Dit jaar worden 52.300 leraars aangeworven voor het lager en middelbaar onderwijs op het platteland. De kwaliteit van dat onderwijs is al een oude bezorgdheid. Plattelandsbesturen hebben beperkte budgetten en goede leraars blijven liever in de stad.
Het ministerie van onderwijs en het ministerie van financiën kondigen gezamenlijk aan dat dit ze dit jaar 52.300 gediplomeerde leraars willen aanwerven om les te geven in lagere en middelbare scholen in arme gebieden op het platteland in centraal en westelijk China.
Het doel is de kwaliteit van het onderwijs in de plattelandsscholen te verhogen. Men wil vooral meer leraars in lichamelijke opvoeding, vreemde talen, wetenschappen en kunst.
Men gaat zich in het bijzonder richten op scholen in voormalige arme regio’s; in 2010 waren er nog 100 miljoen armen op het platteland, maar de laatste arme kantons waren eind 2020 uit de armoede gehaald. De prioriteit zijn kantons waar programma’s lopen voor plattelandsontwikkeling en kantons bewoond door minderheden.
De leraars moeten minstens een bachelor diploma van een hogeschool hebben en jonger dan 30 jaar zijn. Ook afgestudeerden in pedagogie aan een hogere beroepsopleiding kunnen zich kandidaat stellen.
De leraars zullen de loonvoorwaarden en voordelen hebben die lokaal toegepast worden, maar bovenop komen er nationale subsidies. Een periode op het platteland werken bezorgt hen ook een betere jaarlijkse evaluatie en voorrang bij latere promoties
Het programma om het landelijk onderwijs te verbeteren werd gelanceerd in 2006. In totaal heeft het al 1,03 miljoen leraars naar het platteland gestuurd.
Toch blijft verdere actie nodig. Nog steeds slagen antoonbaar minder kinderen van het platteland in het toegangsexamen tot het hoger wijs dan kinderen uit de stad.
Bron: Chinadaily
