China heeft dit jaar 683 miljoen ton graangewassen geproduceerd. Bescherming van het landbouwareaal en verbetering van het rendement spelen mee. Binnen de groep gewassen zijn wel belangrijke verschillen.
De graanproductie van 683 miljoen ton ligt 2% hoger dan vorig jaar en is een nieuw record. De cijfers zijn vrijgegeven door het Nationaal Bureau voor Statistieken. Het is het zevende opeenvolgende jaar dat de graanproductie boven 650 miljoen ton ligt. Ter vergelijking, in 1957, het jaar vóór de Grote sprong Voorwaarts, produceerde China met 650 miljoen inwoners ongeveer 150 miljoen ton graangewassen.
Om voldoende landbouwareaal te hebben gelden strikte regels voor teelten en is het gebruik van landbouwgrond voor andere doeleinden streng verboden. Onbewerkt land wordt in gebruik genomen, er wordt gestreefd naar het klaarmaken van braakliggend land in de winter en de boeren krijgen subsidies om graangewassen te telen. In 2021 is 118 miljoen hektare grond bezaaid, een stijging tegenover vorig jaar met 0,7%.
Meer maïs, minder soja
De belangrijkste teelt was maïs met bijna 40% van de totale oppervlakte en totale productie. Door de stijgende prijs werd 5% meer geplant en 4,6% meer geoogst. Ook tarwe en aardappelen stegen en rijst daalde licht.
De grootste daler was soja, met 12,7% minder aanplant omwille van verminderde subsidies. De opbrengst daalde zelfs 16,4%. De mogelijkheden om soja te kopen op de internationale markt en het Chinese engagement om grote hoeveelheden Amerikaans soja in te voeren spelen hier mee. Alhoewel soja en aardappelen geen graangewassen zijn, worden ze in de Chinese statistieken in deze categorie opgenomen.
De stijgende productie komt er ondanks slechte weersomstandigheden in sommige regio”s. Zo waren er overstromingen in Henan en droogte in het noordwesten waardoor de herfstoogst minder was. Maar in de belangrijkste landbouwgebieden was het weer gunstig.
De gemiddelde opbrengst per hectare bedroeg dit jaar 5,8 ton. Dat is een stijging met 1,2%. Het positieve effect komt door betere opbrengsten van tarwe en rijst. De opbrengst per hectare van maïs daalde licht door de weersomstandigheden in onder meer Henan. De stijgingen zaten voor 70% in Binnen-Mongolië en de drie noordoostelijke provincies. Heilongjiang was de belangrijkste graanprovincie.
China streeft er naar zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn voor voedsel. Dat lukt voor 95%. Deze politiek belet het land niet om actief gewassen in en uit te voeren naargelang de markt. Soja voor veevoeder is het belangrijkste invoerproduct.
Bron: China Daily