Pogingen tot verzoening in Urumqi

In Urumqi, de hoofdstad van de autonome regio Xinjiang, was er een uitgaansverbod van 21.00 uur tot 8.00 uur vanochtend.
Gisteren waren duizenden Han-Chinezen naar een wijk getrokken waar vooral Oeigoeren wonen, duidelijk met de bedoeling om vergelding te zoeken voor de hevige onlusten van zondag waarvan vooral Han-Chinezen het slachtoffer waren.
Een gewapende politiemacht heeft deze protestmars tegengehouden. De politie zegt dat zij geen vuurwapens mag gebruiken, hoewel er Oeigoerse oproerkraaiers in het bezit van geweren en granaten zouden zijn gezien. De partijvoorzitter van Urumqi sprak de demonstranten door een megafoon toe. Hij zei dat Oeigoeren en Han één familie zijn, elkaar niet mogen bestrijden.
Een aantal Han-Chinezen is geneigd dit aan te nemen en wil relschoppers geen aanleiding bezorgen om nog meer olie op het vuur te gooien. Zij betreuren het dat er wantrouwen is ontstaan tussen buren die normaal gesproken vriendschappelijk met elkaar omgaan. Anderen vinden dat de regering niet hard genoeg optreedt en de bevolking niet genoeg beschermt. Zij komen gewapend met knuppels op straat.
De autoriteiten van Xinjiang proberen de gemoederen te bedaren. Zij zeggen dat de bevolking zich moet richten tegen ‘vijandige krachten in binnen- en buitenland’ en niet tegen ‘broeders en zusters van andere bevolkingsgroepen’. De regering zal alle getroffenen steunen en heeft schadevergoeding beloofd. Om de situatie onder controle te krijgen, hebben de autoriteiten inderdaad na de rellen de toegang tot internet in delen van Urumqi een tijdlang beperkt.

Een zestigtal buitenlandse media hebben journalisten naar Urumqi gestuurd. Het plaatselijke bestuur zegt dat ze welkom zijn en dat ze interviews mogen afnemen voor zover de veiligheidssituatie dat toelaat.
Qin Gang, een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken, leverde kritiek op mensenrechtenorganisaties zoals Human Rights Watch, die zich bezorgd hebben getoond over het lot van 1430 mensen die werden gearresteerd, maar die “blijkbaar geen medeleven konden opbrengen voor de doden en de gewonden van zondag, hoewel ze duidelijk hebben kunnen zien wat er echt is gebeurd”. Diplomaten hebben aan de Nederlandse en Duitse regering ook gevraagd om de veiligheid van het Chinese ambassadepersoneel te garanderen, nadat er in München molotovcocktails werden gegooid en in Den Haag een uit de hand gelopen demonstratie is geweest. Beide acties zouden zijn georganiseerd door leden van het Oeigoerse Wereldcongres, dat in München zetelt.
Het bovenstaande bericht is een samenvatting van het hoofdartikel uit een Chinese krant http://www.globaltimes.cn/
Het lijkt ons goed ook daar te kijken om wat tegengewicht te bieden tegen het nogal eenzijdige (tegen Beijing gerichte)verhaal van sommige Belgische journalisten.
De Chinese president Hu Jintao, die de top van de G8 en grote ontwikkelingslanden zou bijwonen, is naar zijn land teruggekeerd. Hij wordt bij de besprekingen in Italië vervangen door onderminister van Buitenlandse Zaken Dai Bingguo.
Lees ook: Etnisch geweld in Urumqi (07/07/2009)