Pensioenfonds krijgt een boost

Het Chinese pensioenfonds krijgt aandelen van staatsbedrijven. Daarmee staat het sterker om de pensioenen van het groeiend aantal ouderen te betalen.

pensioenfondsTien procent van de financiële activa van de staat wordt overgemaakt aan het Fonds van de Nationale Raad voor de Sociale Zekerheid. Het gaat om aandelen van niet-beursgenoteerde staatsbedrijven of financiële instellingen. Ook lokale pensioenfondsen krijgen hun deel. Dat is door de regering bekend gemaakt.
Aanvankelijk komt er een pilotprogramma in enkele provincies, met aandelen van drie tot vijf staatsbedrijven en twee centrale financiële instellingen. Maar volgend jaar is al uitbreiding voorzien.
De ontvangers van de aandelen kunnen dividenden innen, en hebben ook de mogelijkheid aandelen te verkopen nadat ze die minstens drie jaar hebben gehouden. Ze worden echter niet betrokken bij het bestuur van de bedrijven. Het Fonds van de Nationale Raad voor de Sociale Zekerheid kan eventueel een apart bedrijf oprichten voor het beheer van de aandelen ten voordele van een pensioenfonds.

Doelstellingen

De bedoeling van de maatregel is een duurzame uitbouw van het pensioenstelsel te ondersteunen. Het pensioenfonds wordt aangevuld zonder dat de belastingen of de pensioenbijdragen voor de volgende generatie werkenden verhogen. Dat staat in een mededeling van het ministerie van financiën.
Het is niet de bedoeling de aandelen snel te verkopen om de pensioenen te kunnen betalen. Het gaat eerder om een maatregel die op langere termijn zowel het fonds van de sociale zekerheid versterkt én de aandeelhoudersstructuur van de staatsbedrijven diversifieert, wat hen kan aansporen meer marktgericht en concurrentieel te worden. Ook dat staat in de mededeling.
De maatregel zou in 2018 ongeveer 3.000 miljard yuan (400 miljard euro) opbrengen voor het pensioenfonds. Hij moet ook helpen om tot een nationaal pensioenfonds te komen. Rond 2050 zal de vergrijzing in China pieken, met 480 miljoen mensen of ongeveer 35% van de hele bevolking boven 60 jaar. Het wordt volgens experts een hele uitdaging om de pensioenen te kunnen blijven betalen.
In het jaar 2016 werden in totaal voor 2.850 miljard yuan aan pensioenbijdragen geïnd. Er werd voor 2.570 miljard uitbetaald. In de reserve zat 3.650 miljard yuan (480 miljard euro). Dat lijkt in orde, maar de uitgaven groeien sneller dan de inkomsten, en er zijn regionale tekorten in provincies waar de economische groei trager is. Het tekort is het grootst in de provincie Heilongjiang, al 20 miljard yuan. Een ander voorbeeld is de provincie Liaoning, eveneens in noordoost China. Die kende in 2016 een groei van 2,1%, de laagste van China. Concreet betekent dat minder mensen aan het werk, meer werklozen en meer vroeg gepensioneerden in de traditionele industrie. Dus ook lagere bijdragen voor het pensioenfonds. Tekorten moeten met overheidssubsidies, dus eigenlijk via de belastingen- aangezuiverd worden. De injectie van aandelen in de reserves is in dat geval erg welkom.
Het basispensioen verschilt van streek tot streek. Het laagste pensioen dat ergens wordt uitgekeerd is 70 yuan per maaznd (9 euro).  Shanghai heeft het hoogste, met 750-850 yuan ( 100-120 euro)  per maand. Naast het basispensioen krijgt de gepensioneerde ook nog een aanvullend pensioen dat afhangt van de door hem aan het fonds van de overheid gestorte bijdragen, die bepaald worden als percentage van zijn loon.
Bronnen: China Daily, Global Times, Caixin

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *