Rapport over illegale uitvoer van hout naar China

Environmental Investigation Agency (EIA) uit Londen heeft een rapport gepubliceerd over illegale houthandel. Ondanks de ronduit  tendentieuze titel “Appetite for Destruction: China’s Trade in Illegal Timber” bevat het veel interessante gegevens.

Hout uit Siberië


De totale illegale houthandel wordt door Interpol op 30 miljard dollar per jaar geraamd. China zou met 3,7 miljard dollar de belangrijkste bestemming zijn.
China voert omwille van de woestijnvorming een succesvol nationaal herbebossingsprogramma uit waarbij sinds de eeuwwisseling lokale houtkap sterk beperkt wordt. Daardoor moet een toenemend deel van het in China verwerkte hout ingevoerd worden. China heeft hout nodig voor de bouw- en meubelnijverheid. Daarnaast werden in 2010 voor 34 miljard dollar producten op basis van hout uitgevoerd. Het Chinese verbruik van hout en houtproducten in 2007 bedroeg 370 miljoen m³ . In 2011 bedroeg de invoer van hout en houtproducten 180 miljoen m³, waarvan 42 miljoen m³ houtstammen, hetzij 30% van de totale wereldhandel, en 39 miljoen m³ verzaagd hout .
In een aantal gevallen leidt de invoer van hout tot ontbossing in andere landen, en tot lokale conflicten over waardevol hout. De helft van de invoer van stammen en verzaagd hout komt uit landen met een hoog risico op illegale houtkap en zwakke regeringscontrole, maar dit is wel dalend door de toename van hout uit onder meer de VS. De helft van het tropisch hardhout wordt door staatsbedrijven ingevoerd.
Van de 42 miljoen m³ houtstammen die in 2011 ingevoerd werden, was Rusland de belangrijkste leverancier, gevolgd door de VS en dan Papua Nieuw-Guinea. Daarvan zou volgens het rapport minstens 18,5 miljoen afkomstig zijn van illegale houtkap, voor een totale waarde van 3,7 miljard dollar. Illegale boomstammen komen vooral uit Rusland, Papua Nieuw-Guinea, en in kleinere hoeveelheden uit de Salomon eilanden, Myanmar, Congo-Brazzaville, Equatoriaal-Guinea en Mozambique. Illegaal verzaagd hout komt vooral uit Rusland en Indonesië, in mindere mate uit Myanmar, Peru, Thailand en Maleisië.
Hierbij moet toch opgemerkt dat deze schattingen nattevingerwerk zijn en sterk uiteen lopen. Zo vermeldt het rapport één schatting van 20% illegaal hout maar komt het zelf boven 35% uit. In feite gaat maakt men schattingen van percentages illegale houtuitvoer per verdacht land, en vermenigvuldigt die dan met de Chinese invoer uit dat land.
Het rapport vermeldt onder meer conflicten over waardevol rozenhout tussen regering en houtvesters in Laos, etnische spanningen in Papua Nieuw-Guinea, de ontbossing van de Salomon eilanden en delen van Myanmar. Uit Myanmar bedraagt de geschatte illegale uitvoer 500.000 m³ per jaar, ondanks samenwerkingsakkoorden van 2006 tussen beide regeringen.
Het rapport pleit er voor dat China effectieve maatregelen zou nemen om illegaal hout te kunnen tegenhouden. De VS, de EU en Australië hebben na internationaal protest de voorbije jaren de invoer van illegaal hout verboden. Ook China heeft al controlesystemen opgezet, doch onvoldoende volgens het rapport. China mikt vooral op bilaterale verdragen met de uitvoerende landen.
De persverantwoordelijke van het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op de dag dat het rapport vrijgegeven werd verklaard dat China resoluut tegen illegale houtkap en –handel is en bereid internationaal samen te werken om die tegen te gaan.
(Reuters)

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *