China met zijn bekend waterprobleemwil dat het grondwater tegen 2020 schoon wordt en heeft daar 34 miljard voor veil. De plannen betreffende ontzilting van zeewater voorzien tegen 2020 een verviervoudiging van de huidige productie tot 3 miljoen m3 per dag. Buitenlandse bedrijven dienen zich aan, maar China drijft het onderzoek naar de cruciale maar gesofistikeerde membranen daartoe op.
Een derde van het Chinees grondwater is te vervuild om te drinken en China wil dat dit grondwater tegen 2020 schoon wordt. 3 % van het grondwater bevat te hoge waarden zware metalen. Dit komt enerzijds doordat er nu eenmaal zware metalen in de grond zitten, maar ook de industrialisering speelt een rol. Uit een test in de Parelrivierdelta bleek dat 45 % van het grondwater lood bevatte en 39 % arsenicum. Volgens directeur pollutiepreventie Zhao Hualin van het Milieuministerie is de regering van plan tegen 2020 34 miljard yuan uit te trekken voor de uitbouw van een monitoringssysteem, pilootprojecten om vervuiling door de landbouw te verhinderen en ook om de oorspronkelijke staat te herstellen.
Sites waar gevaarlijk afval gedumpt wordt, petrochemische bedrijven, mijnsites en afvalstorten zullen speciaal worden gecontroleerd. Zhao zegt dat het moeilijk zal zijn om op 10 jaar tijd het probleem op te lossen want eenmaal het grondwater vervuild is kan het decennia duren vooral de opschoning een feit is. Toch wil hij de komende vijf jaren alvast een compleet beeld van de vervuiling in kaart gebracht zien.
Ontzilting
4 miljard $ is het prijskaartje van de Beijiang Power and Desalination Plant die in Israël werd gekocht en compleet gemonteerd in de nabijheid van Tianjin. Deze stad heet een model te zijn betreffende watergebruik: 90 % van het water in de nijverheid wordt gerecycleerd; 60 % van de irrigatiesystemen in de landbouw gebruiken waterbesparende technieken; onder de stad liggen voor een paar 100 km leidingen voor gerecycleerd water zodat op een pilootgebied de appartementen zowel een kraantje hebben voor drinkwater als voor gerecycleerd water. Twee van ’s lands grootste ontziltingsstations staan in Tianjin en beiden staan in voor twee derden van China’s capaciteit. Op dit ogenblik voorziet het Beijiangstation naast de opwekking van elektriciteit, 100.000 ton ontzilt water dagelijks en op volle capaciteit moet dit 180.000 ton worden. Punt is wel dat het water geleverd wordt aan de helft van wat dit het overheidsconglomeraat en producent SDIC kost. Volgens de Singaporese consultant Olivia Jensen is het duidelijk dat de regering wil dat het pilootproject op bredere schaal moet uitgroeien omdat ontzilting een prioriteit is. Volgens haar wil China de huidige productie van ontzilt water die dagelijks 680.000 m3 bedraagt, optrekken tot 3 miljoen m3 in 2020. Dit betekent enkele tientallen meer dergelijke stations.
Volgens Guo Youzhi die de China Desalination Association (CDA) leidt, wil het huidige vijfjarenplan dat er een heuse nationale ontziltingsnijverheid ontstaat. Instituten in minstens 6 steden onderzoeken de ontwikkeling van membranen die centraal staan bij ontzilting. De Nationale Ontwikkelings-en Hervormingscommissie werkt aan plannen voor preferentiële tarieven voor binnenlandse ondernemingen die ofwel technologie leveren of uitrusting bouwen: er is sprake van belastingvermindering en intresten aan lage lonen. Toch noemt Guo de rol van de regering eerder symbolisch want de regeringsinvesteringen in de projecten zullen niet de 10 % kostprijs overschrijden. De plannen houden volgens hem een totale investering in van 31 miljard $ en dit zowel van overheidsinstanties, parastatalen en privepartners. Momenteel is minder dan 60 % van onziltingstechnologie en uitrusting van Chinese makelij en volgens analist Jennie Peng van Frost&Sullivan is China’s bedoeling dit percentage op te trekken tot 90 % in 2020.
Asia Water Project beweert dat de Chinese vraag naar water tegen 2030 met 63 % zal groeien, meer dan op elke andere plaats ter wereld. Feit is dat buitenlandse spelers op de globale markt 85 % van de gesofistikeerde markt in handen hebben. Deze globale markt zou volgens onderzoeksfirma SBI Energy verviervoudigen tot 50 miljard $ per jaar. Buitenlandse ondernemingen zoals Hyflux uit Singapore, Toray uit Japan, Befesa (Spanje), Brack (Israel) en ERI (VS) zijn geïnteresseerd aanwezig te zijn in China. Het Noorse Aqualyng heeft met de stad Peking een partneriaat aangegaan voor de bouw van een ontziltingsinstallatie in Tangshan: het overweegt zijn productielijn te verplaatsen naar China. Het Amerikaanse ERI dat beweert over de meest geavanceerde technologie te beschikken, overweegt zelfs zowel de onderzoekseenheid als de fabricage over te hevelen . “China wordt de volgende grote ontziltingsmarkt” is de redenering hierbij.
Bron: Peoples Daily, NYTimes, The Guardian, Chinadialogue