Optimistische perspectieven voor samenwerking China-Afghanistan

Gisteren werd de 70ste verjaardag van de diplomatieke relaties tussen Afghanistan en China gevierd. Officiële media van beide partijen kijken optimistisch naar de samenwerking tussen beide landen.

Hulp in 2022 Foto Zekrullah Yazdani/Xinhua Disclaimer

Afghanistan – toen nog een koninkrijk – knoopte 70 jaar geleden op 22 januari diplomatieke betrekkingen aan met de Chinese Volksrepubliek. Sindsdien is er in Afghanistan veel gebeurd en kende de relatie hoogtes en laagtes. Maar de officiële media verwijzen toch naar deze historische gebeurtenis als illustratie van de vriendschap en het onderlinge vertrouwen tussen beide buurlanden en volkeren.

China heeft de Taliban, die in 2021 de macht in Kabul overnam, nog niet formeel erkend (geen enkel land heeft dat trouwens gedaan), maar het is het eerste land dat in 2023 opnieuw een ambassadeur naar Afghanistan stuurde.

Volgens het persagentschap Xinhua blijft China een standvastige steun voor de Afghaanse onafhankelijkheid, soevereiniteit, territoriale integriteit, godsdienst, nationale tradities en het ontwikkelingspad dat de Afghaanse bevolking zelfstandig gekozen heeft. Het verschil met de VS kan moeilijk groter zijn.

Xinhua noteert verder dat het Afghaanse bestuur de kernbelangen van China respecteert. Met kernbelangen bedoelt het vooral dat Afghanistan radicale moslims geen kans geeft om vanop zijn grondgebied terroristische aanslagen te organiseren in het aangrenzende Xinjiang.

Mawlawi Abdul Salam Hanafi, dienstdoend vicepremier in de voorlopige regering, verklaarde dat ‘China en Afghanistan een lange geschiedenis van vriendschappelijke relaties delen, die zich concretiseert in handel, economische samenwerking en politieke connecties’.

Economische samenwerking overleeft regimewissel

Op de vorige Kanton Fair in 2024 waren opvallend veel Afghaanse zakenlieden aanwezig. Sinds enkele jaren heft China geen invoerrechten meer op import uit Afghanistan. Courant aangeboden producen zijn saffraan, handgeweven tapijten, pijnboompitten en edelstenen.

China werd al tijdens de Amerikaanse bezetting van Afghanistan de grootste handelspartner van het land. Het voert onder meer telecomapparatuur uit en importeert mineralen.

Chinese bedrijven hebben geïnvesteerd in Afghaanse infrastructuur, zoals de weg van Kabul naar Jalalabad, het Jamhoriat-hospitaal in Kabul en lesgebouwen met een auditorium van de universiteit van Kabul.

Er zou ook sprake zijn van de heropening der oude zijderoute tussen beide landen via de Wakhan-corridor en een pas op de 92 km lange grens.

China vormt de grootste buitenlandse investeerder in het land. Al tijdens de Amerikaanse bezetting van Afghanistan sloot het contracten voor de ontginning van een kopermijn en van olievelden.

Zabihullah Mujahid, de woordvoerder van de voorlopige regering zegt over de economische samenwerking: ‘Afghanistan is een land dat zich economisch moet ontwikkelen, terwijl China in de regio een economisch sterke macht is. Daarom zijn de betrekkingen tussen beide landen erg belangrijk en moeten we alle gezamenlijke projecten maximaal gebruiken.’

Hulp

China heeft ook al verschillende malen noodhulp gegeven aan erg arme of door rampen getroffen Afghaanse families.

Arafat Jamal, de plaatselijke vertegenwoordiger van de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) verklaarde daarover:’ Wij zijn heel erg dankbaar voor de Chinese hulp. Hiermee kan UNHCR families op de vlucht helpen in de dagelijkse strijd om aan hun basisbehoeften te voldoen’.

Toen Afghanistan in 2024 werd getroffen door overstromingen, gaf China geld aan de Afghaanse Rode Maan en stuurde het hulppakketten met tarwebonen, dekens, kledij en geneesmiddelen naar duizenden getroffen families. Ook bij de grote aardbeving in 2022 kwam er aanzienlijke Chinese financiële en materiële hulp aan.

Cultureel respect en samenwerking

Er is ook culturele samenwerking. Zo richtte men in 2008 aan de universiteit van Kabul een Confucius-Instituut op, waar intussen al 5.600 Afghanen overwegend korte lessencycli gevolgd hebben.

Recentelijk hebben Afghaanse en Chinese specialisten in het kader van het behoud van cultureel erfgoed gezamenlijke projecten inzake wetenschappelijk onderzoek opgezet op de site van de Bamiyan Boeddha’s. De reuzenboeddha’s op deze werelderfgoedsite van UNESCO werden in 2001 tijdens de eerste bewindsperiode van de Taliban opgeblazen, maar er bestaan nog talloze grotten met muurschilderingen die men nu heeft beschermd.

Naar aanleiding van de verjaardag verklaarde de Chinese ambassadeur Zhao Xing: ‘Als we naar de volgende 70 jaar vooruitkijken, dan zien we een China dat bereid is met Afghanistan samen te werken voor ontwikkeling en welvaart, om de vrede en de veiligheid in de regio te bewerkstelligen, om van elkaar te leren en culturele uitwisseling te bevorderen.’

Bronnen: People’s Daily, Wikipedia