Vier van de acht niet-communistische partijen hebben intussen ook hun congres gehouden. Het voornemen werd er geuit om de prettige samenwerking met de CPC verder te zetten. Ministers die geen lid zijn van de CPC hebben een leidinggevende functie in twee van die organisaties.
De minister van Gezondheid Chen Zhu, een gerenommeerd hematoloog, is verkozen tot voorzitter van een niet-communistische partij. Hij was als expert met onder andere een opleiding in Frankrijk aangesteld tot minister in 2007. Op dat moment was hij partijloos. In september van dit jaar is hij toegetreden tot de Chinese Boeren- en Arbeiderspartij (Chinese Peasants and Workers Democratic Party, CPWDP). Dit is een van de acht niet-communistische, maar overwegend links-progressieve partijen in China. Deze acht ‘democratische’ partijen werken samen met en onder leiding van de communistische partij. Hun 800.000 leden, het aantal leden van de acht partijen samen eind 2011, zorgen voor informatie uit brede kring, suggesties en enige kritische controle van buitenaf op de leidende partij, hoewel de invloed van de ‘democraten’ niet moet overschat worden. De CPC (82,3 miljoen leden eind 2011) blijft onveranderlijk de sturende en dominerende kracht in de Chinese politiek, maar de partij waardeert de inbreng van de acht andere organisaties, waardoor er voeling is met een grotere diversiteit van bevolkingsgroepen. De CPWDP is vooral een partij van vooraanstaande intellectuelen op de gebieden van gezondheidszorg en milieubescherming. Eerder deze maand verkoos een andere ‘democratische’ partij de huidige minister van Wetenschap en Technologie Wan Gang opnieuw tot voorzitter. Zijn partij is de Zhigong Partij van China met leden uit de kring van Chinezen die uit het buitenland zijn teruggekeerd of die banden hebben met landgenoten, bijvoorbeeld familieleden, in het buitenland. Zij bemiddelen om de contacten met Taiwan en met overzeese Chinese belangengroepen soepel te laten verlopen.
Veel Chinezen vinden dit systeem waarbij politieke partijen samenwerken onder leiding van een grote nationale partij en elkaar dus niet afwisselen aan de macht of geen oppositie voeren, het beste passen bij de situatie van hun land. Er is in China een strekking van mensen die de deelname aan het beleid van andere dan communistische politici wil vergroten. Dat er sinds 2007 dus 2 niet-communistische ministers in de regering is voor hen een stap voorwaarts.
Bronnen: Xinhua, Renmin Ribao, Global Times