Bij de Tibetaanse minderheid in het Westelijk deel van de provincie Sichuan blijft het onrustig. Na 16 pogingen tot zelfverbranding – bijna allemaal in deze streek- kwam het er maandag tot incidenten in het arrondissement Luzuo (Draggo) van de prefectuur Ganzi (Kardze).
Volgens het Chinese persagentschap Xinhua werd daarbij één persoon doodgeschoten en vielen er vier gewonden bij een actie van enkele dozijnen personen, waaronder monniken. De met messen gewapende actievoerders vielen winkels in de hoofdstraat en een politiestation aan, nadat eerder geruchten verspreid waren dat drie monniken zichzelf in brand zouden steken. Twee politievoertuigen en twee voertuigen van de brandweer werden vernield. De Chinese overheid heeft verklaard dat de afscheidingsbeweging in het buitenland het incident wil uitbuiten door het op te blazen.
Volgens Radio Free Asia en Tibet steungroepen in het buitenland vielen er op 23 januari minstens twee en misschien wel zes dodelijke slachtoffers bij een protestactie van honderden tot duizenden Tibetanen. Eén persoon zou geprobeerd hebben zichzelf in brand te steken. De Tibetanen zouden geprotesteerd hebben tegen de aanhouding eerder die dag van actievoerders die naar aanleiding van het Chinese Nieuwjaar pamfletten uitdeelden voor ‘Vrij Tibet’ en aankondigden dat meer zelfverbrandingen zouden volgen. Volgens Tibet steungroepen in het buitenland was er in de prefectuur Aba, die aan Luhuo grenst en waar de meeste van de recente zelfverbrandingen plaatsvonden, vorige week ook al een incident . Dit incident is niet van Chinese zijde bevestigd. Bovendien heeft op 24 januari een nieuw incident plaatsgevonden in Seda, een ander kanton van de prefectuur Ganzi. 14 politieagenten werden gewond bij een treffen met manifestanten die het politiebureau bestookten met benzineflessen, messen en stenen. Sommigen zouden zelfs vuurwapens gebruikt hebben, aldus de politie. Eén manifestant werd gedood en één gewond, en er waren 13 aanhoudingen. Buitenlandse Tibetgroepen spreken van minstens twee doden.
De leider van de Tibetaanse ‘regering in ballingschap’ in India, Lobsang Sangay riep de Westerse wereld op niet passief toe te kijken en tussen te komen ‘om het bloedvergieten te stoppen’.
Het incident in Luhuo is het ernstigste sinds het voorjaar 2008 toen bij ethnische onlusten in Lhasa 32 Han en Hui slachtoffers vielen. Tegelijk braken toen ook al incidenten uit in Aba.Wat opvalt aan de reeks incidenten die sinds vorig jaar gebeuren is dat bijna alles in een beperkte zone in het Westen van Sichuan, buiten het eigenlijke Tibet plaatsvindt. Men kan niet spreken van een algemeen problem in Tibet . Maar wat is er dan wel aan de hand?
De dalai lama heeft het over vertwijfeld verzet tegen de Chinese onderdrukking en culturele genocide. Dit argument weerstaat niet aan de toets van de werkelijkheid: de Chinese overheid doet enorme inspanningen om de gebieden met minderheden economisch vooruit te helpen en er de welstand te verhogen. Ook de Tibetaanse cultuur bloeit. Meer mensen dan ooit kunnen lezen, er is veralgemeend onderwijs in het Tibetaans, Tibetaanse kloosters en tempels werden en worden op kosten van de overheid hersteld en onderhouden, er zijn 40.000 geestelijken die recentelijk zelfs een staatspensioen beloofd kregen, Tibetaanse culturele initiatievenworden door de overheid ondersteund, en er bestaan in China een groot aantal onderzoekscentra naar Tibetaanse cultuur en religie, inclusief tijdschriften daarover, zelfs in buitenlandse talen. ‘Chinese onderdrukking en culturele genocide’ is uit de mond van de dalai vooral codetaal voor het niet erkennen van het wereldlijke leiderschap van de dalai lama door de Chinese autoriteiten. Het is inderdaad dat wat de monniken die zichzelf verbranden als eis stellen.
Ook de regering van de VS schijnt de Tibet-problematiek grotendeels te herleiden tot pro of contra het gezag van de dalai lama. De Speciale Coordinator voor Tibetaanse zaken van de Verenigde Staten heeft in een verklaring de schuld bij de Chinese autoriteiten gelegd: controle op het religieuze leven, ‘vaderlandse opvoeding’ in kloosters waarbij monniken de dalai lama moeten aanklagen, toenemende bewaking van kloosters, willekeurige aanhoudingen van Tibetanen en beperkingen op of aanhoudingen van familie en kennissen van zelfmoordenaars. De coordinator dringt er bij de Chinese regering op aan vrije toegang tot de regio te verlenen aan waarnemers en om een op resultaat gerichte dialoog met de dalai lama te hernemen.
De Chinese overheid daarentegen beweert dat de incidenten het werk zijn van een kleine groep provocateurs georganiseerd door de afscheidingsbeweging in het buitenland. Volgens Beijing zouden de acties uitgaan van enkele kloosters met monniken die fanatiek de dalai lama vereren. Beijing wijst erop dat de incidenten beperkt in omvang zijn en de dalai lama de monniken niet oproept om te stoppen met de zelfmoorden, alhoewel die tegen de boeddhistische principes ingaan. De eveneens in het buitenland verblijvende karmapa lama – getipt als mogelijk opvolger van de dalai lama als geestelijk leider van de diaspora- heeft dat wel gedaan, alsook een aantal lama’s in Tibet zelf.
De franstalige site tibetdoc.eu ziet als mogelijke aanleiding voor de gebeurtenissen ook een locale overheid die verkeerd reageert op de bestaande spanningen en de weerbarstige lokale kloosters niet op de beste manier aanpakt.
Men kan ook opmerken dat het Westen van Sichuan met zijn Tibetaanse minderheden ook in het verleden al toneel van anti-Chinese acties geweest is. Het was in deze regio dat de opstand van de Tibetaanse adel en geestelijkheid in 1958 begon, nadat de gronden van adel en kloosters er verdeeld werden onder de boeren (in het eigenlijke Tibet was er een akkoord met de dalai lama om dat voorlopig niet te doen).
Tenslotte zijn er de traditionele ethnische spanningen in gemengde regio’s, voor de gelegenheid opgeklopt door wie er baat bij heeft. De prefectuur Aba is 2,5 maal België en telt op slechts 850.000 inwoners 52% Tibetanen, 27% Han en verder met Tibetanen verwante Qiang (18%) en moslim Hui (3%). De stad Wenchuan waar in 2008 90.000 slachtoffers vielen bij een aardbeving, en waar in heel China massal steun voor werd gegeven, ligt in Aba. De prefectuur Garzi is vijf maal België en van de 800.000 inwoners is er 79% Tibetaan. De economische ontwikkeling zorgt ervoor dat de situatie van iedereen ook in deze afgelegen regio’s verbetert, maar meer opgeleide en ondernemende Han doen het dikwijls beter dan de locale minderheden, wat de oude vrees van die minderheden voor de Han oprakelt. En ondanks of misschien juist omwille van de regeringspolitiek om de minderheden te beschermen en economisch te bevoordeligen is het aloude Hanchauvinisme niet totaal verdwenen maar eerder aangewakkerd door ethnische rellen zoals in Lhasa in 2008 en in Urumqi in 2010.