Maandag kwamen op initiatief van de OESO en van België de 34 grootste staal producerende landen die samen instaan voor 93% van de wereldproductie in Brussel bijeen om te spreken over maatregelen tegen de mondiale crisis in de sector. De OESO rekende uit dat in 2015 slechts 67,5% van de wereldwijde productiecapaciteit benut werd. In 2014 was dat nog 70,9%. Een akkoord over gezamenlijk te nemen maatregelen kwam echter niet uit de bus.
Op de bijeenkomst was de VS meest agressief. Ze eisten dat China snel zijn productiecapaciteit voor staal (en andere sectoren ) vermindert omdat anders de structurele problemen in de sector zullen blijven en de getroffen regeringen, waaronder de Amerikaanse verplicht zullen zijn handelsmaatregelen te nemen om hun industrie en hun werkers te beschermen.
De Europese staalfabrikanten, hierin gevolgd door sommige regeringen en vakbonden, beschuldigen China ervan massaal overtollig staal te dumpen op de Europese markt. China produceert ongeveer de helft van alle staal in de wereld.
De Europese commissaris voor Handel, mevrouw Malmström, nam op de bijeenkomst een voorzichtiger standpunt in. Ze onderstreepte dat de situatie van de Europese staalindustrie alarmerend is en dat de situatie van de Chinese staalnijverheid een zware impact heeft in Europa en elders. Ze riep de Chinese overheid op geen subsidies meer te verlenen aan niet-leefbare bedrijven en om de staatsbedrijven op dezelfde voet te behandelen als de privébedrijven.
Volgens het dagblad De Standaard vroeg ook de Belgische vicepremier Peeters aan China zijn productiecapaciteit af te bouwen. Dat bepleitte hij niet alleen als bescherming van de Europese staalnijverheid, maar ook vanuit bezorgdheid om het milieu, omwille van de CO2-uitstoot en de vervuiling van de verouderde Chinese staalfabrieken. Daarbij ging hij gemakshalve voorbij aan het feit dat de meeste Chinese staalfabrieken veel nieuwer zijn dan de Belgische of Europese.
Chinese repliek
De Chinese vertegenwoordiger repliceerde dat China al meer dan genoeg doet om zijn productiecapaciteit te verminderen. Het belangrijkste probleem voor de wereldstaalmarkt is de zwakke vraag ten gevolge van een algemeen gebrek aan dynamisme van de wereldeconomie. Daardoor is er ook overcapaciteit in de VS en de EU.
Het persagentschap Xinhua schrijft verder dat de Chinese productie voor het grootste deel naar binnenlandse gebruikers gaat. (het klopt dat de EU in verhouding meer staal uitvoert dan China) China verleent geen subsidies om de uitvoer van staal aan te moedigen en respecteert strikt alle regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Xinhua waarschuwt ook tegen protectionisme dat leidt tot een handelsoorlog. “Indien het protectionisme gaat domineren dan zullen er veel meer banen verloren gaan dan er gecreëerd worden”.
De Chinese overheid heeft al voor 90 miljoen ton productiecapaciteit gesloten en kondigde in februari aan dat binnen de vijf jaar de productie met nog eens 100-150 miljoen ton zal verminderd worden en er een half miljoen banen in de Chinese staalsector zullen sneuvelen.
Dumping of protectionisme?
In Europa is het vooral Groot-Brittannië dat reden tot klagen heeft. De Indiase groep Tata wil zich immers terugtrekken uit zijn Britse staalfabrieken en overigens ook uit een fabriek in Frankrijk. Indien er geen geïnteresseerde gevonden wordt voor overname van de grootste Britse staalfabriek dan dreigt er rechtstreeks een verlies van 12.000 en onrechtstreeks een verlies van tot 40.000 banen. De Britse regering is echter voorstander van vrijhandel en niet erg geneigd het met China op dit gebied tot een conflict te laten komen. De Britse vertegenwoordiger op de conferentie benadrukte dat het feit van een gesprek met de Chinezen op zich al waardevol was. Volgens hem hebben de Chinezen wel degelijk erkend dat er bij hen een probleem van overcapaciteit is en zich geëngageerd om er iets aan te doen.
In Brussel hebben een dertigtal militanten van Belgische, Franse en Luxemburgse vakbonden geprotesteerd op het Schumanplein. Ze wilden benadrukken dat staal in Europa nog een toekomst heeft en de ‘oneerlijke concurrentie’ door China aanklagen. Daarnaast stellen ze ook de verantwoordelijkheid van de staalbedrijven aan de kaak, die de crisis gebruiken om hun activiteiten af te slanken en niet investeren in modernisering. Europa zou nu 30% minder produceren dan vóór de crisis van 2008. 80.000 arbeidsplaatsen gingen verloren, er blijven er nog 340.000 over, waarvan 12.000 in België.
In februari heeft de Europese Commissie invoerrechten tussen 13,8 en 16% ingesteld op koudgewalste Chinese staalproducten. De VS heeft van haar kant op sommige Chinese producten 265% rechten opgelegd. Begin april heeft China gereageerd met 46% taksen op zeer hoogwaardig staal dat in Wales geproduceerd wordt. Ondanks de extra invoerrechten nam de Chinese uitvoer van staal in maart dit jaar nog toe met 30% vergeleken met vorig jaar maart.
Meestal wordt China ervan beschuldigd ongeoorloofde subsidies aan de staalbedrijven te geven zodat die onder de normale kostprijs kunnen verkopen in het buitenland. Dat heet dumping. Belangrijk is dat onder de huidige uitzonderingsregels voor China van de WTO die dumping niet bewezen moet worden om extra invoerrechten te kunnen heffen. Volgens het toetredingsverdrag van China tot de WTO, uit 2001, vervallen die uitzonderingsregels einde 2016, en kan men dan China niet langer van dumping beschuldigen zonder bewijzen. In de EU en meer nog in de VS proberen lobbygroepen de overheid te overhalen om deze bepaling van het toetredingsverdrag einde 2016 te negeren.
Bronnen: Guardian, De Standaard, La Libre Belgique, China Daily, Xinhua
ChinaSquare publiceerde al een aantal artikels over deze problematiek:
Over het Britse staal
Over Chinese plannen tegen overcapaciteit
Over de te volgen strategie tegen de krisis
Samenwerking of confrontatie?
Over de situatie van de Chinese staalnijverheid