De Chinese overheid nam na de SARS-epidemie maatregelen om de waakzaamheid en responscapaciteit bij dergelijk acuut gezondheidsrisico te verbeteren. Onlangs dook een nieuw vogelgriepvirus op, het subtype H7N9. De uitbraak van deze infectie in 2013 biedt de gelegenheid om de maatregelen vanuit de Chinese overheid te evalueren.
Tien jaar terug dook in China een nieuw besmettelijk virus op, het SARS-coronavirus. Patiënten kregen griepsymptomen en evolueerden vaak naar een levensgevaarlijke, atypische longontsteking (severe acute respiratory syndrome – SARS). Tijdens de SARS-epidemie ontbrak het de Chinezen aan epidemiologische gegevens en liep de informatie eerder mank. De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) maakte in mei 2003 een balans op over de SARS-epidemie (1): er werden 8.422 mogelijke gevallen geregistreerd in 29 landen, vooral in Azië. Het virus maakte 916 dodelijke slachtoffers: een hoge mortaliteit van 11%.
De Chinese overheid nam na de SARS-epidemie maatregelen om de waakzaamheid en responscapaciteit bij dergelijk acuut gezondheidsrisico te verbeteren. Onlangs dook een nieuw vogelgriepvirus op, het subtype H7N9. De uitbraak van deze infectie in 2013 biedt de gelegenheid om de maatregelen vanuit de Chinese overheid te evalueren. Yu Wang, directeur van het Chinese Centrum voor ziektecontrole en preventie (CCDC), somt in een internationaal medisch tijdschrift (2) volgende pluspunten op in de huidige aanpak:
1. Snelle informatie over de dreigende epidemie is nu een prioriteit, zowel naar de WHO als naar het publiek. Dagelijks werd openlijk bericht over het aantal nieuwe gevallen.
2. De reactiecapaciteit is sterk verbeterd. Binnen de maand werd het virus geïdentificeerd en werden diagnostische testen ontwikkeld.
3. Een web-gebaseerd elektronisch meldsysteem van besmettelijke ziekten, uitgebouwd in de voorbije tien jaar, speelde een belangrijke rol in een snelle respons. De CDCC ontvangt iedere dag notificaties van alle nieuwe gevallen van 39 aan te geven ziekten vanuit 68.000 servers, in 90% van de ziekenhuizen. Daarmee is dit Chinees meldsysteem van infectieziekten het grootste ter wereld. De samengebrachte informatie laat toe adequaat te reageren bij epidemische opstoten.
4. Internationale uitwisseling van informatie en onderlinge samenwerking werden proactief ontwikkeld, volgens de WHO aanbevelingen van het Pandemic Influenza Preparedness Framework (2011). Het genoom van het H7N9-virus werd direct bekendgemaakt en onderzoeksinstituten van het wereldwijd WHO-netwerk kregen snel virusstalen.
Belangrijkste bezorgdheid is dat dit nieuwe griepvirus H7N9 zou evolueren of muteren naar een type met langdurige mens-tot-mens overdracht.
Dat kan dan leiden tot een wereldwijde epidemie of pandemie. Daarom werden volgende therapeutische maatregelen ingevoerd:
· In streken met een H7N9-melding worden specifieke diagnostische testen uitgevoerd bij patiënten met koorts en dalende weerstand tegen infectie.
· Bij positieve test wordt de patiënt snel behandeld met antivirale medicatie, om de evolutie naar longontsteking trachten te voorkomen.
· China heeft een voorraad antivirale geneesmiddelen aangelegd, bruikbaar tegen het H7N9-griepvirus.
· Bovenop de verbeterde labo-diagnosetechnieken en gevoelige surveillancesystemen worden ook evidence-based interventiestrategieën toegepast, zoals het (tijdelijk) volledig sluiten van stedelijke markten voor levend gevogelte.
· Gezien het risico op een pandemie dienen zo snel mogelijk een vaccin en nieuwe antivirale medicatie te worden ontwikkeld.
Referenties:
1. WHO Department of Communicable Disease Surveillance and Respons. Consensus document on the epidemiology of SARS. WHO/CDS/CSR/GAR/2003.11 http://www.who.int/csr/sars/en/WHOconsensus.pdf
2. Yu Wang. The H7N9 Influenza Virus in China – Changes since SARS. NEngl J Med 2013;368:2348-9