Nieuwe steenkoolbelasting treft vooral Shanxi

Het magazine Stratfor brengt een analyse van de nieuwe steenkoolbelasting die dit jaar ingevoerd is. Belangrijkste gevolgen zijn nieuwe inkomsten voor de lokale overheden en een verdere consolidatie van de mijnsector in de provincie Shanxi.

China_Coal_0Vanaf 1 januari voert de regering een grondstoffentaks in gebaseerd op de waarde van de opgedolven steenkool. Die moet de bestaande –lagere- belasting op de hoeveelheid steenkool vervangen. De nieuwe taks bedraagt 2 tot 10% van de waarde. De provincies mogen zelf bepalen hoeveel en het geld houden. De verhoogde taks is één van de belangrijke maatregelen om de lokale overheden meer belastinginkomen  te bezorgen en hen minder afhankelijk te maken van de verkoop van bouwgronden. De regering wil zo de zorgwekkende vastgoedbel langzaam wegwerken zonder de lokale overheden financieel in problemen te brengen.

Provincies reageren verschillend

Steenkoolmijnen vormen de belangrijkste economische sector in Noord-China (de provincies Shanxi, Shaanxi, en Binnen-Mongolië). Samen leveren ze 65% van de totale Chinese productie van 3,7 miljard ton. De meeste andere provincies  houden het bij een lage belasting van 2 à 3%. In deze provincies maakt de belasting weinig verschil uit voor de overheid. Een hoge aanslagvoet zou de lokale mijnen minder concurrentieel maken tegenover ingevoerde steenkool, en dat terwijl de totale markt voor steenkool stagneert door energiebesparingen, overschakelen op groene energie en wegwerken van overcapaciteit in de zware nijverheid.
Bij de drie groten ligt dat anders. Binnen-Mongolië opteert voor een taks van 8%, Shanxi voor 9% en Shaanxi voor 6,1%. De verhoging van de taks van 2-5 yuan per ton naar 6-9%  van de waarde (de referentieprijs in de haven Qinghuangdao is 526 yuan per ton maar de efficiëntste mijnen produceren voor minder dan 150 yuan)  kan voor de overheidskas ergens tussen drie en twintig keer meer opbrengen. Dat telt voor provincies die bovendien hard getroffen worden door het krimpen van de vastgoedactiviteit.

Vooral gevolgen voor Shanxi

Binnen-Mongolië en Shaanxi  profiteren nu ook van hun vroegere campagnes om de steenkoolsector te rationaliseren. Kleine, weinig efficiënte (en onveilige) producenten zijn er gesloten of geïntegreerd in grote staatsmijnen. De grootste Chinese mijnfirma Shenhua heeft vooral in deze provincies mijnen. Shenhua baat bijvoorbeeld naast mijnen ook nog steenkoolcentrales en spoorwegen uit. Dit soort staatsfirma’s produceren goedkoop, zijn goed in staat weerstand te bieden aan lokale besturen die proberen buiten de wet om extra taksen te heffen, en hoeven dus zelfs met de hoge taks geen concurrentie te vrezen.
Shanxi was dé traditionele steenkoolbasis met talloze kleine mijnen, met de vele ongelukken waardoor het berucht werd. Onder druk van milieu- en veiligheidsreglementen, en ook van de dalende trend van de prijzen, zijn die gedeeltelijk weggeduwd door grotere uitbatingen. Verwacht wordt dat de nieuwe taks deze consolidatiebeweging zal doorzetten; kleinere producenten met hoge productiekosten zullen nog moeilijk kunnen concurreren met  ingevoerde steenkool op grote markten zoals de delta van de Yangze of Guangdong. Het elimineren van kleine producenten kan wel negatieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid in Shanxi die sterk afhangt van de mijnsector, en sociale spanningen meebrengen.  Shanxi produceert op haar eentje één miljard ton per jaar, even veel als de Verenigde Staten. Economisch doet de provincie het niet goed, met een groei van minder dan 2% dit jaar. Stratfor vraagt zich af of het risico op sociale spanningen in Shanxi ook verband houdt met de strijd tegen de corruptie. Shanxi ligt daarbij bijzonder in het vizier: minstens een dozijn hooggeplaatste politici zijn er opgepakt wegens corruptie en de Chinese bladen spreken over een “bende van Shanxi”.
Macro-economisch zal de verhoogde taks waarschijnlijk weinig invloed hebben. De uitbaters van steenkoolcentrales – die de helft van de steenkoolproductie aankopen- staan sterk genoeg om grote prijsverhogingen tegen te houden. Grote mijnfirma’s hebben nog voldoende marge om de verhoogde taksen op te vangen zonder verlies. En zelfs iets duurdere Chinese steenkool is nog concurrerend met ingevoerde Australische steenkool waarop 3-6% invoerrechten geheven worden.
Bron: Stratfor
http://www.stratfor.com/analysis/china-imposes-new-coal-production-tax

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *