Opiniepeilingen wijzen op een grote weerstand tegen plannen om de pensioenleeftijd te verhogen. In de regering overweegt men echter een aanpassing van het stelsel in die zin. De partijen zijn op zoek naar goede argumenten om nader tot elkaar te komen.
Vandaag koppen twee staatsmedia: Bijna 70% tegen verhoging pensioenleeftijd. Een week geleden heeft een viceminister gepleit voor een dergelijke aanpassing van het stelsel. Eerder was er een peiling op internet: 95% tegen. Studiecentra brengen argumenten, meestal voor een aanpassing in de zin van ‘langer werken’, in kaart. Mannen gaan in China met pensioen als ze 60 zijn, vrouwelijke arbeiders als ze 50 zijn en niet-arbeidsters (ambtenaren, kantoorbedienden) op hun 55e. Ze kunnen hun pensioen meteen opnemen. Het stelsel dateert van de jaren vijftig. Sinds 2008 gaan er stemmen op om wijzigingen aan te brengen.
Adviezen
De overheid laat zich adviseren door studiecentra, ook uit het buitenland. De regering zal terdege rekening moeten houden met wat opiniepeilingen haar vertellen. Sommige van de argumenten voor zijn herkenbaar. De beroepsbevolking neemt af, vorig jaar verminderde ze bijvoorbeeld met 3,45 miljoen mensen tot 937,27 miljoen. Een rapport van de Universiteit van Chicago wees China op zijn beperkte investeringsmogelijkheden voor pensioenfondsen. Bij de dienst van de Chinese Academy of Social Sciences (CASS) die de sociale zekerheidssystemen in de wereld bestudeert, zien ze in China een contrast tussen het dalende geboortecijfer en de tot 74 jaar toegenomen levensverwachting. Mevrouw Yang Yansui van het Center for Employment and Social Security van de Tsinghua-universiteit heeft uitgerekend dat tegenover elke gepensioneerde 65-plusser tegenwoordig nog zeven actieve werknemers staan, maar dat deze verhouding tegen 2035 één tegen twee zal zijn, bij onveranderde pensioenrechten. Mevrouw Jiang Yongping, van het Instituut voor Vrouwenstudies richt zich vooral op de leeftijdskloof tussen mannen en vrouwen: ‘vrouwen zullen het geen probleem vinden’, volgens haar, om op 60 pas met pensioen te gaan. ‘Dat wij nu tien jaar eerder onze loopbaan moeten opgeven is eigenlijk discriminerend, we krijgen minder kansen om te promoveren en de banken willen ons minder geld lenen omdat ons inkomen op lange termijn niet stabiel is. Bovendien laat China op die manier een hoop talent verloren gaan.’ Hu Xiaoyi, de viceminister van personeelszaken en sociale zekerheid, denkt dat China op een betere manier zijn werkkrachten moet inzetten. Voor hem is een hervorming ook op dit terrein nodig. Hij kon een tijdje geleden nog niet zeggen of ook die hervorming op de agenda staat van de belangrijke plenaire vergadering van het Centraal Comité, van 9 tot 12 november. Wel moeten er meer werkgelegenheidsprogramma’s komen voor mensen van middelbare leeftijd en ouder en een systeem dat rechtvaardiger is, duurzamer en meer aanpasbaar aan een arbeidsbevolking die volop in verandering is. Allemaal, de minister en de onderzoekers, spraken ze het besef uit dat de hervorming weliswaar urgent is, maar dat ze ook alleen in kleine stapjes en op lange termijn kan worden uitgevoerd.
Peilingen
In september brachten China Youth Daily en Sohu de resultaten uit van een poll op het internet. Van 25.300 respondenten, meestal in de leeftijdsgroep van 24 tot 53, was 95% tegen een verhoging, vooral omwille van de gezondheid en de werklast. De helft van de deelnemers vreesde voor een toenemende werkloosheid onder de jongeren, als de ouderen langer aan het werk zouden moeten blijven. Van de 1062 respondenten uit elf grote steden bij een peiling van de website van People’s Daily (Renmin Ribao), samen met twee adviesbureaus, was bijna 70% tegen en de werknemers bij buitenlandse bedrijven nog het meest. Uit de antwoorden in de beide peilingen kon je afleiden dat de bevolking wel zou kunnen overtuigd worden van een meer flexibel en gevarieerd systeem, met meer persoonlijke keuzemogelijkheden en rekening houden met de andere werklast en werkdruk in verschillende sectoren.
Bronnen: Xinhua, People’s Daily, China Daily
