In China komt er een pensioensysteem waar meer burgers aan zullen deelnemen en dat voor een grotere gelijkheid moet zorgen tussen de werknemers bij de overheid en die in de stedelijke bedrijven.
Het pensioensysteem zal vrij ingrijpende hervormingen ondergaan. Het aantal burgers met pensioenrechten zal uitgebreid worden. Nu is dat 837 miljoen mensen, 80% van de bevolking, en het percentage zal geleidelijk toenemen tot 95% in 2020. Een tussentijdse doelstelling is om in 2017 zo’n 900 miljoen Chinezen een basis te verschaffen voor hun pensioen. Demografen schatten dat tegen 2020 China een bevolking van 1,43 miljard mensen zal hebben. Het streven is om evenveel burgers op te nemen in een pensioensysteem als er nu zijn die een ziekteverzekering hebben (volgens officiële cijfers zijn er dat nu al 1,3 miljard of meer dan 95% van de bevolking). De belangrijkste structurele verandering is echter de geplande afschaffing van het duale systeem voor werknemers bij de overheid en in de particuliere sector en het instellen van een eenvormig systeem voor alle werknemers. Sinds 1997 heeft China een nationaal pensioensysteem. Werkgevers van particuliere stedelijke bedrijven moeten een percentage van het totale loon bijdragen aan de opbouw van het pensioen van hun werknemers. Dat geeft aanleiding tot geschillen en pogingen om de pensioenbijdragen zo klein mogelijk te houden. Een voorbeeld was het geschilpunt bij de Yue Yuen-bedrijven: de onderneming had jarenlang te weinig premies afgedragen, onder andere door in het totale loon de extra’s voor overwerk niet op te nemen. Het pensioen van het overheidspersoneel wordt echter helemaal door de staat, met belastinggeld betaald. In de particuliere sector betalen werknemers in de stad mee voor hun pensioen dat ongeveer de helft van hun laatste loon bedraagt. Overheidswerknemers betalen niet direct zelf mee en krijgen veel meer. In de praktijk komt het hierop neer: maandelijks krijgen de ambtenaren 1,8 tot 2,1 keer meer pensioengeld dan het nationale gemiddelde (1.900 yuan). Wel hebben meer en meer mensen een pensioenverzekering en de uitkering waarop die recht geeft is de afgelopen jaren gestegen van 647 yuan in 2004 tot 2.070 yuan (272 euro) in 2014, volgens de regering.
Regeringsplan
Vicepremier Ma Kai heeft nu aan het permanent comité van het Nationaal Volkscongres laten weten dat de regering en de nationale partijleiding op basis van uitgebreide onderzoeken een systeem hebben laten ontwerpen om de functionarissen van partij, regering en openbare instellingen op dezelfde manier hun pensioen te laten opbouwen als hun tegenhangers in de ondernemingen: met een percentage ‘uitgesteld loon’. Voor de 40 miljoen overheidswerknemers die vrezen dat ze hierdoor in hun portemonnee zullen worden getroffen wordt een oplossing gezocht in een verhoging van salarissen en de toekenning van jaargelden. Het plan dat Ma Kia aankondigde is enthousiast onthaald door de leden van de hoogste structuur in de volksvertegenwoordiging. Sommige politici wezen erop dat er bij de pensioenen nog meer ongelijkheden en onrechtvaardige situaties moeten worden verholpen. De centrale regering zou bijvoorbeeld nog meer fondsen van de rijke oostelijke regio’s kunnen doorsluizen naar de armere gebieden in het westen en het centrum van China, om meer evenwicht te brengen, stelde iemand voor. Een andere wetgever vroeg om een voorkeursbeleid voor gehandicapten, die vaak minder lang leven dan anderen. De minister van Landbouw Han Changfu heeft, in een andere zitting van het permanent comité van het Nationaal Volkscongres, de verschillen in pensionering en pensioengelden genoemd als een van de grote ongelijkheden tussen stad en platteland waar dringend een oplossing voor nodig is.
Bronnen: Xinhua, Financial Times, China Daily , SCMP,