Uit analyse van de in 2019 beschermde ruïnes in de stad Lianzhu uit het neolithicum blijkt dat de stad een tweedeling kende tussen stad en platteland. De stad bestond uit ambachtslui maar geen boeren. Rijst, graan en vlees werden ingevoerd van buiten de stad. Liangzhu kende 4300 jaar geleden dus een tweedeling stad en platteland.
De Liangzhu site kwam voor het eerst aan het licht in 1936 toen stukken aardewerk en stenen artefacten werden ontdekt, gevolgd door de ontdekkingen van een aanzienlijk aantal graven, altaren en grootschalige paleisstichtingen in de jaren 1980 en 1990. De Liangzhu cultuur die dateert uit een periode tussen 5.300 en 4.300 jaar geleden is een van de archeologische culturen uit het neolithicum in China. Het werd vernoemd naar de ontdekking van de oude stad in Liangzhu, provincie Zhejiang in 1936. De archeologische ruïnes van Liangzhu werden in 2019 door de UNESCO uitgeroepen tot Werelderfgoed.
Recentelijker werden rond Liangzhu 20 dammen ontdekt waarvan er zeven vermoedelijk dateren van ongeveer 5000 jaar geleden. Daarnaast bevestigden opgravingen het bestaan van een complexe hoge damstructuur, die mogelijk diende om water van het westen naar het oosten om te leiden. Deze ontdekkingen geven aan dat het cluster van de Liangzhu site drie afzonderlijke fasen van ontwikkeling heeft doorgemaakt namelijk van verspreide nederzettingen tot de bouw van een waterhuishoudsysteem en uiteindelijk de bouw van de oude stad Liangzhu.
Archeologische vondsten suggereren dat de oude stad Liangzhu, daterend van 5.300 tot 4.300 jaar geleden, een complex stedelijk centrum was met een duidelijke scheiding tussen stad en platteland dat sterk afhankelijk was van ‘geïmporteerde grondstoffen’ zoals graan en vlees, onthulden experts tijdens een recente conferentie. ‘Multidisciplinair onderzoek wijst uit dat er geen rijstvelden waren binnen de omtrek van de oude stad Liangzhu’ zegt onderzoeker Wang Ningyuan bij het Zhejiang Provincial Institute of Cultural Relics and Archaeology.
Volgens Wang tonen archeologische vondsten aan dat, afgezien van de adel en religieuze figuren, de meerderheid van de stedelijke inwoners ambachtslieden waren die jade, lakwerk, gereedschappen van been en hoorn en stenen werktuigen vervaardigden. Er werd geen bewijs gevonden van boeren. De verschillende grondstoffen en de bevolking van de oude stad werden allemaal van buitenaf ingevoerd en de invloed en het ontwikkelingsniveau was hoog. De omliggende nederzettingen hadden een gespecialiseerde arbeidsverdeling waarbij sommigen zich bezighielden met de productie van stenen werktuigen en anderen met het maken van jade. De ontwikkeling van geavanceerde rijstlandbouw (buiten de stad) bevorderde de sociale arbeidsverdeling en de specialisatie van ambachten, zegt Wang.
Volgens Wang onthullen de archeologische ontdekkingen dat de inwoners van de oude stad Liangzhu uit verschillende regio’s kwamen en dat de grondstoffen ook uit verschillende gebieden kwamen. Een studie van de graanopslagkuilen op de Chizhongsi vindplaats onthulde bijvoorbeeld ongeveer 100.000 kilo verkoolde rijstkorrels. DNA-analyse van de rijst wees uit dat de rijst afkomstig was uit ten minste zes verschillende regio’s, wat suggereert dat de korrels uit verre gebieden werden ingevoerd. Verder wees onderzoek van varkensbotten die op de vindplaats waren gevonden uit dat de dieren waarschijnlijk uit drie verschillende regio’s kwamen, waarvan één mogelijk zo ver weg als Jiaxing, een naburige stad van Hangzhou. Door analyse werd ook ontdekt dat sommige individuen in de stad afkomstig waren uit de Centrale Vlakten en de Haidai regio, wat de beweging van mensen tussen culturele zones weerspiegelt.
Volgens Wang versnelde rond 6.000 jaar geleden het proces van sociale complexiteit in de beneden Jangtse rivier met de opkomst van enkele centrale nederzettingen die de eerste fase van het ‘tijdperk van de oude staten’ markeerden. Ongeveer 5.300 jaar geleden, met de opkomst van de Liangzhu beschaving kwam de benedenloop van de Jangtse in de tweede fase van het ‘tijdperk van de oude staten’. De Liangzhu site vertegenwoordigt deze tweede fase van de ontwikkeling van het oude koninkrijk. De opkomst van Liangzhu werd sterk beïnvloed door geografische en klimatologische factoren, aldus Wang. In die tijd zorgden klimaatveranderingen ervoor dat de bevolking in de benedenloop van de Jangtze veranderde van een overwegend jagende en verzamelende economie met rijst als aanvulling in een op rijst gericht landbouwmodel. De snelle sedimentatie van de Jangtse rivier had grotendeels de Taihu vlakte gevormd, die na een lange zoetwaterverdunning een zeer geschikt gebied werd voor rijstteelt. Deze transformatie trok een snelle toestroom van mensen uit de omliggende regio’s aan.
Bronnen: Global Times, CGTN, UNESCO
Fotos copyright : Hangzhou Liangzhu Archaeological – Site Administrative District Management Committee; Zhejiang Provincial Institute of Cultural Relics and Archaeology