Tijdens de afgelopen zitting van het Nationaal Volkscongres legde ex-premier Zhu Rongji een balans voor van zijn afgelopen 5 jarig premierschap: zijn toespraak was eveneens een les in politieke economie. Een nieuwe regering trad aan onder leider van Wen Jiabao. Meteen pakte de nieuwe regering uit met een herstructurering van regering en administratie. Er komt een eengemaakt ministerie van handel, maar in de economische administratie worden eigendomsbeheer en macropolitiek duidelijk gescheiden.
De regeringsperiode van 5 jaar was afgelopen voor Zhu Rongji die in feite gedurende 10 jaar een stempel drukte op de hervormingspolitiek van de Chinese regering. Zhu begon zijn afscheidsspeech met op te merken dat het BNP de afgelopen 5 jaar steeg met 7,7 pct jaarlijks, dat het aanbod van landbouwproducten een overschot vertoonde en de ICT-sector sterk steeg. De belastingsontvangsten stegen van 865 miljard yuan in 1997 tot 1.891 miljard of jaarlijks gemiddeld 205 miljard meer. Het aantal vreemde deviezen verdubbelde.
Voorts haalde hij aan dat de infrastructuur sterk ontwikkeld werd. Er werden waterbeheersingsprojecten gelanceerd op een grotere schaal dan ooit. 356 miljard yuan gingen naar zo’n investeringprojecten, een even groot bedrag dan het bedrag gespendeerd van 1950 tot 1997. Een gelijkaardige beweging vond plaats in de transportinfrastructuur waar 170 pct van het bedrag tussen 1950 en 1997 in werd geïnvesteerd. Het aantal km autowegen verhoogde van 1,23 miljoen tot 1,76 miljoen waarvan het aantal km expreswegen van 4.771 km tot 25.200 km. De lengte van het spoorwegnet vergrootte van 66.000 km tot 71.500 km. 50 luchthavens werden ofwel nieuw gebouwd ofwel uitgebreid. Het netwerk van optische kabel vergrootte van 150.000 km in 1997 tot 470.000 in 2002. De capaciteit om energie op te wekking steeg van 254 miljoen Kw tot 353 miljoen Kw. Zhu zei dat het programma om het westen te ontwikkelen, een goede start maakte. 600 miljard werd besteed aan 36 sleutelprojecten zoals bijvoorbeeld de Qinghai-Tibet spoorweg en het afvoeren van aardgas en elektriciteit van west naar oost. Er wordt versneld naar gestreefd dat elk kanton kan bereikt via asfaltwegen, dat elke township toegang heeft tot elektriciteit en elk dorp radio en TV kan ontvangen.
De premier merkte ook op dat de duurzame ontwikkeling werd gestimuleerd. 580 miljard yuan werd gespendeerd aan het leefmilieu, 150 pct van het bedrag tussen 1950 en 1997. Gedurende de afgelopen 5 jaar werden bomen geplant op 27 miljoen ha evenals op 31 miljoen ha heuvelruggen en 3,8 miljoen ha voormalig gecultiveerde grond werden terug bos. Bodemerosie op 266.000 km² grond en de desertificatie van 5,7 miljoen ha grond werden onder controle gebracht. Hij besloot er uit dat de tendens tot het verergeren van de milieusituatie stopte en het lozen van grote vervuilers voortdurend verminderde.
De afgelopen 5 jaar won de open-deur politiek aan diepgang. China klom op van de 10 tot de vijfde handelsnatie in de wereld. Tijdens die jaren werd 226 geïnvesteerd door buitenlands kapitaal, meer dan het totaal van 1979 tot 1997.
Het inkomen van de stedelingen klom van 5.150 yuan tot 7.703 yuan, of jaarlijks met 8,6 pct. Bij de rurale bevolking bedroeg de groei maar 3,8 pct jaarlijks, namelijk van 2.090 yuan naar 2.476 yuan. De spaartegoeden stegen van 4,6 triljoen naar 8,7 triljoen. Het aantal armen nam af van 50 tot 28 miljoen. Het aantal verkochte consumptiegoederen steeg met meer dan 10 pct jaarlijks. TVs, wasmachines en koelkasten worden gemeen goed en een steeds grote aantal families schaffen zich een computer of wagen aan. Momenteel leeft een Chinees gemiddeld 71,8 jaar, dichtbij het niveau van de gemiddeld ontwikkelde landen. Het onderwijs ontwikkelde snel. In 2002 bedroeg de studentenpopulatie bij hogere studies 2,3 maal het aantal van 1997. 38 miljoen m² studentenslaapgelegenheden werden herbouwd of gerenoveerd, meer dan het totaal aantal van 1950 tot 1997.
Krachtlijnen
Na de feiten weergegeven te hebben analyseerde hij de krachtlijnen die geleid hebben tot de verwezenlijkingen en trok hij er de lessen uit. Een eerste vereiste betrof een goede macroeconomische politiek. De voornaamste verandering daarbij was het overgaan van een strenge fiscale- en monetaire politiek die de inflatie moest tegen gaan, naar een proactieve fiscale- en voorzichtige monetaire politiek om de binnenlandse vraag te verhogen en de deflatie te vermijden. Zhu benadrukte in dit verband de rol van de uitgifte van staatsleningen op lange termijn. De fondsen van deze leningen werden hoofdzakelijk aangewend voor de ontwikkeling van infrastructuur met vooral aandacht voor de centrale en westerse regio’s. De salarissen van regeringsambtenaren en gepensioneerden stegen driemaal sedert 1999 en een aantal bonussen verhoogden eveneens waardoor de economische vraag opgekrikt werd. Tezelfdertijd werden de intrestvoeten vijfmaal verlaagd sedert 1998 en werd het consumentenkrediet ingevoerd voor huisvesting en studentenleningen.
Ten tweede haalde Zhu Rongji vier domeinen aan die moesten bewijzen dat de economische hervormingen voorop staan bij het behalen van de hoge groeivoeten: de infrastructuur werd versterkt, de high-tech sector gestimuleerd met vooral nadruk op ICT, traditionele nijverheidssectoren gerenoveerd (2.660 miljard yuan voor technologische transformatie) en tenslotte werd de dienstensector ontwikkeld.
Ten derde somde hij zes punten op die de positie van de landbouw als basis van de economie verbeterde. De landbouw werd structureel heraangepast doordat de overheidssteun en -informatie de kweek van nieuwe teelten aansluitend op de marktvraag stimuleerde, doordat de veestapel ontwikkelde evenals de aquacultuur. Tezelfdertijd liet het graanoverschot toe dat landbouwland terug bosgrond werd. Voorts werd het graan- en katoendistributiesysteem meer marktconform gemaakt. Vervolgens kwamen er in de rurale gebieden experimenten met het verlichten van de belastinglast wat resulteerde in gemiddeld 30 pct minder lasten. Hand in hand hierbij gaat de hervorming van de laagste lokale overheden en het onderwijs. Onderwijzers en leraars van het secundair onderwijs zullen voortaan betaald worden door de kantons. Ook kwamen er meer investeringen in de landbouw: 407.7 miljard yuan of 185.2 miljard meer dan de 5 jaren voordien. Voortdurend werden de inspanningen verder gezet voor armoedebestrijding in de rurale gebieden: 48 miljard yuan aan fondsen en 77 miljard yuan aan goedkope leningen. Tenslotte zei Zhu dat de regering de in de landbouw overtallige krachten wil leiden naar nijverheden in nieuwe kleine steden.
Vierde krachtlijn betrof de hervorming van de staatsondernemingen, de sleutelkwestie bij de hervormingen. Daarin werd vooreerst een modern vennootschapssysteem doorgevoerd met duidelijk afgelijnde eigendomsrechten en scheiding tussen bestuur en management. 442 supplementaire staatsondernemingen kregen een beursnotering de afgelopen 5 jaar. Een aantal grotere groepen van staatsondernemingen werden gevormd en een reeks ondernemingen die hopeloos in het rood zaten, gingen dicht. Vier financiële activa-maatschappijen zijn bezig 580 bedrijven te bevrijden van historische lasten door het omzetten van schulden in activa van deze maatschappijen. Ook aan het management van de staatsondernemingen werd gesleuteld en de externe supervisie op 192 staatsondernemingen eveneens verbeterd. Zhu lichtte toe dat de staatsondernemingen sedert 1998 meer dan 27 miljoen werkers ontslagen hebben waarvan 90 pct opgevangen werden in werkgelegenheidscentra en 18 miljoen nieuw werk vonden. Het experiment qua sociale zekerheid in de provincie Liaoning is succesvol en wordt uitgebreid naar het gehele land.
Hij stapte nogal vlug over de vijfde peiler, de voortzetting van de open-deurpolitiek. China is niet bang van globalisering en maakt er gebruik van om uitdagingen om te zetten in opportuniteiten zo heette het.
Een zesde krachtlijn is het optrekken van het technologisch en wetenschappelijk niveau. De afgelopen 5 jaren werd het dubbele bedrag hieraan gespendeerd zodat nu 1,13 pct van het BNP naar onderzoek en ontwikkeling gaat. 3,3 pct van het BNP wordt nu aan onderwijs gespendeerd.
De zevende peiler bestaat in de duurzame ontwikkeling. Na de catastrofale overstromingen van 1998 werden de lessen er uit getrokken. Heuvels werden beplant, landbouwgrond terug tot bosgrond gemaakt, dijken versterkt, rivieren uitgebaggerd. Het bestuur van de gronden, delfstoffen, water en zee werd verbeterd. De preventie en de controle van leefmilieuvervuiling opgevoerd.
Als laatste krachtlijn had Zhu het over een efficiënter maken en ontvetten van de administratie waar 1,15 miljoen jobs sneuvelden.
Benoemingen
Tijdens de gelijktijdige zittingen van de beide Chinese parlementen (Volkscongres en de Consultatieve Commissie) hebben de duizenden leden een nieuw bestuur gekozen voor hun instellingen. Het nationaal Volkscongres koos zoals verwacht Wu Bangguo als voorzitter. Bij de 15 vice-voorzitters valt de aanwezigheid op van het hoofd van de patriottische katholieken bisschop Fu Tieshan. Aan het hoofd van de Consultatieve Commissie komt evenmin verrassend Jia Qinglin. Eveneens zoals verwacht volgt geoloog Wen Jiabao Zhu Rongji op als regeringsleider. Een nieuwe regering werd goedgekeurd met 28 ministers, 4 vice-premiers, 5 staatsraden en een secretaris-generaal. Van de 28 ministers maakten er 15 deel uit van het vorig kabinet. Met zijn 36 leden is deze regering de kleinste sedert 1949.
Huang Ju, Wu Yi, Zeng Peiyan and Hui Liangyu werden benoemd als vice-premiers. Huang Ju en Zeng Peiyan zijn beiden Shanghai-vertrouwelingen van Jiang Zemin die aftrad als president en partijleider, maar voorzitter blijft van de Centrale Militaire Commissie. Op te merken valt dat Huang Ju het gehaald heeft van Li Changchun die buiten de prijzen valt. Huang Ju en Zeng Peiyan worden verwacht financiën en economie te bewaken. Wu Yi is de tweede vrouwelijke vice-premier in de geschiedenis van de Volksrepubliek en ze zal de economische kant van de buitenlandse betrekkingen onder haar hoede nemen. Hui Liangyu die van de Hui-minderheid afkomstig is, zal de landbouwpolitiek sturen. Hij was het die in de provincie Anhui de lasten van de boeren verminderde met 30 pct.
Bij de aangestelde staatsraden vinden we Zhou Yongkang, Cao Gangchuan, Tang Jiaxuan, Hua Jianmin en Chen Zhili. Zhou Yongkang -ingenieur uit de petroleumsector- staat aan het hoofd van het justitieel- en veiligheidsapparaat en is in de partij enkel ondergeschikt aan Luo Gan op dit vlak. Generaal Cao Gangchuan is nu de topmilitair in de regering en bekleedt ook het vice-voorzitterschap van de Centrale Militaire Commissie. Tang Jiaxuan zal de buitenlandse politiek superviseren. Hua Jianmin die ook tot de intimi behoort van Jiang Zemin, is zowel staatsraad als secretaris-generaal van de regering. Chen Zhili eveneens een vrouw, was voorheen minister van Onderwijs en komt ook uit Shanghai. Daarmee heeft de Shanghai-groep een ferme greep op de regering. Zhu Rongjis vriend Dai Xianglong is moeten aftreden als gouverneur van de Nationale Volksbank ten voordele van Zhou Xiaochuan. Li Jinhua blijft op post als auditeur-generaal van de Nationale Auditdienst. Partijleider Hu Jintao werd ook aangesteld als president en Zeng Qinghong als vice-president. Zeng is daarmee als erfgenaam van Jiang en hoofd van de Shanghaigroep de challenger van Hu. Toch genoten beiden tijdens de stemmingen een naar Chinese normen hoog aantal tegenstemmingen of onthoudingen: Zeng kreeg er 12 pct en Jiang 8 pct terwijl maar 1 pct tegen de nieuwe premier stemden of zich onthielden.
Beleidslijnen
De beleidslijnen die de nieuwe premier Wen Jiabao gaf, liggen volledig in de lijn van de adviezen die Zhu Rongji in zijn afscheidsrapport opsomde. De gedetailleerde politiek die dit jaar gevolgd wordt halen we uit het socio-economisch rapport van Zeng Peiyan, minister van de Staats Ontwikkeling-en Plancommissie. De macro-economische doeleinden voor 2003 zijn een economische groei van 7 pct, 8 miljoen nieuwe stadsjobs met een werkloosheid van 4,5 pct, een verhoging van de consumptieindex met maximaal 1 pct en tenslotte een import- en exportstijging van 7 pct.
Zeng somde een reeks maatregelen op om dit doel te bereiken. Vooreerst zullen alle middelen aangewend om een verhoging van het inkomen in de landbouw te bereiken: verspreiding van betere technologie, infrastructuurwerken, minder lasten…Dit jaar komen er opnieuw voor 150 miljard nieuwe staatsleningen om de economische hervormingen te stimuleren zowel voor landbouw, promotie van technologie en het upgraden van de nijverheid als voor de ontwikkeling van het westen. Om de werkloosheid te verminderen wordt zowel gerekend op de privésector en KMOs als op meer gemeenschapsdiensten (gezondheidszorg, sanitair, ontspanning, sport…) in de steden. De industrie wordt resoluut op het pad van de informatisering gezet. Verouderde en vervuilende fabrieken gaan dicht. Zowel ontwikkeling van het westen, de hervorming van de staatsondernemingen als de open-deur politiek worden verder gezet.
Tijdens de zitting van het Volkscongres werd ook een hervorming van de regeringsadministratie bekend. Deze structuurhervormingen betreffen 5 punten. Om het bestuur van de staatsactiva te verzekeren wordt de ” Commissie voor het reguleren en bestuur van Staatseigendom” opgericht. Deze zal versnipperde bevoegdheden inzake activabestuur van diverse organen overnemen. Aan het hoofd komt Li Rongrong, de minister van de voormalige Staats Economische en Handelscommissie waarvan de 250 corporaties nu opgaan in de nieuwe commissie. Deze is eigenlijk een holding maar werd gedefinieerd als een “ad hoc” instelling van de regering met 18 departementen. Ten tweede wordt het systeem van macro-controle geperfectioneerd: de Commissie voor Economische hervormingen wordt geïntegreerd in de Staats-Ontwikkeling en Plancommissie die haar naam veranderd ziet in de Staats-Ontwikkelings- en Hervormingscommissie. Zij werkt plannen op lange en korte termijn uit en neemt ook veel van de taken van de voormalige Staats-Economische en Handelscommissie over. Ten derde wordt een commissie opgezet die de banken zal reguleren en superviseren: zij zal banken, trust- en investeringscorporaties en holdings controleren evenals instellingen voor spaardepositos. Zo heeft de Volksbank de handen vrij voor de monetaire politiek en macrocontrole. Ten vierde komt er een ééngemaakt ministerie van zowel de binnenlandse- als buitenlandse handel die de marktpolitiek verder zal uitdiepen. Tenslotte wordt de regulering van voedselveiligheid en veiligheid op het werk opgevoerd met twee nieuwe instellingen: één over voeding en geneesmiddelen en één voor de arbeidsveiligheid. De Staats Familieplanningscommissie krijgt een nieuwe naam: de Staats Bevolkings- en Familieplanningscommissie. De huidige hervorming van regering en administratie is de vierde sedert het eind van de zeventiger jaren. De kernlogica van deze hervorming lijkt enerzijds de splitsing in de economische politiek tussen eigendomsbestuur en macro-economische politiek met integratie van de politiek op korte en lange termijn en de anderzijds integratie van de beide handelsdepartementen.