Een opinie-bijdrage van reisorganisator Ymkje Repko over hoe meer en meer de waarde van de traditionele architectuur in Tibet herontdekt wordt. De auteur schrijft hier wel over groot Tibet, dus niet enkel de Autonome Regio Tibet maar ook alle gemengde gebieden in aanpalende provincies waar belangrijke groepen Tibetanen wonen.
Dit is een Opiniestuk. Het geeft niet noodzakelijk de mening weer van Chinasquare.be. Dit soort artikelen moet wel voldoen aan de minimumeisen die Chinasquare.be aan bijdragen stelt (zie OVER)
In Tibet wordt nog veel op de traditionele, ambachtelijke manier gebouwd. Dat geeft hoop, omdat Tibetaanse architectuur met het landschap harmonieert, ecologisch verantwoord is en wortelt in een oude cultuur. Daarnaast verrijst in Tibet, zoals in heel China, ook veel nieuwbouw van beton. Die wordt soms gemodelleerd naar oude Tibetaanse bebouwing en vaak in dezelfde kleuren geschilderd, maar kan in de meeste gevallen niet worden beschouwd als Tibetaanse architectuur. Tibet is vier keer zo groot als Frankrijk en telt ongeveer 16 miljoen inwoners. De helft daarvan zijn Tibetanen en de andere helft Chinezen. De bouwprojecten variëren van individuele woningen tot hele stadsuitbreidingen. Scholen, ziekenhuizen, winkels en tempels schieten als paddenstoelen uit de grond. De bouwwoede hangt voor een groot deel samen met de slechte bouwkwaliteit, want na vijfentwintig jaar is de meeste nieuwbouw al weer aan vervanging toe. Daarnaast speelt de trek naar de stad een grote rol.
De trek naar de stad is een mondiaal verschijnsel dat in China gereguleerd wordt middels bouw- en woonsubsidies, waardoor hier geen sloppenwijken ontstaan. Mensen uit afgelegen streken vestigen zich in nederzettingen en langs hoofdwegen, waar scholen en medische voorzieningen beter bereikbaar zijn. Kleine kernen groeien uit tot flinke steden, terwijl langs de wegen linten met voorzieningen oprijzen en her en der in the middle of nowhere spiksplinternieuwe woon-wijken ontstaan.
Los daarvan herrijzen honderden tempels, gefinancierd door Tibetanen, westerlingen en de overheid. Tibetanen offeren van oudsher veel geld aan boeddhistische instellingen, dat zit in hun cultuur. Westerlingen steunen bouw- en renovatieprojecten, omdat ze Tibet een warm hart toedragen. De overheid ten derde, laat veel tempels herbouwen omdat die, als ze een kwart eeuw oud zijn, wegens instortingsgevaar onveilig zouden zijn. Ongeveer de helft van de nieuwe tempels wordt op traditionele wijze gebouwd; de andere helft van beton.
Of betonnen gebouwen, zoals replica’s van oude tempels, Tibetaanse architectuur mogen heten, is nog maar de vraag. Tibetaanse architectuur heeft een meer dan duizend jaar oude traditie en is gebaseerd op het ambachtelijke gebruik van natuurlijke materialen uit de directe omgeving, zoals natuursteen, leem en hout. Gelukkig wordt er nog steeds – en steeds méér – op traditioneel Tibetaanse wijze gebouwd.
Zo zijn de laatste jaren in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa fraaie herenhuizen gebouwd op dezelfde manier als men rond 1900 deed, met achterover hellende gevels van blokken graniet. De muren zijn spouwmuren die aan de basis bijna twee meter dik zijn en naar boven toe gaandeweg dunner. Kleine steentjes in de ‘voegen’ geven deze muren een zekere flexibiliteit die ze bestand maakt tegen aardbevingen. Op deze zorgvuldige manier worden overal in Tibet ook nieuwe tempels gebouwd. Ze zijn bijna niet van oude te onderscheiden.
Daarnaast worden er in Tibet talloze projecten van stampleem en leemsteen gerealiseerd. In het noorden en oosten gebruikt men voornamelijk stampleem, waarbij een mengsel van zand, klei, grind en kalk tussen een paar planken wordt aangestampt. Hele kloosters worden op deze manier gerenoveerd, zoals recentelijk het grote klooster van Derge. In Centraal en West-Tibet bouwt men meestal van leemsteen, dat wil zeggen, van in mallen geperste blokken klei die in de zon zijn gedroogd.
De Tibetaanse architectuur is verankerd in het landschap, want daar komt het bouwmateriaal vandaan. Het landschap varieert van hooggebergte en kale vlaktes tot grazige heuvels, bossen en lieflijke valleien. Constanten in de bouw zijn de natuurlijke ruwe look van de gevels. De woonvertrekken liggen bijna altijd op de bovenste verdieping en hebben vaak grote ramen op het zuiden. Voorname huizen en tempels zijn herkenbaar aan donkerbruine friezen, gemaakt van strak samengebonden twijgen.
De eerste tempels in Tibet werden – in de 7e eeuw – al op deze manier gebouwd. De Tibetaanse architectuur maakte in de loop der eeuwen een zekere ontwikkeling door die met de bouw van het zomerpaleis van de Dalai Lama in Lhasa, in 1956, voorlopig stopte. Dit paleis lijkt een enorme villa. Het heeft alle kenmerken van traditionele Tibetaanse architectuur, maar relatief grote ramen en een paar vides die het interieur bijzonder licht maken.
In de periode van 1960 tot 1985 werd er nauwelijks iets op traditioneel Tibetaanse wijze gebouwd omdat het modernisme hoogtij vierde. Men bouwde vooral van beton. Pas eind jaren ’80 kwam er weer oog voor Tibetaanse architectuur, getuige de restauratie van het Potalapaleis en de herbouw van het klooster Ganden. De aandacht voor Tibetaanse architectuur is sindsdien alleen maar toegenomen: in heel Tibet vinden restauratie- en nieuwbouwprojecten plaats en hierover wordt regelmatig in het Tibetaans en het Chinees gepubliceerd.
De aardbeving in Yushu in 2010 leverde het bewijs dat gebouwen van stampleem aardbevingsbestendig zijn. Het Tibet Heritage Fund (THF) renoveerde in 2007 een woongebouw van stampleem in Yushu, dat de ramp, op een paar eenvoudig te herstellen scheuren na, heeft doorstaan. Dit is belangrijk, omdat vaak wordt gedacht dat stampleen niet aardbevingsbestendig zou zijn.
Het THF is misschien wel de meest vakkundige organisatie op het gebied van Tibetaanse architectuur. Deze in de jaren ’90 door de Duitser André Alexander (1965-2012) opgerichte organisatie heeft veel tempels en woongebouwen gedocumenteerd en gerestaureerd. De THF-website biedt een schat aan technische en cultuurhistorische informatie en geeft inzicht in de bouwkosten.
Volgens het THF zijn er in heel Tibet slechts een paar duizend goede voorbeelden van traditionele Tibetaanse bebouwing bewaard gebleven. Vroeger werd hier – in tegenstelling tot nu – nu eenmaal niet veel gebouwd, en inmiddels is er heel veel verwoest. Behoud van alle resterende objecten is daarom gewenst. Daarnaast is het belangrijk dat de traditionele Tibetaanse bouwkunst actueel blijft. Dat wil zeggen dat er juist nu en in de toekomst zoveel mogelijk op traditioneel Tibetaanse wijze gebouwd moet worden. Die bebouwing is mooier, milieuvriendelijker en in cultuurgeografisch opzicht interessanter dan het equivalent van beton.
Architectuuropleidingen zouden zich kunnen toeleggen op het ontwikkelen van eigentijdse varianten van traditionele Tibetaanse bouwkunst. Moderne gebouwen van natuurlijke, gebiedseigen materialen die op hedendaagse manier uitdrukking geven aan de Tibetaanse cultuur. Nu China in toenemende mate oog krijgt voor tradities, milieu, duurzaamheid, culturele verscheidenheid en esthetiek en de kwaliteit van het onderwijs snel verbetert, gloort er wellicht een mooie toekomst voor de traditionele Tibetaanse architectuur
Tekst en foto’s: Ymkje Repko
Ir. Ymkje Repko is landschapsarchitect en publicist. Ze geeft lezingen over Tibetaanse architectuur en organiseert reizen naar China en Tibet: www.architectuurreis.com en www.tibetreis.com. Ze was onlangs te horen op de Boeddhistische Omroep over het leven in Tibet (wma-stream:Media Player vereist)
citaat uit het verslag: ”Tibet is vier keer zo groot als Frankrijk en telt ongeveer 16 miljoen inwoners. De helft daarvan zijn Tibetanen en de andere helft Chinezen.”. Bedoelt ze nou groot tibet dus TAP en TAR. en chinezen wat voor chinezen zoals mongolen de tu en de hui. beetje duidelijker schrijven aub anders kan daila lama hier weer wat leugens vertellen.
Wat een nare reactie!
Er staat toch boven, dat ik over groot Tibet heb en niet alleen over de TAR? Die TAR bestaat sinds 1965, terwijl de Tibetaanse bouwtraditie meer dan duizend jaar terug gaat. Bovendien leven in Qinghai en Sichuan etc. meer Tibetanen dan in de TAR. Met alle respect voor Tu, Mongolen en Hui, doen hun aantallen er binnen de context van mijn verhaal niet toe. Bevolkingscijfers in China zijn overigens vanwege de enorme migratie niet erg precies.
Ik voel me gekwetst door deze reactie, maar dat was waarschijnlijk ook de bedoeling van deze anonieme figuur.
Ik maak dan nog maar even van de gelegenheid gebruik te verwijzen naar mijn websites http://www.tibetreis.com en http://www.architectuurreis.com.
Met vriendelijke groet, Ymkje Repko
aan Ymkje Repko ik heb niks negatief bedoeld met mijn opmerking, maar het is duidelijk dat deze verslag is geschreven voor tibetcologen en niet voor gewone stervingen (mensen die niks over tibet afweet). misschien moet je maar volgende keer een woordenlijst samenstellen of met een inleiding beginnen voor deze verslag. ja het klopt dat de uit jouw citaat weer: Bevolkingscijfers in China zijn overigens vanwege de enorme migratie niet erg precies. als het niet erg precies is waarom schrijf je dan 16 miljoen ”chinezen” op deze verslag. en trouwens er wonen nu ook erg veel tibetanen in chengdu, canton en beijing.
citaat uit het verslag: tibet is vier keer zo groot als Frankrijk en telt ongeveer 16 miljoen inwoners. De helft daarvan zijn Tibetanen en de andere helft Chinezen. klopt weer niet. “Groot Tibet” komt op het volgende resultaat: 6 miljoen Tibetanen tegenover 4 miljoen Han, 2 miljoen Hui, 2 miljoen Yi en 2 miljoen “anderen”. Het totaal geeft 10 miljoen niet-Tibetanen tegenover 6 miljoen Tibetanen. De Tibetanen zijn de grootste groep, maar zij zijn niet in de meerderheid.
bron: http://infortibet.skynetblogs.be/demografie/
normale stervelingen begrijpen de begrip groot tibet niet eens. kijk maar naar sharon stone. zij zei in 2008 aardbeving: het aardbeving gebeurt vanwege china slechte behandeling tegenover minderheden. de 2008 aardbeving worden getroffen in gebieden waar veel minderheden woonden vooral tibetanen in Aba.