Rond de problematiek van de hogesnelheidstrein komen fundamentele kwesties samen die leven onder de Chinezen: het tempo en de volgorde van de ontwikkelingen, de werking van de CPC en de overheid, de besluitvorming, inspraak en het afleggenvan verantwoording. Die drie laatste thema’s kwamen op de voorgrond in de eerste week na de ramp met de hst in Wenzhou, die tot nu toe 40 mensen het leven heeft gekost. Vragen over hoe je de functionarissen kan controleren en rekenschap laten afleggen hangen voortdurend boven het debat over de oorzaken, de genoegdoening van slachtoffers en over het voorkomen van dit soort rampen.
Het is een feit: het besluit om een hsl-net uit te bouwen en wel op een bepaalde, voortvarende manier met een overvloed aan staatssteun is top-down genomen. Daar staat tegenover: al gauw werd het omarmd door de bevolking. Het blijft een goede beslissing met een groot potentieel en dat zullen de meeste mensen ook wel beseffen. Er zijn ook zoveel voordelen: een enorme uitbreiding van de mobiliteit voor de zakenwereld, werknemers, binnenlandse migranten, toerisme. Schoon vervoer dat banen oplevert, de consumptie stimuleert, uitdagingen stelt aan de technologie en bezig is een voorbeeldig exportproduct te worden.
Hoe is er dan gereageerd op fouten en zwakheden die het succesverhaal meer en meer zijn beginnen te ontsieren? Wie voert de controle uit en hoe wordt er ingegrepen? In de eerste plaats is er gereageerd door de inspectie binnen de CPC, de overheid en justitie zelf. Dat gebeurde toen bleek dat de uitbouw van het hsl-net was uitbesteed aan een groep in eigen rangen die kwetsbaar is voor corruptie, vriendjespolitiek en gewin. In de directie van de Spoorwegen en in het ministerie zitten elementen die geneigd zijn de sector als een persoonlijk koninkrijk te beheren en vooral door winstbejag gemotiveerd worden. De sector moest in zekere zin zelfs worden onthoofd. De minister en enkel hoge regionale kaderleden kregen hun ontslag en er lopen onderzoeken tegen hen voor corruptie. Dat hebben burgers niet moeten afdwingen, wellicht was de man in de straat zelfs niet eens op de hoogte van de omkoperij en het feit dat sommige ambtenaren zelf en hun vrienden vooral rijk werden van het project. Tegen ondemocratische prijzen voor de treintickets, een overdreven aantal luxecoupés, mankementen in het verkeer, zoals onderbrekingen van de dienst ten gevolge van stroomstoringen is wel geprotesteerd door de consumenten die dat alles aan den lijve ondervonden. Dat deden ze op 2 manieren: de klanten bleven weg, het ongenoegen werd geuit op straat en via internet, vooral via de Chinese varianten van de sociale media zoals Weibo, een programma vergelijkbaar met Twitter. In sommige westerse kringen wordt er veel ophef gemaakt over het blokkeren van Twitter in China. Maar Weibo laat zien dat wie zich aan de wet houdt, door bijvoorbeeld geen platform te bieden aan dissidenten die het machtsmonopolie van de CPC aanvallen of aan separatisten, redelijk wat ruimte krijgt. Met die ruimte kunnen ‘de sociale media op zijn Chinees’ een stem geven aan ongenoegen, kritieken en alternatieve voorstellen. Weibo zal die functie ook houden en meer en meer impact krijgen, zolang het niet wordt misbruikt voor het oprichten van alternatieve politieke organisaties. De invloed was er: na het ontslag van de minister werd er besloten de kaartjes goedkoper te maken, de luxecoupés af te schaffen en er niet langer naar te streven de snelheid van de treinen tot waanzinnige en onveilige snelheden op te voeren.
Maar er gebeurden ook ongelukken. De botsing in Weizhou heeft als een katalysator gewerkt. Het was niet eens het ongeval met de meeste slachtoffers, maar de beroering was onmiddellijk hevig. De families van de slachtoffers organiseerden betogingen met kritieken en eisen toen de overheid niet reageerde zoals het volgens hen hoorde. Ze kwamen in de pers aan het woord. Binnen de kortste keren was over een groot aantal aspecten een fel maatschappelijk debat. De financiële compensatie voor nabestaanden was volgens velen te klein, anderen brachten daar tegenin dat de enige correcte compensatie medeleven zou zijn en dat de ware toedracht moest bekend worden en de schuldigen gestraft, het puin zou te snel geruimd zijn en delen van treinstellen waren begraven. Er ontstond de verdenking dat sommigen bewijsmateriaal wilden laten verdwijnen. De premier werd bekritiseerd voor zijn laattijdig verschijnen op de plek van de ramp. Een ander item was dat volgens sommigen de treinen te snel weer zijn beginnen te rijden en dat het zoeken naar slachtoffers te vroeg is afgeblazen. Ook nu weer speelden de inheemse sociale media een hoofdrol. Doordat de klassieke media zich gesterkt voelden door de hevigheid en de massaliteit van het protest konden ze ook meer vrijheid nemen om zelf kritisch te berichten. Bovendien zullen ze ook de steun hebben van bepaalde strekkingen en figuren binnen de CPC, waarvan Wen Jiabao met zijn oproepen tot openheid een boegbeeld lijkt. Twee markante voorbeelden: de Renmin Ribao (People’s Daily), het blad van de CPC zelf zei in een commentaarstuk dat het land af moest van de obsessie met het ‘met bloed besmeurde’ bbp en dat een mentaliteit van ‘genoegzaam op zijn lauweren rusten’ niet te verzoenen was met het streven naar een veiligheid bij het werk, die voor al het andere moest komen. Een reporter van de nationale staatstelevisie CCTV legde tijdens een openbare, internationale persconferentie aan Wen Jiabao de kwestie van het opruimen van het puin en van het mogelijk laten verdwijnen van bewijsmateriaal voor. Sommige functionarissen in CPC en overheid zullen de kritische berichtgeving ervaren hebben als een steun in de rug. Anderen zullen het gezien hebben als een druk waartegen ze zich niet konden of ‘maar beter niet konden’ verzetten. Er zouden ook dit keer richtlijnen gegeven zijn door de ‘dienst voor informatie’ over hoe journalisten moesten schrijven over deze treinramp. Je kunt je afvragen waarom en of zoiets niet eerder juist contraproductief werkt. Mogelijke verklaringen kunnen zijn dat ambtenaren het systeem en bepaalde personen gezichtsverlies willen besparen of in bescherming willen nemen. Er gaan meer en meer stemmen op van politici die dit een doodlopende weg vinden en die pleiten voor het eerlijk toegeven van fouten en een dialoog met critici en klagers. Het lijkt erop dat deze laatste denkrichting in de CPC en onder de autoriteiten dit keer het meest gewicht in de schaal werpt.
De eerste resultaten zijn er. De compensatie is verhoogd. Een diepgaand onderzoek is in gang gezet. Deskundigen laten hun licht schijnen over de technische oorzaken van de botsing in Wenzhou. Er is hierbij ook een zekere overdrijving. China maakt kennis met een verschijnsel waar het westerse publiek mee vertrouwd is: een dagelijkse stortvloed van nieuwe mogelijke analyses die elkaar soms tegenspreken. Ook hierop zullen ze iets moeten vinden, want deze overvloed heeft ook minder prettige nevenverschijnselen zoals verwarring, soms paniek en uiteindelijk onverschilligheid. Dat is overigens nog een argument voor diegenen die gesteld zijn op een schaarsere berichtgeving die eenzijdig het positieve benadrukt. Verder heeft de premier zich met een beroep op zijn gezondheidstoestand verontschuldigd voor zijn late aanwezigheid, er is die persconferentie geweest waar Wen in antwoord op vragen van Chinese journalisten en collega’s van Reuters, CNN enz. uitgelegd heeft dat in de eerste dagen de reddingswerken de absolute voorrang moesten krijgen, maar dat de Spoorwegen hierbij fouten kunnen gemaakt hebben. De premier heeft toegezegd dat alle aspecten van de zaak zullen worden uitgezocht, dat er volledige helderheid komt richting publiek, dat al het nodige zal worden gedaan om schuldigen te straffen en om herhaling te voorkomen. De regering heeft maatregelen aangekondigd om een doorbraak te forceren met betrekking tot de veiligheid op het werk en in alle vormen van verkeer. Er zijn inderdaad al eerder beloften gedaan, het is iets waar China al lang mee worstelt. Verschijnselen zoals het dooretteren van problemen en maatregelen nemen nadat er slachtoffers zijn gevallen is echter iets wat in vele landen voorkomt. Het lijkt er op dat de Chinezen toch stappen vooruit zetten in het uitoefenen van toezicht op hun overheid en in de emancipatie van de media.
Zie ook Discussieuitzending Dialogue (27 min)
Belangrijk stuk, Dirk. De heisa in China rond de HST-crash contrasteert wel sterk met de positieve toon van het stuk van Jonathan Holslag over de groene economische groei in China in DM van een paar dagen geleden. Ik vertoef op dit ogenblik in China, en vond dat de berichtgeving in eerste instantie wat deed denken aan een Chinees `9/11`. Mij valt ook de enorme diversiteit van meningen op als je vragen stelt aan burgers over de KP. Het huidige ontwikkelingsmodel wordt in toenemende mate in vraag gesteld, maar voorlopig blijft het tempo duizelingwekkend – Chengdu bijvoorbeeld blijft maar uitdeinen, al is er daar natuurlijk het effect van de aardbeving en toename van de investeringen daarna. Dergelijk ontwikkelingsmodel duurzaam maken lijkt me aartsmoeilijk, als rijke, succesvolle entrepreneurs iconen zijn in de samenleving. Hier geldt nog altijd bij velen: `The only way is up`.