije vijfjarenplan werd het aantal echte armen (volgens Chinese normen ligt dit op een jaarinkomen van 635 yuan, want de Wereldbank hanteert een hogere norm) is van rond de 70 miljoen tot rond de 30 à 35 miljoen gereduceerd. Bij de resterende armen zijn er 10 miljoen gehandicapten en 10 miljoen die in erg afgelegen en onvruchtbare omstandigheden leven. In de steden hervormde China tussen ’97 en september ’99 het systeem voor de stedelijke armen. Voorheen werd steun uitgekeerd aan de bevolking met de “3 geens” (geen arbeidsgeschiktheid, geen bron van inkomen en geen personen die in onderhoud moeten voorzien). Het nieuwe systeem voor bestaanszekerheid voorziet een uitkering voor iedereen die onder een (lokaal bepaald) minimuminkomen zit (zowel bij werkenden, werklozen, pensioengerechtigden..). Eind ’99 bleek dat bij van 2,8 miljoen gerechtigden (in 2000 zouden er reeds 5 miljoen zijn) één vierde personen waren met de “3 geens” en drie vierden uit de nieuwe categorie.
De instellingen van hoger onderwijs rekruteerden 2,3 miljoen meer studenten, vergeleken met de vorige periode en nu volgt 11 pct van de jongeren een vorm van hoger onderwijs. 527 uitgeverijen publiceerden 590.000 boeken. Daarnaast zijn er ook reeds 230 productielijnen van CD’s. De 2.700 bibliotheken op en boven het kantonniveau met hun collectie van 385 miljoen boeken zagen 170 miljoen bezoekers elk jaar.
Hervormingen
De organisatie van de Chinese economie is enerzijds geruisloos veranderd. In 1997 overtrof het aantal werkers in de secundaire en tertiaire sector voor de eerste maal dat in de landbouw. Daar werd verschillende jaren na mekaar de kaap van 500 miljoen ton graan overschreden en het laatste jaar werd de graanoppervlakte voor de eerste maal bewust verminderd. De rurale nijverheden staan nu in voor een derde van het BNP en vertegenwoordigen ook een derde van ’s lands export. Statistieken tonen aan dat van 1996 tot 2000 de groeivoet in de oosterse regio 10,4 pct bedroeg, deze in de westerse regio 9,7 pct en in de centrale regio 10,1 pct zodat de ontwikkeling beduidend evenwichtiger verliep dan gedurende het achtste vijfjarenplan waar de cijfers 16, 12 en 10 pct waren. Opgesplitst volgens eigendomstructuur produceren de staatsondernemingen 26,5 pct van de nijverheidsproductie, de collectieve economie 36 pct en de niet-publieke sector 37 pct. In 1999 werkten volgens officiële cijfers 34 miljoen personen in de privé-sector, wat 16 pct uitmaakt van het totaal. Cijfers uit Hongkong hebben het over 80 miljoen arbeiders -maar tellen daarbij de zelfstandigen en de arbeiders uit joint-ventures- die zo één derde van de productie realiseren.
Anderzijds kan niet worden ontkend dat de hervormingen soms diepgaand waren en niet zonder moeite plaats vonden. Denken we bijvoorbeeld aan de halvering van het aantal staatsambtenaren tot 16.000. Ook het ambtenarencorps op provinciaal niveau is met 74.000 of de helft gereduceerd Hoewel sedert dit jaar ook een analoge beweging plaats grijpt op lokaal niveau, zijn de resultaten voorlopig nog minder merkbaar.
Vooral in de staatsondernemingen werd de afgelopen drie jaar verder hervormd. Van de 14 betrokken sectoren zijn 12 officieel winstgevend geworden en de 2 overige -de militaire en de steenkoolnijverheid – hebben hun verliezen ernstig ingeperkt.
Twee derden van de 6.599 grote en middelgrote staatsondernemingen kwamen steeds volgens officiële statistieken uit de rode cijfers en de winsten gingen goed vooruit. Volgens top-bedrijfsrevisor Li Jinhua sjoemelen 70 pct van de staatsondernemingen echter met hun cijfers. 80 pct van de grote staatsondernemingen werden onmiskenbaar hervormd tot vennootschappen en ook aan de grote schulden aan de banken werd gewerkt door het opzetten van 4 vennootschappen die de schulden van de ondernemingen moeten omzetten in aandelen van de bankvennootschappen. De keerzijde van de medaille is dat bijvoorbeeld in 1996 meer dan 10 miljoen werklozen afgedankt werden door de staatsondernemingen. Daarvan vond de helft reeds ander werk. De laatste 3 jaar verloren 21 miljoen personen hun baan en daarvan participeerden 15 miljoen in werkgelegenheidsprogramma’s. In 2000 zouden 13 miljoen afgedankten nieuw werk gevonden hebben. Het aantal arbeiders bedraagt 210 miljoen en de geregistreerde werkloosheid is 3,1 pct.
Dit brengt ons naar de hervorming van het sociaal zekerheidsstelsel. Het aantal personen dat bijdraagt tot de werkloosheidsverzekering steeg boven de 110 miljoen. Het aantal dat een werkloosheidsvergoeding kreeg, groeide boven het 1,2 miljoen (de anderen krijgen een minimumuitkering: zie hoger). 130 miljoen personen dragen bij tot de pensioenkassen. Bij de ziekteverzekering hebben nog maar twee derden van de steden het nieuwe bijdragensysteem georganiseerd voor een 50 miljoen personen die reeds gedekt zijn.
Ook de hervormingen op fiscaal en financieel vlak zitten op het juiste spoor. Het fiscaal inkomen dat gedurende het negende vijfjarenplan 5000 miljard yuan beliep, is meer dan het dubbele van de 2200 miljard gedurende het achtste plan. Het aandeel van het fiscaal inkomen in het BNP is daarmee opgetrokken van 10,7 pct tot 14,5 pct en het percentage dat de nationale overheid van de belasstingen opstrijkt van 20 pct in ’93 tot 58 pct nu. In de voorbije periode kreeg China ook 290 miljard aan buitenlandse investeringen wat 130 miljard yuan meer is dan tijdens het achtste vijfjarenplan. Het land verdubbelde ook zijn schat aan vreemde deviezen tot 158 miljard $, waardoor het tweede komt na Japan. De deviezen die gehaald worden uit de buitenlandse handel komen in de eerste plaats uit de sectoren machinebouw en elektronica. High-tech producten maken 25 miljard $ uit of 13 pct van het exportvolume. Ondertussen klom China op tot de negende handelsnatie.
Tiende vijfjarenplan
Het tiende vijfjarenplan zal zich in het verlengde van het negende situeren en de hervormingen zullen worden doorgetrokken (voor het programma met de nadruk op de promotie van de westerse gebieden verwijzen we naar een volgende bijdrage). Gezien de globalisering van de internationale economie en de noodzaak van een moderne technologie zowel in de landbouw, de nijverheid als de diensten, zal de nadruk komen te liggen op een hoger technologisch en kwalitatief niveau om bovenal de concurrentie aan te kunnen bij de intrede in de Wereldhandelsorganisatie. Om de doeleinden op lange termijn te halen moet de Chinese economie verdubbelen tussen 2000 en 2010 en dit kan enkel door een jaarlijkse aangroei van 7,2 pct.
Tijdens het jaar 2000 groeide het boereninkomen maar met 2 pct, terwijl de stedeling zijn inkomen met 7 pct zag groeien. Naar verluidt vertraagde het tempo waarop boeren die hun lapje grond vaarwel zegden omdat er minder snel andere banen ter beschikking kwamen. Verwacht kan worden dat de boeren en de rurale nijverheid nog meer onder druk zullen komen met de toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie. Landbouw moet dus prioritair blijven met als streefdoel het optrekken van het boereninkomen dat nog altijd maar de helft van het stedelijke bedraagt. Voornaamste assen binnen de landbouw zijn het optrekken van het technologisch en wetenschappelijk niveau; een duurzame ontwikkeling met nadruk op ecologische landbouw en tenslotte het in goede paden leiden van de ontwikkeling van kleine steden waar de rurale nijverheden een zeker peil bereiken. Deze kleine steden waarin reeds 170 miljoen personen leven, zijn een bindmiddel tussen stad en platteland.
In de nijverheid worden de bestaande ondernemingen ook technologisch gemoderniseerd. Bedrijven die schadelijk voor het leefmilieu zijn, zullen dicht gaan. De sanering van de staatsondernemingen wordt doorgetrokken. Er zullen een 100 grote consortia ontwikkeld worden die concurrentieel zullen zijn op de internationale markt. Middelgrote vennootschappen (al of niet met aandelen van werknemers) zullen hun management moeten verbeteren. Tenslotte zullen de banken gewilliger krediet dienen te verlenen aan kleine ondernemingen die de technologische omvorming in de hand werken en dit ook in de privésector. In de tertiaire sector zal evenmin niets onverlet worden gelaten om nieuwe jobs te scheppen: het gaat zowel om sociale, culturele en toeristische diensten als om initiatieven die ten dienste staan van de productie (consultants, advocatuur, financiële deskundigen…)
Om de technologische opwaardering te bereiken wordt gedacht aan een reeks maatregelen zoals het spenderen van 15 miljard yuan (US$1.8 billion) aan high‑tech onderzoek en ontwikkeling. De regering zal centra voor high-tech ondernemingen aanmoedigen alsook zij die de industrialisatie van wetenschappelijke uitvindingen promoten. Zowel qua toegevoegde waarde als qua export zou de high-tech nijverheid tegen 2005 20 pct van het totaal moeten vertegenwoordigen. Het bedrag dat door de samenleving aan fundamenteel onderzoek wordt gespendeerd zou 1,5 pct van het BNP moeten bedragen zodat China inzake fundamenteel onderzoek tot de top 10 of top 5 van de wereld gaat behoren. Vanuit het buitenland zal het land de komende 5 jaar 1.500 miljard US$ aan goederen en technologie importeren, wat duidelijk meer is dan de jaarlijkse 140 miljard $ de afgelopen jaren. Prioriteiten daarin zijn waterbeheer (in noordelijke steden is er een watertekort en in zuidelijke steden wordt water gemorst), energie, transport, telecom, grondstoffen, leefmilieu en high-tech. De leefmilieu-industrie zal bijvoorbeeld de komende 10 jaar jaarlijks met 15 à 20 pct stijgen. China zelf zal volgens minister Zhu Lilan proberen door te breken in de informatietechnologie, biologie, nieuwe materialen, geavanceerde productietechnieken en ruimtevaart. Wat dit laatste betreft wil het land een dertigtal satellieten en ruimteschepen lanceren. Er wordt aan toegevoegd dat een “doorbraak zal gemaakt in de bemande ruimtevaart”. In gewone mensentaal betekent dit dat we ons wellicht aan een Chinees in de ruimte kunnen verwachten. En om op de begane grond te eindigen, het nieuwe vijfjarenplan is tevens een goede gelegenheid tot meer participatie. Voor de eerste maal werd bij het ontwerpen van het vijfjarenplan de mening gevraagd van het publiek. 17.000 brieven en suggesties werden doorgestuurd naar de Staatsontwikkelings- en Plancommissie waardoor men tegemoet wil treden aan de behoefte tot inspraak van het publiek.
Selecte bibliografie
RMRB Notes Acomplishments of PRC’s 9th 5‑Year Plan, FBIS‑2000‑0920, Renmin Ribao,20 Sep 00
PRC’s Social Security Under 9th 5‑Year Plan Reviewed, FBIS‑2000‑1005, Renmin Ribao, 5 Oct 00
Xinhua Regional Development Under 9th 5‑Year Plan,FBIS‑2000‑1008, Xinhua, 08/10/00
Investments Pave Way for Growth, China Daily, 03/10/2000
China’s IT Develops at Tremendous Pace, China Daily, 13/12/2000
China’s Agriculture & Rural Economy See All‑round Development, People’s Daily, 21/09/2000
Power Towards the Future, China Daily, 23/10/2000
Minister Zhu Lilan Speaks at Sci‑Tech Work Conference, FBIS‑2000‑1030, Xinhua, 30/10/00
Economist on China’s Structural Readjustment in New Century, FBIS‑2000‑1107, Renmin Ribao 7/11/00
Jiang Zemin’s Guideline for 10th Five‑Year Plan, Other Key Points of Plan Viewed, FBIS‑2000‑0918, CNS, 18/09/00
Wen Jiabao Attends National Planning Meeting, Urges Proper Formulation of 10th Five‑Year Plan, FBIS‑2000‑1206, Xinhua, 6/12/00
Marketization of China’s Economy,An estimate of the degree reached during the Ninth 5‑Year Plan and a prediction for the Tenth 5‑Year Plan, China Economic Times, 13/08/99, 05
Jan Jonckheere China Vandaag 1/06/2001