China onderhandelt met 22 Aziatische landen over het opzetten van de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB). Die investeerder in infrastructuur zal voordelen bieden aan China, maar volgens Beijing ook aan vele andere landen in Azië.
Er zijn al drie onderhandelingsrondes achter de rug en met tien landen is intussen een intentieverklaring ondertekend. Recentelijk zou China voorgesteld hebben het oorspronkelijk voorziene kapitaal van 50 miljard dollar naar 100 miljard te verhogen. De investeringsbank zou in het begin vooral kredieten verlenen voor de bouw van de ‘nieuwe dubbele zijderoute’, één over land en één over zee. Tot de verbeelding spreekt bijvoorbeeld het plan voor een spoorlijn Beijing-Bagdad. Sommige waarnemers zien in het opzet van de AIIB een concurrent of een alternatief voor de Asian Development Bank (ADB).
De ADB wordt volgens China te veel gecontroleerd door de VS (15,7%) en Japan (15,6%), terwijl China met een grotere economie dan de Japanse slechts 5,5% heeft. ADB heeft 67 landen als lid en een kapitaal van 165 miljard dollar en de voorzitter is sinds 1966 altijd een Japanner geweest
Een verhaal van twee banken
Xi Jinping en Li Keqiang hebben het idee van de Asian Infrastructure Investment Bank geïntroduceerd. China zegt dat de regionale economie een bank nodig heeft die zich specifiek richt op de financiering van infrastructuurprojecten. De China Daily schreef in mei dat de ervaring bewijst hoezeer massale investeringen in infrastructuurprojecten bijdragen tot economische groei en ontwikkeling. De officiële krant gaf als voorbeelden de VS in de 19e eeuw en China in de 20e eeuw, waar een vermeerdering van 12,6 miljard naar 2.000 miljard yuan tussen 1981 en 2000 een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de economische opkomst van het land. De AIIB zal in zekere zin wel concurreren met de ADB waar China ook lid van is. Ze zal zich echter specialiseren in de infrastructuurprojecten, daar waar voor de ADB de prioriteit ligt bij armoedebestrijding. Competitie tussen banken zal volgens de China Daily ook de algemene efficiency van de financiële sector in Azië ten goede komen en dus zorgen voor een broodnodige versterking van die sector op het continent.
Het eigen en het algemeen belang
China kan en wil ook niet verhelen dat het zelf zal profiteren van de vestiging van een AIIB: in de gefinancierde projecten zal het land een deel van zijn overcapaciteit en van de intussen verworven technologische deskundigheid kwijt kunnen, wat de stabiele ontwikkeling van de eigen economie zal bevorderen. Het land wil naar eigen zeggen echter vooral zijn toegezegde bijdrage leveren aan een gezamenlijke ontwikkeling en welvaart van alle landen in Azië.
Bronnen: Reuters, China Daily