De regering wil het gebruik van informatieproducten en -diensten aanmoedigen om van de sector een nieuwe motor te maken bij het verhogen van de binnenlandse vraag. Anderzijds lanceert Alibaba enkele nieuwe initiatieven die zijn e-commerce imperium nog groter zullen maken.
De groei in de traditionele industrie stagneert en China gaat op zoek naar nieuwe groeisectoren. De regering ziet kansen in de consumptie van informatieproducten en -diensten. Die zullen naar verwachting tot 2015 jaarlijks blijven aangroeien met 20 % . Volgens woordvoerder Zhu Hongren van het ministerie van Industrie en IT wil de regering van de informatie de derde grootste sector maken na het vastgoed en de auto’s. Minister Miao Wei zei dat het doel een mechanisme is op lange termijn in te stellen dat het verbruik van informatie opdrijft zodat dit de binnenlandse vraag stimuleert, een nieuw groeipunt wordt, de industrie omvormt en het welzijn van de bevolking verbetert.
Volgens officiële gegevens groeide de consumptie van informatieproducten en -diensten tijdens het eerste semester met 20 % tot 2.070 miljard yuan en werd ze nog in groei overtroffen door de e-commerce die 4980 miljard yuan omzette, een verhoging met 45%. Verwacht wordt dat tegen eind 2015 het verbruik van informatieproducten en diensten blijft groeien met 20% om dan 3200 miljard te bereiken en waarvan het industriële gedeelte 1200 miljard yuan zou bedragen.
Om het doel te bereiken wordt vooreerst de infrastructuur verbeterd. Tegen 2015 moet de helft van de Chinese gezinnen over breedband beschikken en moeten de 
voornaamste stedelijke zones wifi hebben. Glasvezel moet dan 200 miljoen huizen bereiken. Later dit jaar worden de 4G-licenties toegekend. Ook worden internet, tv en telecom verder geïntegreerd in één systeem. Administratieve formaliteiten voor erkenning zullen vereenvoudigd worden, financiële voorkeurtarieven ingesteld en ook de privésector zal mee kunnen participeren in de uitbouw van het net. Tegen 2015 zou de infrastructuur van het net duidelijk verbeterd moeten zijn om klaar te staan voor de uitbouw van de slimme steden. Deze zullen op hun beurt de openbare dienstverlening verrijken en dit zal zich laten gevoelen in het onderwijs, gezondheidszorg en pensioenfondsen.
E-commerce
Waar vorig jaar in de VS voor 225 miljard $ online verkocht werd, ligt dit bedrag op 210 miljard $ in China. Tegen het jaareinde zal 7% van China’s totale kleinhandel online verlopen. De groep Alibaba verkoopt op zijn eentje al 5% van de handel. Directeur Jack Ma verwacht zelfs dat de komende 5 jaar tot 30 % van alle kleinhandelsverrichtingen online zullen verlopen. Alibaba beschikt over 2 platformen: Taobao, een platform voor de gebruiker onderling is zoals eBay, controleert meer dan 90 % van de verrichtingen tussen de verbruikers onderling. TMall, het platform waar winkels zich richten tot verbruikers, heeft naar schatting 51 % van het business-verbruikerssegment. TMall en Taobao hebben meer verkoop dan Amazon en eBay samen.
Gloednieuw is het AliSourcePro-platform dat zich meer richt naar gespecialiseerde bestellingen op maat. Alibaba gelooft immers dat het in bulk bestellen van grote hoeveelheden in de toekomst aan belang zal inboeten voor geïndividualiseerde bestellingen op maat. Wanneer een bedrijf bijvoorbeeld een brandkast wil bestellen vult ze een online formulier in met de afmetingen, materialen en andere specificaties. Daarna stuurt Alibaba een aantal offertes van diverse leveranciers terug, waaruit de eindgebruiker kan selecteren en verder met de firma van het uitverkoren ontwerp kan communiceren via een bulletin board. Alibaba hoopt nog dit jaar met dit systeem 20 miljard $ te kunnen verdienen.
Na de onbetwiste kampioen Alibaba komt JD.com op de tweede plaats met 20 % van de online handel. De groep Suning verdubbelde tijdens het eerste semester zijn aandeel van 2,5% tot 5,7 %. Volgens twee verschillende onderzoeken namelijk een van Taobao en een van McKinsey, groeit vooral de vraag naar e-commerce in kleinere steden en zelfs in de landelijke gebieden omdat ze er niet beschikken over het ruime aanbod uit de winkels in de grootsteden. Daar wordt dus een stevige groei verwacht. Omgekeerd zijn er ook al 14 landelijke dorpen met sterke online aanwezigheid: het dorp Wantou dat op 350 km van Beijing ligt, telt 500 winkels op Taobao. De 14 dorpen zijn al goed voor een verkoop van 5 miljard.
Het succes van China’s bloeiende e-commerce is ook buitenlandse bedrijven niet ontgaan. Momenteel heeft bijvoorbeeld maar 41 % van alle luxe merken een online aanwezigheid in China. Van de 564 miljoen personen die online zijn, plaatsten maar 242 miljoen een bestelling online. De website 36Kr.com voor Internetondernemers ontdekte dat tijdens het tweede kwartaal er 1378 nieuwe internet-startups waren en 443 die er mee stopten. Vooral aan mobiel internet is de toekomst en de groten richten zich hierop. Alibaba telde zopas 75 miljoen $ neer voor een aandeel in het Amerikaanse Shop Runner. Wat Alibaba betreft, is het vooral uitkijken naar de geplande beursgang in Hongkong die naar schatting 70 miljard $ waard zou zijn. Jack Ma streeft naar een formule waarbij de stichters proportioneel een grotere zeggingsmacht zouden hebben. Deze formule van twee soorten aandelen bestaat wel in de VS maar niet op de beurs van Hongkong.
