Prof pleit voor betere compensatie westelijke provincies voor grondstoffen

Professor Cai Jiming van de Qinghua-universiteit heeft opgeroepen om de grondstoffenrijke westelijke provincies meer te betalen voor de opbrengst van hun voorraden. Hij suggereert een optrekking van de huidige 1,18 % compensatie naar minstens 3 %, waarvan het leeuwendeel aan lokale overheden  zou moeten toekomen.                                               
                                                                                               
Volgens professor Cai heeft de ontwikkelingskloof tussen oostelijke en westelijke regio’s te maken met de geringe opbrengst die westelijke provincies krijgen voor hun grondstoffen. Dit leidt in feite tot roofbouw, aldus Cai. De Autonome Regio Xinjiang bezit 20 % van ’s lands olievoorraden en in de toekomst zou het ook één vijfde van de steenkoolproductie leveren. Daarnaast bezit het gebied nog duizenden miljarden m³ aardgas, waarvoor nu trouwens pijpleidingen aangelegd worden naar Shanghai.

Professor Cai merkt op dat Peking momenteel maar 1 % terugbetaalt van de opbrengst die deze opleveren, terwijl ontwikkelde landen 10 tot 16 % betalen aan de gebieden waar hun grondstoffen vandaan komen. Hij vindt het vergroten van de compensatie een middel om de economische ongelijkheid te bestrijden en om rellen te voorkomen. Hij wil bijgevolg dat de huidige compensatie opgetrokken wordt en dat daarvan 80 % gaat naar de lokale regeringen. Peking moet volgens hem toelaten dat de betrokken maatschappijen lokale hoofdkwartieren opzetten, vermits de belastingen gebaseerd zijn op het adres van de hoofdkwartiervestiging. Lokale economieën profiteren weinig van deze belastingen.

Wie profiteert van de Xinjiang-pijplijnen?

Wie profiteert van de Xinjiang-pijplijnen?


Cai deed zijn uitspraken bij de voorstelling van een Witboek over de westerse gebieden. Hierin wordt ook vermeld dat de afgelopen tien jaar 1.700 miljard yuan werd geïnvesteerd in 102 projecten, waarbij de jaarlijkse groei in investeringen 20 % bedraagt. Hoewel de westerse gebieden iets sneller groeien dan het nationaal gemiddelde, het BRP/hoofd de laatste 10 jaar verdubbelde en ook het inkomen/hoofd tijdens deze tijdspanne quasi verdubbelde, toch blijft het westerse BRP maar 17,8 % van China’s BNP en ook het inkomen/hoofd blijft maar 41 % van dat in het oosten.
 
 
 
 Bron SCMP, chinagate.com.cn

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *