Na een slechte vorige week begonnen de Chinese beurzen deze week opnieuw bar slecht. Daarop sloeg op de Europese en Amerikaanse beurzen de paniek toe. Is het de schuld van China of wat is er echt aan de hand?
Vooreerst China. De beurs van Shanghai verloor maandag 8,5% en dinsdag nog eens bijna 8% na een val van 12% vorige week. Om de puntjes op de i te zetten: sinds half juni bedraagt de val 40%, maar de index staat nog altijd 50% boven het niveau van de zomer 2014.
In juli verklaarde de regering dat ze maatregelen zou nemen om de koersen te ondersteunen en de voornamelijk kleine beleggers te beschermen. Dat deed ze ook en het ging inderdaad een tijd beter. We schreven hierover in extenso op ChinaSquare.be. Maar vorige week begon de vrije val opnieuw. En die is dan nog afgeremd omdat aandelen die op één dag meer dan 10% dalen automatisch uit de handel genomen worden. (Staats)banken en -mijnen hielden het best stand. Iedereen verwachtte dit weekend nieuwe doortastende regeringsmaatregelen, zoals het versoepelen van de bankreserves om meer geld in omloop te brengen. Er kwam echter alleen een maatregel op lange termijn, de toelating aan pensioenfondsen om tot 30% van hun activa te beleggen in aandelen; die bedragen 3.500 miljard yuan. Het is een belangrijke maatregel maar een die niet echt onmiddellijk soelaas bracht en dus ging de vrije val maandag verder. Opvallend is dat de regering deze keer geen commentaar geeft. We weten dus niet wat er aan de hand is. Capituleert de regering voor de krachten van de vrije markt, zoals de Financial Times titelt. Ze zou, nadat 200 miljard dollar tevergeefs in de beurs gepompt werd, dan toch laattijdig beseffen dat staatsbemoeiing uit den boze is? De Engelstalige Chinese media besteden weinig aandacht aan de beursperikelen (slechts één Chinees op dertig bezit aandelen), en geven de indruk dat de regering wel probeert de beurs te ondersteunen, maar zonder resultaat. Of is de regering van mening dat de koersen nog altijd boven hun fundamentele waarde liggen (die zelf functie zijn van de winsten van de bedrijven die momenteel onder druk staan) en vindt ze het nu een betere gelegenheid dan in juni om de teugels los te laten? Ter herinnering, bij het begin van de val in juni waren er 90 miljoen kleine beleggers waarvan er velen speculeerden met geleend geld. Dat systeem van “margin lending” is intussen tot een derde gekrompen, en veel grote staatsbedrijven en investeringsfondsen hebben op last van de overheid hun beursinvesteringen opgedreven. Die zouden beter tegen een stoot moeten kunnen dan de kleine belegger. Het lijkt er op dat precies het uitblijven van een duidelijk en krachtig signaal van de Chinese regering dit weekend de trigger geweest is die een paniekreactie op buitenlandse beurzen heeft uitgelokt.
Hoe China onze beurzen beïnvloedt
Wat is de band met de buitenlandse beurzen? Rechtstreeks niet zoveel, onrechtstreeks wel. China staat voor 15% van de wereldeconomie en een kwart van de groei. Aandelen van een aantal grote Chinese bedrijven worden verhandeld op de beurzen van Hongkong en New York. Geruchten dat de Chinese economie nog vertraagt en dat de winsten van die bedrijven in het gevaar komen, duwen de koers naar beneden. Voor de rest zegt de paniek op onze beurzen meer over de economische zwakte bij ons dan over die van China. De economische groei van China is teruggevallen van gemiddeld 10% in het voorbije decennium naar “slechts” ongeveer 7% . Tegelijk schakelt China over van productie van uitvoergoederen naar een op binnenlandse consumptie gerichte diensteneconomie. Dit in combinatie met lagere groeicijfers maakt dat China minder olie, ijzererts, kopererts en andere grondstoffen nodig heeft. De eigen productie daarvan kan een groter deel van de behoeften dekken zodat de invoer ervan dubbel getroffen wordt. De internationale prijzen storten ineen. Oliebedrijven, mijnbouwbedrijven uit Australië, Canada en Brazilië die droomden van steeds meer lucratieve uitvoer naar China, worden brutaal wakker. De aandelen van deze firma’s op de beurs dalen ook. De slechtere vooruitzichten van deze bedrijven hebben zelfs de munten van die landen al naar beneden geduwd. Er zijn Westerse bedrijven die in China geïnvesteerd hebben en de belangrijke winsten uit de Chinese markt halen. GM verdient meer in China dan in de VS. Ook die voelen de verandering. De Chinese autosector is jarenlang met dubbele cijfers gegroeid maar schijnt nu af te vlakken. De gouden tijd zou ook voor de buitenlandse autobouwers voorbij kunnen zijn en ook dat wordt voelbaar op de beurs. Tenslotte zijn er de Westerse bedrijven die naar China uitvoeren. De Duitse machinefabrikanten bijvoorbeeld; dalende investeringen in de industrie laten zich ook hier voelen. De vraag of de Chinese regering de Chinese economie op de groeirails kan houden is dus belangrijk voor veel aandelen op onze beurzen.
Dit alles speelt zich af tegen een achtergrond van Westerse beurzen die sinds de grote crisis van 2008-9 met uitzondering van 2011 onafgebroken gestegen zijn. Spaarders die geen rente meer krijgen op spaarboekjes en kasbons worden de beurs op gejaagd. Dat de koersen ver boven de weinig rooskleurige economische werkelijkheid liggen en er vroeg of laat een forse daling moet komen weet iedereen, maar iedereen hoopt zolang mogelijk van het feestje te profiteren en als eerste weg te zijn als het tij keert.
De hervorming van de Chinese wisselkoersberekening vorige week, waarbij de markt op vraag van het IMF meer vrij spel kreeg, leidde tot een daling van de koers met zowat 4,5%. Dat wijst erop dat internationale beleggers pessimistisch zijn over China en hun Chinese yuans omzetten in euro’s of dollars; 70 miljard dollar, alleen al in juli. Volgens de Financial Times moet de centrale bank 10 miljard dollar per dag in de valutamarkten pompen om een verder afglijden van de wisselkoers te voorkomen. En was de hele manoeuvre ondanks de ontkenning door de Chinese centrale bank eigenlijk geen gecamoufleerde devaluatie om de terug lopende Chinese uitvoer wat zuurstof te geven? Kan dat niet tot een wisselkoersoorlog leiden? Dat deed op de beurzen alarmbellen afgaan. Daarbij kwam de slechte augustusbarometer van het ondernemingsvertrouwen: de laagste sinds de crisisperiode van 2008-9. Het gebrek aan duidelijke strategie van de Chinese regering bij de nieuwe val van de Chinese beurzen was de trigger die de paniek op de buitenlandse beurzen aanstak: geen duidelijk gecommuniceerde strategie betekent dat de Chinese regering misschien de controle verliest en China in een crisis zou kunnen belanden. Vele Westerse bedrijven zouden dat voelen. Volgens Didier Duret, chief investment officer bij ABN Amro, geciteerd in Knack, is er maandag sprake van een ‘door China gedreven macro-paniek’. “De volatiliteit blijft voortduren tot we in China gunstiger cijfers zien, of sterke beleidsmaatregelen door middel van een krachtige monetaire versoepeling”. De paniek werd nog extra gevoed door de stortvloed van ideologisch geïnspireerde commentaren in de grote media die triomfantelijk verkondigen dat het Chinese mirakel voorbij is en het Chinese model eindelijk zieltoogt. Rationele commentaren zoals die van Tim Cook, ceo van Apple, “Ik krijg dagelijks updates over onze resultaten in China, en we blijven er sterke groei zien”, kunnen daar niet tegen op.
Bronnen:Xinhua, People’s Daily, China Daily, Global Times, Financial Times, Knack, SCMP.
Lees meer over de Chinese beurs:
http://www.chinasquare.be/achtergrond/de-chinese-beurscrash-vraag-en-antwoord-1/
http://www.chinasquare.be/achtergrond/de-chinese-beurscrash-vraag-en-antwoord-2/
Meer over de wisselkoers:
http://www.chinasquare.be/actueel-nieuws/mini-devaluatie-van-yuan/