De OESO die sinds enkele jaren op eigen terrein focust op groene groei, heeft nu ook voor China een aanbevelingsrapport gepubliceerd waarin ze China advies geeft hoe het land in de toekomst de verwachte verstedelijking een meer groener karakter kan geven.
Al de helft van de Chinese bevolking woont in de steden en de komende decennia worden 250 miljoen bijkomende stedelingen verwacht, zowat de gehele bevolking van Indonesië. Tijdens de voorbije decennia groeiden vooral 53 grote metropolen die in 2007 30 % van China’s bevolking tellen en 61% van ’s lands Bnp voorbrachten. Beijing, Guangzhou-Foshan en Shenzhen brengen elk al meer dan 1 % van China’s Bnp voort terwijl de 8 metropolen in de Jangtse rivierdelta 16% van het landelijk Bnp op hun actief hebben. De drie metropolen in de Parelrivierdelta zijn van hun kant eveneens goed voor 8,2 %. 186 kleine en middelgrote steden produceerden in 2007 echter maar 8 % van het Bnp. De OESO deelt bijgevolg de kritiek van zij die vinden dat China’s verstedelijking in het verleden te versnipperd gebeurde en te weinig de voordelen uitspeelt die agglomeratie met zich kan meebrengen. Logisch dan ook dat in 2009 twee op de drie migranten naar de grote steden trok. De groei van de stedelijke bevolking groeide de afgelopen 30 jaar 1,6 maal, terwijl het verstedelijkte gebied echter vier maal toenam en dit is niet duurzaam. Overigens heeft China een grondoppervlakte per persoon die maar 40% bedraagt van het wereldgemiddelde.
Uitdagingen
De OESO noemt de snelheid van de stedelijke bouw wel verbazend. Tussen 1999 en 2010 werd jaarlijks tussen 0,6 en 0,9 miljard m2 woonoppervlakte bijgebouwd. De steden verhoogden de lengte van hun wegennet van 160.000 km in 2000 tot 294.000 km in 2010. Jaarlijks groeide het autopark met 30% om in 2010 70 miljoen wagens te bereiken, zowat 100 per 1000 bewoners. Deze wagens stootten in 2010 22 miljoen ton NOx uit. DE OESO raamt de uitstootintensiteit van zowel SO2 als NOx op 4,5 en 3 keer het OESO-gemiddelde. Aangaande het fijn stof worden de Chinese steden tot de meest vervuilde ter wereld gerekend. Hoewel de afvalwaters van de nijverheid de laatste jaren verminderden, steeg echter de watervervuiling door de stedelingen. Deze vervuiling stijgt naar mate het Bnp/hoofd hoger wordt: het huishoudelijk afvalwater in Shanghai is drie maal groter dan dit in Chongqing.
Een andere uitdaging betreft het energieverbruik. De steden verbruiken nu 73% van de energie, maar dit wordt naar verwachting 79% in 2015 en 83 % in 2030. Sinds 2000 verdubbelde China’s energieverbruik per hoofd van 0,87 ton olie-equivalent (toe) tot 1,7 ton in 2009, weliswaar lager dan het cijfer in Europa (3,3 toe) en VS (7,2 toe). De Wereldbank verwacht dat het energieverbruik in de Chinese steden tussen 2006 en 2020 zal toenemen met ongeveer 40 %.
Clusters-Transport
China is zich van de uitdagingen die de toekomst biedt bewust. Gedurende zowel het huidige twaalfde vijfjarenplan als het vorige begon China al met deze uitdagingen aan te gaan. Een middel daartoe is het uitbouwen van stedelijke clusters die grote steden met middelgrote- en kleine steden verbinden door trein, tram en bus. De grote steden zorgen in deze visie voor de markt en voor de banen, terwijl de kleine-en middelgrote steden vooral huisvesting, onderwijs en gezondheidsdiensten bieden aan stedelingen en migranten. De OESO vermeldt nog dat in China een debat aan de gang is of het land al of niet tot meer compacte steden moet komen.
Efficiënt gemeenschappelijk vervoer is in elk geval een middel om minder afhankelijk te zijn van het meer vervuilend individueel vervoer. Sinds 2006 werden 36 metrolijnen met 1500 km lengte aangelegd, maar het zijn nog altijd bussen die de hoofdmoot van het gemeenschappelijk vervoer uitmaken. Recentelijk deed echter terug de tram zijn intrede in Shanghai. Toch vindt de OESO dat de stedelijke overheden meer aandacht hadden voor autowegen dan voor de ontwikkeling van het gemeenschappelijk vervoer. De westerse instelling bepleit een ontwikkelingsmodel dat het gebruik van de gronden combineert met het gemeenschappelijk vervoer zodat er een efficiënt transport is tussen de woon- en tewerkstellingszones.
Taksen
In plaats van ongeremde uitbreiding van de steden is “inbreiding” aan de orde, waarbij brakke stadsdelen zoals voormalige verlaten industrieterreinen opnieuw gebruikt worden. Andere middelen om de ontwikkeling van de voorsteden tegen te gaan, betreft zowel een dubbele eigendomstaks die grondgebruik meer belast dan gebouwen als het heffen van een taks op vastgoed aan de stadsrand. Met dit geld kan de reconversie van de verlaten gronden in de stadskern worden gefinancierd. Momenteel zijn de Chinese steden te afhankelijk van inkomsten uit het leasen van grond aan promotoren. Niet zelden bedraagt dit meer dan de helft van hun inkomsten. Als alternatief inkomen suggereert de OESO een taks op de waardevermeerdering die een vastgoed ondergaat wanneer de buurt ontsloten wordt door het gemeenschappelijk vervoer. In Hong Kong werd het metro/tramsysteem helemaal op deze wijze bekostigd. Ook een “opstoppingen”-taks tijdens de spitsuren kan geld in het laadje brengen om het transport uit te breiden.
Gebouwen
Zowel op wereldvlak als in China gebruiken de gebouwen een derde van de energie. In het elfde vijfjarenplan moest de bouwsector ook 20% minder energieverbruik realiseren. Dit kwam neer op 100 miljoen ton koolstofequivalent minder en daarvan moest 61 miljoen ton bereikt worden door een betere energie-efficiency van de gebouwen. Tijdens het 12-de vijfjarenplan moest de sector het met 116 miljoen ton minder doen. Volgens de OESO doen de grote steden het eerder goed met het naleven van de bouw code, maar nemen vooral de kleine steden het niet te nauw. In de stad Wuxi met meer dan 6 miljoen inwoners was maar een ambtenaar in deze bevoegd. In nieuwe gebouwen worden de groene bouwnormen nu voor 95 tot 99 % nageleefd. Het her aanpassen van bestaande gebouwen ligt moeilijker, vooral op het financiële vlak. De overheid betoelaagt daarvoor 50 yuan /m2, maar dit maakt nauwelijks een derde tot een zevende van de totale kost. Vraag is dus wie gaat de rest betalen. De OESO pleit in dit geval voor “Bedrijven voor energiediensten”: hun aantal steeg van 80 erkende bedrijven in 2005 tot 2300 vorig jaar en deze stellen in China al 400.000 personen te werk.
Wat het waterprobleem aangaat, vermeldt het OESO-rapport het voorbeeld van Melbourne in Australië waar 40.000 huizen een dubbel kraantjessysteem hebben: een voor drinkwater en een voor gerecycleerd water dat dient voor toilet, autowassen, planten en gras water te geven…Ook bij het industrieel afvalwater is verbetering mogelijk: in China bedraagt de recyclagegraad 40%; in Taiwan is dit 60% en in de ontwikkelde landen 77 %.
Groene nijverheid
In 2008 was China’s sector van milieu en energiebesparing goed voor 1410 miljard yuan of 4,7 % van het Bnp en stelde deze 25 miljoen personen te werk, waarvan 18 miljoen in de recyclage. Ook groene clusters doken op in de steden en deze 122 groene ontwikkelingszones zijn al goed voor 11 % van China’s Bnp en 30 % van de uitvoer.
De grootschalige afbraak- en bouwpolitiek hadden tot gevolg dat bouwafval zelfs 35% van de totale stedelijke afval vertegenwoordigt. In 2009 werd de wet op recyclage afgekondigd en dit had 3 soorten gespecialiseerde zones tot gevolg. Toch vindt de OESO dat de informele sector nog te vaak de officiële sector ondergraaft. De uitdaging is echter ook in deze recyclagezones de innovatie hoog te houden. In dit verband vermeldt de studie dat drie kwart van de technologietransferten i.v.m. klimaatwijziging naar China gingen. Vooral de sectoren wind- en zonne-energie worden geroemd, maar van de crisis is in de publicatie nog geen sprake. laat staan van de Europese straftarieven.
De OESO-studie vermeldt ook dat China later op het jaar een verstedelijkingsplan zal openbaar maken dat 4 volgende elementen zou bevatten: de promotie van de stedelijke clusters, het aannemen van instrumenten die de stedelijke ruimte bepalen, de integratie van migranten in de stad en een beter systeem van stedelijk bestuur.
Bron: OECD (2013), “Urbanisation and Green Growth in China”, OECD Regional Development Working Papers, 2013/07, OECD Publishing.
http://dx.doi.org/10.1787/5k49dv68n7jf-en
De OESO publiceerde onlangs eveneens een update met beoordeling van de huidige stand van China’s milieupolitiek:
Hill, S. (2013), “Reforms for a Cleaner, Healthier Environment in China”, OECD Economics Department Working Papers, No. 1045, OECD Publishing.
http://dx.doi.org/10.1787/5k480c2dh6kf-en