“De Chinezen begrijpen nu al als geen ander land dat efficiency de enige mogelijkheid is om op termijn stagnatie en een klimaatramp te voorkomen. Wij willen hun laten zien dat ze de sleutel in feite al sinds Mao in handen hebben. De energieprijzen in communistisch China zijn niet vrij, die worden door de staat vastgelegd. Tot nog toe werd daarbij altijd gestreefd naar zo goedkoop mogelijke energie. Onze studies laten zien wat ze zouden kunnen bereiken als ze mikken op oplopende energieprijzen. De voorspoed ligt voor het oprapen”.
Een prikkelende uitspraak van de Duitse onderzoeker Ernst Von Weiszäcker in een interview met de Nederlandse Volkskrant van 31 oktober. Von Weiszäcker schreef in 1995 mee aan het bekende boek Factor Four, dat door middel van voorbeelden aantoont hoe je met een zuiniger techniek per eenheid grondstof vier keer zoveel kunt produceren, van verwarming tot autokilometers.
Van hem is het volgende recept om via economisch ingrijpen, opgelegd door de overheid, de industrie via de weg van het ‘welbegrepen eigenbelang’ richting zuinig produceren te sturen. “… de grondstofprijzen, en in het bijzonder die van energie, moeten omhoog. Maar op een verstandige manier, die zuiniger technologie beloont en verspillende uit de markt drukt. Het is net als met de textielindustrie: er komt een moment dat je moet investeren in efficiency. Niet om meer winst te maken, maar puur om te overleven”.
In november verschijnt een nieuw boek van hem, Factor Five, met gegevens over best practices in de technologie, maar ook met strategieën om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen zonder de welvaart in de wereld aan te tasten. Hij rekent daarbij op China en de sterke overheidscontrole die typisch is voor de Volksrepubliek en die (in elk geval op dit terrein) een troef zou kunnen worden en een voorbeeldfunctie kan hebben in de strijd tegen de opwarming van de aarde.
Von Weiszäcker maakt een grapje over waarom de titel nu Factor Five is geworden: “ het boek is in de eerste plaats gericht aan China. In de vertaling is Four iets dat op Dood lijkt in het Chinees. Geen goed idee. Ik hoorde achteraf zelfs dat we het Factor Eight hadden moeten noemen. Eight vertaald betekent in het Chinees Geluk. Alleen is een factor acht hogere energieproductiviteit mij net wat te extreem”.
Er is echter een belangrijk voorbehoud: “Er is in onze studies een belangrijke voorwaarde verbonden aan wettelijke prijsstijgingen: die volgen de gemiddelde efficiencyverbeteringen. Daarmee worden de prijsstijgingen sociaal acceptabel, terwijl het voordeel heeft om als investeerder voor de muziek uit te willen lopen. Dat wordt beloond, zeker in de toekomst”.
Ten slotte vraagt de interviewer: “Op naar de geleide economie?”. Waarop dit antwoord volgt: “Heel veel weerstand tegen klimaatmaatregelen komt in mijn ogen voort uit ongewisheid: niemand weet nu wat verstandig is – hoge CO2-belastingen, handel in emissierechten – omdat het allemaal tot fluctuaties leidt. Dat zijn in feite veel dramatischer experimenten dan werken met een wettelijk stijgende energieprijs”.
Von Weiszäcker denkt niet dat Kopenhagen veel zal opleveren omdat het “te groot, te complex, te verweven” is. “Maar Kopenhagen is niet het einde. … Let op China, in dat verband”.
Het interview waaruit we hier citeren, is van Martijn van Calmthout en het werd gepubliceerd op 31 oktober 2009 in De Volkskrant.