Na twee renteverhogingen in november en december, heeft de Bank of China dinsdag, op het einde van de Nieuwjaarssluiting, de rente opnieuw met een kwart punt verhoogd. Het is maar één van de maatregelen in de moeizame beteugeling van de inflatie.
Bedoeling is hiermee de hoeveelheid geld in omloop te beperken en zo de inflatie af te remmen; die piekte op 5,1% in november en daalde sindsdien slechts licht. 6% wordt als een alarmdrempel gezien waarbij sociale onvrede of hamstergedrag kan ontstaan.
De anti-crisismaatregelen in 2009-10 hadden de banken aangespoord zoveel mogelijk leningen te verschaffen en die beweging probeert de regering nu zachtjes af te remmen (zachtjes omdat een brutale vermindering de economische groei zou doen stokken)
De maatregel wordt op de internationale beurzen geïnterpreteerd als een aanwijzing dat de Chinese groei in 20121 minder snel gaan zijn, en dus daalde de prijs voor een vat olie meteen.
Veel buitenlandse experten denken dat de regering er niet gemakkelijk zal in slagen de inflatie te temmen. Die bestaat momenteel immers voor 80% uit stijgende voedselprijzen, en daar heeft het probleem van de zwakke productiviteit van de versnipperde Chinese landbouw veel mee te maken. Die structuur kan op korte termijn niet veranderen, zodat de regering de prijzen alleen kan drukken door meer subsidies voor de boeren en strenge controle op de winstmarges van tussenhandelaars.
Om minder geld te aten circuleren worden verdere rentestijgingen en andere maatregelen zoals hogere reserves voor de banken, verwacht. In januari verleenden de Chinese banken tussen 900 en 1300 miljard nieuwe leningen. Dat is te veel want het volledige jaarquota is ‘maar’ 7500 miljard. Januari is wel traditioneel een piekmaand en men zit onder de maand januari van 2010, toen het totale jaarbedrag op 7950 miljard afklokte.
Op een ander domein met snel stijgende prijzen, vastgoed, is men begonnen met het invoeren van een belasting op vermoedelijk speculatieve aankopen.
Verder wil men ook de stijgende prijzen van ingevoerde goederen afremmen, door een langzame stijging van de wisselkoers van de yuan (op dit ogenblik 5-6% per jaar).Ook dat moet langzaam gaan, om de uitvoer en de economische groei niet te kelderen.
Bron: NYT, China Daily