Vrede vzw, een beweging die in België werkt rond internationale politiek, ontwikkelingsproblematiek en vredesvraagstukken, onderschrijft de internationale campagne NO COLD WAR. Tijdens het internationaal vredesforum van die campagne, aanstaande zaterdag, zal Ludo De Brabander van Vrede vzw het woord voeren. Ludo was zo vriendelijk de vragen van ChinaSquare over NO COLD WAR en over de ‘Koude Oorlog 2.0’ uitvoerig en zonder omwegen te beantwoorden.
Om welke redenen neemt Vrede deel aan No Cold War?
Vrede vzw heeft zich altijd verzet tegen het militaire opbod tussen landen of blokken. Het verhoogt immers de kans op een effectieve gewapende confrontatie en bovendien leidt het tot stijgende bewapeningsuitgaven terwijl de middelen noodzakelijk zijn om aan de enorme noden van de bevolking tegemoet te komen.
Wie vrienden uitnodigt om de Verklaring van No Cold War te onderschrijven krijgt soms de reactie dat de tekst eenzijdig is, te vriendelijk voor het Chinese systeem. Hoe zie jij dat?
Ten eerste, de tekst spreekt zich ook niet uit over het politiek systeem in de VS, hoewel er heel wat te zeggen valt over de autoritaire neigingen van het huidige presidentschap dat om de macht te behouden de interne verdeeldheid in het land aanwakkert. Je kan terechte kritiek formuleren op het Chinese politieke en economische systeem – ik denk aan de kwestie Hong Kong, de rechten van de etnische minderheden of de povere arbeidsomstandigheden in bijvoorbeeld de belangrijke exportgerichte speelgoedindustrie -, maar de verklaring legt de focus op de noodzaak om een einde te maken aan de stijgende spanningen die – en dat staat er wel in – vooral vanuit de VS worden gevoed. Het is een pleidooi om de onderlinge geschillen langs vreedzame, niet-militaire weg aan te pakken. Voor een politieke oplossing via dialoog. Ik refereer altijd graag aan de ontspanningspolitiek van leiders als voormalig bondskanselier Willy Brandt die destijds ijverden voor ontspanning tussen Oost en West en erin geslaagd zijn om tot ontwapening te komen en wederzijdse vertrouwenwekkende maatregelen te nemen, het zogenaamde Helsinki-proces. Daar zijn de fundamenten gelegd van het einde van de Koude Oorlog. Wel, ik denk dat het tijd is voor zo’n Helsinkiproces tussen de VS en China en andere betrokken landen…. Ook over de geostrategische spanningen in de Zuid-Chinese Zee waarover dringend uitgebreide onderhandelingen nodig zijn.
Er is in brede kring discussie over de vraag of we al kunnen spreken van een nieuwe koude oorlog of niet. Hoe staat Vrede in dat debat?
Ik gebruik zelf wel eens de veelgehoorde term ‘Koude Oorlog 2.0’ beseffende dat er weliswaar overeenkomsten zijn met de Koude Oorlog die zich afspeelde tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en 1989, maar dat er ook belangrijke verschillen zijn. In de originele Koude Oorlog was er net als vandaag sprake van groeiende spanningen die tot een wapenwedloop leidden. Een andere overeenkomst is dat de koude rivaliteit warm wordt uitgevochten in andere landen zoals we dat zien in Syrië waar zowel de VS als Rusland militair actief zijn. Ook het kunstmatig opkloppen van het vijandbeeld om groeiende militaire uitgaven of demarches te verantwoorden is een parallel.
Daar staat tegenover dat de wereld er vandaag anders uitziet. De concurrentie tussen twee ideologische blokken heeft plaats gemaakt voor een multipolaire wereld, waar de scheidslijnen veel minder duidelijk zijn, met verschillende grootmachten die geregeld van alliantie kunnen veranderen of tegen elkaar worden uitgespeeld. De scheidslijnen van toen zijn vandaag diffuser geworden, wat het ook gevaarlijker en moeilijker maakt als het gaat over ontspanning. Afspraken tussen twee grootmachten kunnen door een derde als de kiemen van een bondgenootschap worden ervaren bijvoorbeeld. Ook zijn de relaties complexer geworden. Steve Bannon, de voormalige adviseur van president Trump, deed de uitspraak dat er sprake is van twee systemen die incompatibel zijn. Een zijde zal winnen, de andere zal verliezen. Washington heeft zijn positie tegenover China dus geframed als een geopolitieke overlevingsstrijd en probeert zijn bondgenoten in Europa daarvan te overtuigen. Maar zo blokgericht werkt het niet meer. Europa heeft China weliswaar uitgeroepen tot ‘systemische rivaal’, maar zit met belangrijke wederzijdse handelsrelaties. Ik betwijfel of Duitsland de markt in China ter waarde van 96 miljard euro in 2019 op het spel wil zetten. Europa heeft bij monde van de Josep Borrell laten verstaan dat het zijn eigen weg en dus niet die van de VS van Trump zal volgen.
China pleit voor vreedzame co-existentie tussen landen met verschillende politieke en economische systemen, met respect voor elkaars eigenheid. Is een dergelijk pleidooi realistisch?
Dat lijkt me zeker realistisch, ook al besef ik dat de visie op elkaars politieke en juridische systemen grondig kan botsen. Een voorbeeld. Europa legt graag de nadruk op de mensenrechten, ook al doet het dat behoorlijk selectief. Het Europese handvest van de fundamentele rechten verbiedt de doodstraf. China is veruit wereldrecordhouder in het uitvoeren van de doodstraf waaronder voor verraad of separatisme, begrippen die heel rekbaar kunnen worden geïnterpreteerd. Maar blijkbaar kunnen we wel goede bondgenoot zijn van de VS waar de doodstraf ook nog altijd bestaat en wordt uitgevoerd ook al is dat op een veel kleinere schaal dan in China. Trouwens, Saoedi-Arabië is een van de belangrijkste bestemmingen van Europese wapens, ook al ligt het aantal doodstraffen er per hoofd van de bevolking hoger dan in China. Ik heb alleszins de indruk dat het overduidelijk verschil in politieke systemen tussen verschillende Golfstaten en Europa niet hindert dat we er relatief goede betrekkingen mee onderhouden. Dat neemt niet weg dat het een moeilijke kwestie is. Omdat Israël de Palestijnse rechten op grote schaal schendt vragen we sancties. Die principiële houding moet ook voor andere landen gelden vind ik, terwijl ik ook verwacht van Europa dat het stopt met een politiek die duizenden vluchtelingen de dood injaagt. In elk geval, een militaire confrontatiepolitiek zal de mensenrechten zeker niet vooruithelpen. Ik denk dat bij vreedzame co-existentie elke kant kan wijzen op problematische situaties bij de ander. Samengevat: het is balanceren tussen opkomen voor elementaire principes enerzijds en het stimuleren van de dialoog met een behoorlijke dosis zelfkritiek anderzijds.
China ziet het Belt & Road Initiative ook als een vredesinitiatief. Kun je de wereldvrede dienen door nieuwe zijderoutes over land en over zee aan te leggen en te onderhouden, m.a.w. oorlog voorkomen door handel en contacten tussen verschillende volkeren?
Veel waarnemers zien het Belt & Road Initiative (BRI) als een project dat de Chinese politieke en economische invloed moet uitbreiden. Ik denk ook dat dat klopt. China is een sterk groeiende grootmacht die net als andere landen erop uit is om zijn politieke en economische belangen te verdedigen. Op de grootschalige infrastructuurwerken (wegen, pijpleidingen, spoorwegen…) zullen ongetwijfeld Chinese investeringen, toegang tot markten, etc. volgen. Ik vermoed dat veel critici in het Westen het er moeilijk mee hebben dat dit de westerse dominantie in de wereld dreigt aan te tasten. We zijn het gewoon dat Amerikaanse en Europese multinationals de spelregels bepalen, op grondstoffen jagen en infrastructuurwerken financieren in perifere landen. Zoals we trouwens ook gewoon zijn dat westerse landen wereldwijd – anders dan China – honderden militaire basissen hebben om de geostrategische positie te verdedigen.
De cruciale vraag rond dit soort van grootschalige projecten als het BRI is in welke mate dit de onafhankelijke economische positie van landen die er deel van uitmaken zal aantasten. Zoals met elke handels- en investeringspolitiek moet de kritiek niet gaan over de vraag of China zo’n project mag opzetten, wel is het nodig te kijken in welke mate rekening wordt gehouden met sociale en ecologische randvoorwaarden en of de daaruit voortvloeiende handelsrelaties op gelijke basis zullen gebeuren. Ik vrees dat niet helemaal het geval zal zijn. Er wordt ook gevreesd dat participerende landen zich te diep in de schulden steken. Maar de China-critici moeten dan ook in eigen boezem kijken, want de handelsrelaties en grondstoffenjacht van westerse landen met derde landen werkt al decennialang ontwrichtend. In elk geval komt de argwaan vooral uit de VS. Washington probeert nu het BRI te counteren met een miljardenfonds dat gelijkaardige infrastructuurprojecten moet financieren.
In de VS zitten zowel Democraten als Republikeinen op een anti-Chinalijn. Is een mogelijke verkiezingsnederlaag van Trump gewenst en belangrijk?
Ik denk dat – los van het debat over China – het sowieso goed is dat Trump van het toneel verdwijnt. Biden is niet meteen een aantrekkelijk alternatief, maar het lijkt me dat het moeilijker slechter kan. Trump heeft zijn buitenlands beleid – als je al kan spreken van beleid – volledig opgehangen aan het ‘America First’-principe. Hij zal de geschiedenis ingaan als de president die de meeste internationale akkoorden en verdragen naar de vuilnismand verwees. Anders dan China loopt hij niet hoog op met het multilateralisme. Dit gezegd zijnde denk ik niet dat het buitenlands beleid onder een democratische president fundamenteel zal veranderen, noch in bijvoorbeeld het Midden-Oosten, noch op militair vlak. Misschien dat er wel een eind komt aan de radicale confrontatiepolitiek tegen China, maar dat betekent natuurlijk niet dat de VS zijn militaire basissen in de ‘Pacific’ zal ontmantelen of er zijn geostrategische belangen zal laten varen. China zal onder Biden als hij verkozen geraakt, hoe dan ook de status blijven behouden van belangrijkste rivaal.
In Europa zijn sommige sociaaldemocraten en groenen voor een beleid van strenge kritiek of zelfs wantrouwen tegenover China, en dit op ideologische of ethische gronden. Lopen zij niet het gevaar achter de VS aan te lopen? Indien ja, kan de vredesbeweging hen daarvoor behoeden ?
Ik vind dat het een algemeen principe moet zijn om het buitenlands en handelsbeleid voortdurend te toetsen aan politieke principes. Het is in ieders belang dat landen respect opbrengen voor een duurzame ontwikkeling met respect dus voor sociale rechten en de ecologische draagkracht. We hebben niets aan een planeet die om zeep wordt geholpen of aan de groeiende armoede die mensen op de vlucht drijft en gewelddadige conflicten in de hand werkt. Ik vind wel dat voor elk land dezelfde maatstaf moet gelden. Je kan China niet onder kritiek bedelven om dan zaakjes te doen met een wahabistisch feodaal regime, dat in veel opzichten nog veel kan leren van China. Bovenal, zoals ik al zei, moeten we voorzichtig zijn met het opsteken van een moreel vingertje, als we zien wat de gevolgen zijn van jarenlang koloniaal en neokoloniaal beleid. De schuldenlast die het sociaaleconomisch systeem in verschillende landen in Afrika in de jaren ’80 en ’90 compleet ontwrichtte met burgeroorlogen als resultaat is in belangrijke mate van Europese makelij. Laat ons dus zelf vooral eerst werk maken van eerlijke en duurzame handelsrelaties, vooraleer we andere landen de les lezen. Laat me tot slot eerlijk zijn. De vredesbeweging heeft wel contacten in de betrokken politieke milieus, maar staat momenteel niet erg sterk om significante invloed uit te oefenen.
Wat vind je van de volgende stellingen: ‘Europese, soms vooraanstaande, journalisten hebben een aantal beweringen van Trump over China overgenomen. Er is hier een zekere gelijkenis met de manier waarop westerse media de oorlogen in Afghanistan, Irak en Libië hebben voorbereid’.
Ik denk dat die stelling klopt, of toch gedeeltelijk. Er is immers ook veel heterogeniteit onder journalisten. Zeker met Trump aan de macht lijken ze me toch minder geneigd om zich kritiekloos tegenover de VS op te stellen, wel integendeel. Maar er zijn wel machtige denktanks die hun analyses op de wereld (en dus de journalisten) loslaten vanuit een Eurocentrische instelling. Het probleem met de media is breder. Er heerst veel gezagsgetrouwheid en dat heeft onder meer te maken met het feit dat ze door de manier waarop ze hun inkomsten genereren minder onafhankelijk zijn dan ze zelf graag beweren.
Op welke manier(en) kan de campagne No Cold War zorgen dat het niet bij interessante analyses blijft en kan ze concrete resultaten boeken?
Moeilijke vraag. Zoals ik al eerder stelde staat de vredesbeweging momenteel niet erg sterk. Haar kracht ligt in haar capaciteit van het smeden van coalities met andere groepen van het maatschappelijk middenveld. Vakbonden bijvoorbeeld zijn essentieel om politiek gewicht in de schaal te werpen. En misschien is het vooral een kwestie van de mate waarop de Chinese stem gehoord wordt in debatten, mediakanalen en politieke fora. Dat kan voor nuance zorgen, voor meer wederzijdse dialoog en minder wantrouwen. Wat ik wel denk is dat een initiatief als No Cold War een debat op gang kan helpen over de noodzaak om China niet langer te zien als ‘het gele gevaar’.
Ludo De Brabander is een Belgisch vredesactivist, actief bij de organisatie Vrede vzw, onder meer als woordvoerder.
Publicaties: Als de NAVO de passie preekt, EPO, 2009 – Oorlog zonder grenzen, EPO, 2016 – Het Koerdisch Utopia, EPO, 2018 – Weg van Oorlog, EPO, 2019
Hoe internationale oorlogen/conflicten stoppen?
– internationale instellingen (bv. VN): vaak gekaapt door grootmachten met een egoïstische agenda
– NGO’s die ijveren voor vrede: vaak niet eens met elkaar omwille van ideologische/fundamentalistische redenen
– zich economisch/financieel/technologisch/politiek/militair zo versterken dat mogelijke aanvallers hun plannen opbergen: m.a.w. afschrikken.
Voor burgers in China en in het Westen, is de enige haalbare methode om NGO’s te groeperen tegen oorlog. Maar we moeten realistisch zijn: westerse media worden gecontroleerd door lobbygroepen. Zij hebben de middelen om de stem van NGO’s te marginaliseren. Als de VS overtuigd zijn dat ze een oorlog kunnen winnen, dan zal er geen enkele manier zijn om ze te beletten.
China hoeft de escalatie uit de VS niet louter passief te ondergaan. Het land bezit de middelen om pro-actief om te gaan met de dreiging. Omwille van het verschil in karakter (Amerikaans high-profile en Chinees low-profile), overschatten we vaak wat de VS zouden kunnen doen en onderschatten we wat China echt kan. De VS hebben meer te verliezen in een extreme escalatie dan China en dit zeker op lange termijn. De enige reden waarom de VS niet alle offensieve middelen zouden inzetten, is het besef van de grote waarschijnlijkheid te verliezen in een potentiële oorlog. De existentie van Amerika als verenigd land staat dan op het spel. Wie durft met zijn eigen leven te spelen? Niemand (met gezond verstand), ook de VS niet.
Zie ook de reactie op: https://www.chinasquare.be/handel-en-spanningen-tussen-de-vs-en-china/